
Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen
Categorie: Ontvankelijkheid/Bevoegdheid
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
119101
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in 2014 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van onderwijs in het kader van de HBO opleiding Logopedie.
De opleiding vond plaats vanaf september 2014.
Het geschil heeft betrekking op de beoordeling van examens, afwikkeling van bezwaarprocedures en uitspraken van de Commissie van Beroep.
De consument heeft op 15 januari 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument verlangt
1. Bij vraag 6 van het examen “Neurologie en Neurologische stoornissen” alsnog punten toe te kennen en de beoordeling van de consument aan te passen;
2. De consument te vrijwaren van eventuele toekomstige kosten betreffende een module of (her)examen “Neurologische stoornissen en diagnostiek”;
3. De consument kenbaar te maken welke examinator, om herhaling in de toekomst te voorkomen, het examen “Neurologie en Neurologische stoornissen” heeft beoordeeld;
4. Een financiële compensatie ten bedrage van € 260,– vanwege het niet correct afnemen van een drietal (mondelinge) examens, die de consument opnieuw moest doen;
5. Dat de ondernemer handelt naar algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
6. Creditering van 10% van de opleidingskosten van € 18.322,72 omdat de ondernemer zich niet gehouden heeft aan het bepaalde in artikel 15 van de toepasselijke algemene voorwaarden en de artikelen 1.6 en 2.2 van de toepasselijke Gedragscode Consumenten NRTO geschonden heeft, waardoor de consument onnodig schade berokkend is;
7. Erkenning van fouten door de ondernemer, excuses en een financiële compensatie van de ondernemer mede omdat het College van Beroep meerdere malen bezwaren van de consument gegrond heeft verklaard;
8. Volledige medewerking van de ondernemer aan een succesvolle afronding van de studie door de consument.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer stelt naar aanleiding van het door de consument aangemelde geschil dat de consument zich tot de verkeerde instantie gewend heeft, nu zij klaagt over het handelen van de Examencommissie en het functioneren van een specifieke examinator voor wat betreft het examen “Taalproblematiek bij kinderen” en over de inhoudelijke beoordeling van het examen “Neurologische stoornissen”.
Op grond van het bepaalde in de tussen partijen geldende algemene voorwaarden valt bij formeel onderwijs, waarvan hier sprake is, de beoordeling van de handelwijze van leden van een examencommissie en de beoordeling van het werk van de onafhankelijke examinatoren buiten de bevoegdheid van de commissie.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In de tussen partijen geldende en door de consument in het geding gebrachte algemene voorwaarden is in artikel 20 lid 9 bepaald:
In uitsluitend die gevallen waarvoor bij formeel onderwijs in een bindende wettelijke geschillenregeling is voorzien, zoals die voor examinering van de Klant, vinden de bepalingen uit lid 2 tot en met 8 van dit artikel geen toepassing.
In de vermelde leden 2 tot en met 8 van het betreffende artikel is de bevoegdheid van de commissie geregeld.
De commissie is derhalve niet bevoegd om te oordelen over datgene, wat op grond van het examen-reglement onderworpen is aan de in dat reglement voorziene geschillenregeling.
Ingevolge het bepaalde in artikel 10 lid 2 onder 2 van het toepasselijke door de consument overgelegde Uitvoeringsreglement Toetsing en Examinering 2018-2019 kan een student bezwaar maken met betrekking tot
a) Het al dan niet toekennen van een vrijstelling,
b) De opgelegde sanctie naar aanleiding van geconstateerde fraude en/of plagiaat,
c) Het niet over gaan tot het uitreiken van het getuigschrift,
d) De door de examencommissie aangewezen examinator,
e) De inhoud van het tentamen,
f) De vaststelling door de examinator van de uitslag van het tentamen.
Op grond van het bepaalde in artikel 20 lid 9 van de toepasselijke algemene voorwaarden is de com-missie bevoegd kennis te nemen van geschillen over alle andere onderwerpen dan de in artikel 10 lid 2 van het Uitvoeringsreglement Toetsing en Examinering 2018-2019 genoemde onderwerpen.
Een aantal vorderingen van de consument vallen onder de reikwijdte van het examenreglement. Andere vorderingen, zoals de onder 6 vermelde vordering tot terugbetaling van een deel van de studiekosten vanwege schending van het bepaalde in artikel 15 van de algemene voorwaarden, vallen niet onder de reikwijdte van het examenreglement.
De commissie is daarom van oordeel dat er geen grond is om zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van het (gehele) geschil.
Daarbij merkt de commissie op dat de enkele bevoegdheid om kennis te nemen van het geschil geen oordeel inhoudt over de gegrondheid van de klachten van de consument en dat bij de inhoudelijke behandeling aan de orde komt ten aanzien van welke vorderingen van de consument de commissie bevoegd is en ten aanzien van welke vorderingen niet.
Beslissing
De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit
mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, mr. T. Vis en mr. P.B. Vos, leden, op 10 oktober 2018.