Commissie bevoegd want klacht gaat niet alleen over BKR

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Telecommunicatiediensten    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: TEL09-0568

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een mobiele telefoonaansluiting.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Tijdens haar penningmeesterschap van een vereniging is er een abonnement bij de ondernemer afgesloten op naam van de consument. De kosten werden steeds betaald van een bankrekening van de vereniging. Na het terugtreden van de consument als penningmeester is dit zo doorgelopen. Een verzoek tot contractovername is door de ondernemer afgewezen. De consument ondervindt echter grote hinder van de registratie bij het BKR. Zo weigert de bank haar om die reden een hypotheek. De vereniging heeft schriftelijk erkend dat de betalingsachterstand niet door de consument is veroorzaakt. De ondernemer heeft niet gereageerd op schriftelijke klachten van de consument.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De consument weet niet meer of de contractsovername is geweigerd vanwege onvolledige gegevens. De vereniging heeft dit afgehandeld. Op enig moment is inderdaad een betalingsachterstand ontstaan en is de consument bij de BKR geregistreerd. Deze registratie is volgens de daarvoor geldende regels verlopen.   De consument verlangt doorhaling van de BKR-registratie.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De commissie is niet bevoegd om deze klacht te behandelen, omdat de klacht betrekking heeft op de registratie bij het BKR en de geschillencommissie BKR de geëigende instantie is om deze klacht te behandelen. De consument heeft een onvolledig verzoek gedaan om contractsovername. De ondernemer heeft de consument hierover geïnformeerd. De consument heeft ontbrekende informatie nooit aangeleverd. De ondernemer heeft wel gereageerd op klachten van de consument. Dit blijkt uit de overgelegde correspondentie.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer handhaaft het bevoegdheidsverweer voor zover de klacht van de consument betrekking heeft op de vraag of de registratie bij het BKR terecht is geweest en volgens de geldende regels is verlopen. Het abonnement is inmiddels beëindigd. Er is geen openstaand bedrag meer. De einddatum is verwerkt in het BKR. Dat er een betalingsachterstand is geweest, blijft gedurende vijf jaar zichtbaar. Een BKR-registratie kan alleen verwijderd worden, indien er fouten zijn gemaakt bij de registratie, hetgeen niet het geval is.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Met instemming van beide partijen is deze klacht voor een deel buiten aanwezigheid van [een commissielid] behandeld.   De commissie verwerpt het verweer van de ondernemer op de onbevoegdheid van de commissie. Uit het standpunt van de consument blijkt dat het in deze klacht niet draait om de vraag of de registratie bij het BKR terecht is geweest en volgens de daarvoor geldende regels is verlopen, maar veel meer over de vraag of de ondernemer terecht de consument aansprakelijk heeft gehouden voor de betaling van de abonnementskosten en de gesprekskosten van het bij de vereniging in gebruik zijnde abonnement. Krachtens het Reglement Geschillencommissie Telecommunicatie is de commissie bevoegd dergelijke geschillen te behandelen.   De consument heeft op haar eigen naam een abonnement afgesloten bij de ondernemer. De consument is derhalve jegens de ondernemer verantwoordelijk voor de betaling van de abonnementskosten en de gesprekskosten. Dat de consument het abonnement heeft afgesloten ten behoeve van haar vrijwilligerswerkzaamheden (penningmeesterschap) maakt dit niet anders.   De ondernemer heeft aangevoerd dat het verzoek van de consument tot contractsovername niet gehonoreerd is, omdat het verzoek hiertoe niet volledig was. De ondernemer heeft aangevoerd dat dit bij brief van 6 februari 2007 aan de consument is medegedeeld. Later is dit ook nog telefonisch aan de consument medegedeeld. De consument heeft dit niet betwist. Overigens heeft de consument ook niet aannemelijk gemaakt dat de wijziging van de tenaamstelling door verwijtbaar handelen van de ondernemer niet heeft plaatsgevonden.   Dat het abonnement ook na haar terugtreden als penningmeester op haar naam is blijven staan, kan derhalve de ondernemer niet worden aangerekend. De consument is jegens de ondernemer verantwoordelijk gebleven voor de tijdige nakoming van de betalingsverplichtingen. De gevolgen het niet tijdige betaling zoals een registratie bij BKR komen dan ook voor rekening van de consument. De afspraken die de consument met de vereniging hierover heeft gemaakt, hebben geen betrekking op de ondernemer. De consument kan niet de ondernemer maar enkel de vereniging verwijten dat zij bij BKR is geregistreerd.   De brieven van de vereniging vormen onvoldoende objectieve aanknopingspunten om de ondernemer gehouden te achten de registratie ongedaan te maken. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.   Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat de ondernemer wel degelijk gereageerd heeft op de klacht van de consument. Dit onderdeel van de klacht is derhalve eveneens ongegrond.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht in zijn geheel ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatie op 12 november 2009.