Commissie: Water
Categorie: Verbruik
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: tussenadvies
Uitkomst: aanhouding beslissing
Referentiecode:
945496/1048224
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument betwistte een vervangende jaarafrekening van € 1.538,04 wegens extreem hoog waterverbruik, dat volgens hem niet overeenkomt met zijn levensstijl en woonsituatie. Hij vermoedt een fout in het telwerk van de oude watermeter. De ondernemer stelt dat het verbruik correct is geregistreerd en wijst op het principe ‘meter = meter’. Tijdens de zitting kwamen partijen overeen dat de watermeter en het telwerk worden geijkt door een externe partij. De Geschillencommissie Water houdt haar beslissing aan tot het ijkingsrapport beschikbaar is.
De volledige uitspraak
Samenvatting
Het geschil betreft het op de vervangende jaarafrekening van 13 maart 2025 in rekening gebrachte verbruik van water met een bijbetaling van € 1.538,04. De consument heeft de klacht, na ontvangst van de eerste jaarafrekening van 6 februari 2025, op 7 februari 2025 aan de ondernemer voorgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument woont al meer dan 23 jaar met 2 personen op het betreffende adres. Tot twee jaar geleden schommelde het waterverbruik tussen de 200 à 300 m3 per jaar. In 2023 bedroeg het verbruik ineens 658 m3 en in 2024 1.263 m3. Dat houdt in dat de consument per dag 3460 liter water verbruikte en dat 365 dagen per jaar. Van lekkage is geen sprake en de levensstijl van de consument is niet gewijzigd. De consument heeft de ondernemer daarop aangesproken maar die beweert dat de meter goed is en dat het geregistreerde verbruik moet worden betaald of dat de meter op kosten, (€ 600,–) van de consument wordt geijkt. De consument denkt niet dat de meter defect is, maar vermoed dat het telwerk een keer is overgeslagen waardoor een 1000 m3 hoger verbruik wordt aangegeven. De consument heeft tweemaal een uitgebreide brief naar de ondernemer gestuurd, maar die geeft aan niets voor de consument te kunnen doen. De consument wil betalen voor zijn verbruik, maar niet voor wat hij niet heeft verbruikt.
Van de consument mag een onafhankelijke partij langskomen omdat de ondernemer het steeds heeft over lekkage. Een loodgieter zou dat kunnen checken. Inmiddels is de meter door de ondernemer vervangen. Dat is niet zomaar gebeurd, zo veronderstelt de consument.
Een verbruik van 1.263 m3 oftewel 1.263.000 liter is buitenproportioneel. Er is 1000 m3 teveel in rekening gebracht. De consument verwacht dat de ondernemer zijn klacht serieus onderzoekt.
Het is onjuist dat er wel 40 liter per minuut uit de kraan kan lekken, zoals de ondernemer stelt. Dat staat de leidingdiameter niet tot. Het gaat hoogstens om een volume van 14 liter per minuut.
Ter zitting heeft de consument verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.
De vervangen meter was ongeveer 23 jaar oud. Het verbruik nam exponentieel toe. De kosten van het ijken zijn hoog en het is de consument niet duidelijk wat er gebeurt met de jaarafrekening als de meter een defect blijkt te vertonen. Van lekkage is absoluut geen sprake geweest. De consument heeft ervaring met het werken met vloeistofstromen. De ondernemer wilde niets doen. Ook wilde men niet langskomen. Ze luisteren niet naar de klant. Wel heeft men zonder iets te zeggen de meter vervangen.
Na de uitleg van de ondernemer over de gang van zaken met betrekking tot de ijking kan de consument er alsnog mee akkoord gaan dat de meter op kosten van ongelijk door [bedrijf] wordt geijkt en dat daarbij ook het functioneren van de telwerken wordt onderzocht.
De consument is ermee akkoord dat de verdere behandeling en beslissing wordt aangehouden totdat het ijkingsrapport beschikbaar is.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De klacht betreft een hoog verbruik en de bijbehorende bijbetaling. De afrekening is niet volledig voldaan. Het niet betaalde bedrag van € 992,85 dient in depot te worden gestort.
Volgens de consument heeft de meter een duizendtal overgeslagen en verlangt dat een deskundige komt kijken of er sprake van lekkage is geweest.
Het betreft een Q3-2,5 watermeter. Na het doorsturen van de meterstand in 2023 berichtte de ondernemer de consument dat sprake was van een qua verwachting afwijkende meterstand en dat er mogelijk sprake was van lekkage. Daarop reageerde de consument niet. In januari 2025 gaf de consument weer een meterstand op die fors afweek van de verwachte meterstand. De ondernemer wees wederom op de mogelijkheid van lekkage en een ijking op kosten van ongelijk, maar partijen kwamen niet tot overeenstemming. Op verzoek van de consument werd de watermeter op 12 maart 2025 vervangen. Deze is bewaard gebleven en beschikbaar voor een onderzoek.
Van een verkeerde verwerking van de meterstanden is geen sprake. De meterstanden zijn door de consument zelf doorgegeven. Het is niet waarschijnlijk dat de meter een duizendtal heeft overgeslagen. Dat zou atypisch gedrag zijn van een dergelijke meter. Al het gebruikte water moet door de meter stromen. Het is niet mogelijk om deze meter extra snel te laten draaien zonder dat de bijbehorende hoeveelheid water er doorheen stroomt. De ondernemer beroept zich het uitgangspunt ‘meter= meter’, zoals dat ook door de commissie is bevestigd. Het geregistreerde verbruik is weliswaar afwijkend, maar niet onmogelijk. Het totale verbruik kan in 22 dagen worden geleverd.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.
De ondernemer heeft de nominale capaciteit van de meter in het verweer aangehaald. Met de leidingomvang is geen rekening gehouden. De ondernemer heeft een contract met [bedrijf] voor het doen uitvoeren van ijkingen. De kosten bedragen per ijking € 600,– en dienen achteraf te worden betaald als mocht blijken dat de meter goed is. Na de ijking zal als daarvoor aanleiding bestaat een herberekening van het verbruik worden gemaakt. Langskomen bij de consument had geen zin. Er zou niets te zien zijn. Het water kan onzichtbaar verdwenen zijn.
De ondernemer is bereid alsnog mede op verzoek van de consument opdracht te geven aan [bedrijf] voor het ijken van de meter en van de telwerken. Mogelijk zijn de kosten daarvan iets hoger dan standaard.
Beoordeling
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het onderhavige geschil klaagt de consument over de hoogte van het geregistreerde en in rekening gebrachte waterverbruik. Hij wijt het hoge verbruik aan een defecte meter in die zin dat (vermoedelijk) een duizendtal is overgeslagen.
De ondernemer voert verweer.
Ter zitting hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over een uit te voeren ijking. De commissie gaat er daarbij vanuit dat ook het telwerk zal worden onderzocht.
Om die reden zal de commissie haar beslissing aanhouden totdat het rapport van de ijking beschikbaar is.
Beide partijen worden in staat gesteld binnen een door de commissie te stellen termijn op het rapport van de ijking te reageren, waarna de commissie op de stukken zal beslissen, tenzij een partij aangeeft prijs te stellen op een nadere mondelinge behandeling.
Ook kunnen partijen samen tot een oplossing komen als het rapport van de ijking daartoe aanleiding geeft.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer draagt zorg – binnen bekwame tijd – voor een ijking van de watermeter en een onderzoek naar de telwerken van de meter door [bedrijf].
De commissie houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Water, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, de heer mr. E.F. Verduin, de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 11 augustus 2025.