Commissie is niet bevoegd te oordelen over het fatsoen van de ondernemer

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: (On) zorgvuldigheid / (On)bevoegdheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Niet bevoegd   Referentiecode: 122018/133257

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De ondernemer heeft bij eerste gelegenheid een beroep gedaan op de onbevoegdheid van de commissie. Daarom beslist de commissie eerst over de bevoegdheid. Het geschil dat de consument aan de commissie heeft voorgelegd ziet op het gedrag van de ondernemer en niet op een financiële kwestie. De commissie is enkel bevoegd te oordelen over de totstandkoming en uitvoering van de overeenkomst. Derhalve is de commissie onbevoegd om het geschil te behandelen.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Vanwege het bij eerste gelegenheid door de ondernemer bij wijze van verweer gedane beroep op onbevoegdheid van de commissie, heeft de commissie daarop eerst met een zogenaamde voorbeslissing te beslissen, alvorens inhoudelijk aan de zaak kan worden toegekomen.

De zaak is (alleen) in dat kader behandeld op 21 januari 2022 en wel buiten tegenwoordigheid van partijen.

Partijen zijn van deze gang van zaken op de hoogte gesteld en zijn daarom niet voor de zitting opgeroepen.

De beoordeling van de bevoegdheid van de commissie
De commissie heeft het volgende overwogen.

Artikel 17 van de op de overeenkomst van partijen van 8 juni 2021 (ordernummer [NUMMER]; klantnummer [NUMMER]; factuurdatum 10 juni 2021) van toepassing zijnde “Algemene Voorwaarden Thuiswinkel” luidt voor zover hier relevant, aldus:
Lid 2:
“Geschillen tussen de consument en de ondernemer over de totstandkoming of uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door deze ondernemer te leveren of geleverde producten en diensten, kunnen, met inachtneming van het hierna bepaalde, zowel door de consument als de ondernemer worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Thuiswinkel (……)”
Lid 7:
“De Geschillencommissie doet uitspraak onder de voorwaarden zoals deze zijn vastgesteld in het reglement van de Geschillencommissie. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies.” Aldus is vastgelegd dat deze geschillencommissie alleen door middel van bindend advies tussen partijen mag beslissen in geschillen over de totstandkoming of uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot te leveren of geleverde producten en diensten.

De voorliggende (bejegenings)klacht luidt aldus:

“Het gaat hier niet om een financiële kwestie. Het gaat om het fatsoen en gedrag dat de
ondernemer zou moeten hebben door allereerst te erkennen dat de consument een klacht heeft ingediend – die dan ook als zodanig behandeld zou moeten worden – terwijl voorts een enquêteformulier aan de consument wordt toegestuurd dat laakbare vragen bevat. (…….) De ondernemer moet zijn enquêteformulier aanpassen in de door de consument genoemde zin en moet daartoe ook veroordeeld worden.”

De consument beseft naar eigen zeggen dat hij geen financieel geschil voorlegt aan de commissie “maar een tuchtkwestie” die handelt over “fatsoen en gedrag”.

Indachtig de hiervoor aangehaalde bepalingen komt de commissie echter niet de bevoegdheid toe om op een dergelijke klacht via het geven van een bindend advies te beslissen.

De commissie gaat dus niet mee in het standpunt van de consument dat toezending aan hem van het in te vullen enquêteformulier valt onder de uitvoering van de koopovereenkomst. Invulling daarvan kan immers niet in het kader van die overeenkomst worden afgedwongen. Ook is niet gebleken dat in het kader van die overeenkomst is afgesproken dat de ondernemer zich juist heeft te onthouden van enquêteren.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, drs. W. Nienhuis en de heer W.H.X. Amian, op 21 januari 2022.