Commissie: Energie
Categorie: prijsverhoging / termijnbedrag
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
224625/233005
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het termijnbedrag is volgens de consument bij de aanvang van het contract te laag vastgesteld. Bovendien
heeft de ondernemer op twee verzoeken tot verhoging daarvan niet gereageerd. De consument wenst een
korting. De commissie oordeelt dat het afgenomen verbruik betaald dient te worden.
De uitspraak
Beoordeling
De consument is op 3 juni 2022 klant geworden van de ondernemer voor energie. Zijn maandtermijn is toen
gebaseerd op een jaarverbruik van 66 m³. De consument acht dat voor een tweepersoonshuishouden
onrealistisch. Gedurende het daaropvolgende verbruiksjaar heeft de consument tweemaal aan de
ondernemer verzocht het termijnbedrag te verhogen, doch de ondernemer heeft ondanks bevestigingen dat
niet uitgevoerd. Vervolgens moest de consument volgens zijn jaarnota d.d. 24 mei 2023 een bedrag van
€ 1.261,33 betalen. De ondernemer voert aan dat bij het begin van het contract de maandtermijn
gebaseerd was op het door de netbeheerder opgegeven verbruik, hetgeen ook volgt uit artikel 9 lid 2 van
de toepasselijke Algemene Voorwaarden. De ondernemer erkent dat door administratieve fouten de
gevraagde verhogingen niet uitgevoerd zijn. Hij weigert echter de door de consument gevraagde
vermindering van de jaarnota met € 413,21 toe te passen. Wel heeft hij een betalingsregeling aangeboden.
De commissie betreurt de door de ondernemer gemaakte fouten, doch dat betekent niet dat het afgenomen
verbruik niet betaald moet worden. Termijnbedragen zijn niet anders dan voorschotten op hetgeen betaald
moet worden volgens de jaarnota. Een maandvoorschot hoeft niet gelijk te zijn aan 1/12 van de te
verwachten jaarnota. De consument had zich, toen hij de gemaakte fouten onderkende, kunnen realiseren
dat hij aan het eind van het verbruiksjaar zou moeten bijbetalen. Hij had zich daarop kunnen instellen.
Bovendien is de ondernemer de consument tegemoetgekomen door een betalingsregeling aan te bieden.
De consument klaagt ook nog over onjuiste bejegening doordat niet inhoudelijk door de ondernemer is
gereageerd op schriftelijke correspondentie. Ter zitting is dat punt door de consument niet meer aan de
orde gesteld, zodat de commissie ervan uitgaat dat zij daarover niet meer behoeft te beslissen. Bovendien
verbindt de consument daaraan geen afzonderlijke vordering.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Het in depot
gestorte bedrag dient dan ook aan de ondernemer uitgekeerd te worden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Depotverrekening, bedrag aan ondernemer € 1261,33
Depotverrekening, bedrag aan consument € 0
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de
heer mr. F.J. Pirard, mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 15 februari 2024.