Commissie: Bouwkundige Keurders
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
41431/51661
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De ondernemer heeft zich verplicht tot het doen van een bouwkundige keuring tegen een door de consument te betalen prijs. Bij het indienen van de klacht en het aanleveren van alle informatie, heeft de consument aangegeven een bedrag te vorderen ‘dat redelijk is t.o.v. de schade’. Tijdens de zitting is door de consument aangegeven dat de vordering € 12.000,- tot € 15.000,- bedraagt. Rekening houdend met het reglement, waarin staat vermeld dat een vordering door de commissie behandeld kan worden tot aan een bedrag van € 10.000,-, heeft de commissie de consument niet-ontvankelijk in zijn klacht verklaard.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 juni 2020 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het doen van een bouwkundige keuring tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 377,–.
De overeenkomst is uitgevoerd in juni 2020.
De consument heeft op 17 juni 2020 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
De beoordeling van de ontvankelijkheid van de consument
Artikel 5 (Ontvankelijkheid) van het reglement van deze geschillencommissie luidt voor zover hier relevant aldus:
“De commissie verklaart de consument in zijn klacht ambtshalve niet ontvankelijk (“…..”) c. indien het een geschil over aansprakelijkheid voor schade betreft met een financieel belang van meer dan € 10.000,–.”
In casu is door de consument gesteld dat de ondernemer fouten heeft gemaakt bij de hier aan de orde zijnde bouwkundige keuring, met als gevolg dat de ondernemer aansprakelijkheid is voor de daardoor door de consument geleden schade.
De consument heeft op die grondslag in het klachtenformulier gevorderd om de ondernemer te verplichten tot betaling aan hem van een “bedrag wat redelijk is tov de schade”.
Ter zitting is de consument gevraagd wat de hoogte van zijn geldvordering op de ondernemer is, waarop door hem is geantwoord dat diens vordering € 12.000,– tot € 15.000,– bedraagt.
Indachtig de hiervoor aangehaalde bepaling uit het reglement van deze commissie, kan de commissie thans dan ook niet anders dan de consument ambtshalve niet-ontvankelijk verklaren. Wat voor de consument c.q. partijen resteert is een gang naar de gewone Burgerlijke rechter.
Ingevolge het reglement van de commissie worden slechts in bijzondere gevallen kosten vergoed, die verband houden met de behandeling van het geschil door de commissie. De commissie acht in dit geval geen bijzondere omstandigheden aanwezig om een vergoeding voor deze kosten toe te kennen ten gunste van de ondernemer.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Bouwkundige Keurders, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, en de heer T. Philips en mr. D.E. Valle Robles-Roomer, leden, op 11 maart 2021.