
Commissie: Voertuigen
Categorie: Kosten
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE06-0587
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit door de ondernemer in mei/juni 2006 uitgevoerde werkzaamheden aan de auto van de consument, een Ford Mondeo 1600. De consument heeft een bedrag van € 134,26 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De airconditioning is in juni 2005 gerepareerd maar bleek in het voorjaar van 2006 opnieuw defect te zijn. In mei 2006 is gevraagd of het herstel onder garantie zou vallen. Er is duidelijk uiteen gezet dat zonder overleg met de consument geen kosten mochten worden gemaakt omdat gedacht werd aan verkoop van de auto. De ondernemer heeft omtrent het euvel aan de airconditioning laten weten dat er geen sprake was van garantie omdat het om een ander defect ging dan de eerste maal. De herstelkosten werden geraamd op € 650,–. Ondanks dat uitdrukkelijk is medegedeeld dat geen kosten gemaakt mochten worden is € 134,86 in rekening gebracht wegens onderzoek. De ondernemer is niet duidelijk geweest in zijn communicatie, aldus de consument. Ter zitting heeft de consument haar standpunt gehandhaafd. De consument verlangt vaststelling dat de kosten niet verschuldigd zijn. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt dat er onderzoekskosten zijn gemaakt die betaald dienen te worden. Dit is vooraf kenbaar gemaakt, aldus de ondernemer. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog toegelicht dat de consument niet akkoord ging met volledig herstel van de airconditioning. Wij mochten het niet repareren, aldus de ondernemer. De ondernemer weet niet of er vooraf met medewerkers is gesproken over eventuele kosten voor onderzoek, omdat hij daar niet bij is geweest. Medewerkers hebben hem niet uitgelegd dat er is gezegd dat er geen kosten mochten worden gemaakt. Om te kunnen beoordelen wat de oorzaak is van het defect – en om te kunnen beoordelen of herstel wel of niet op basis van garantie zou moeten plaatsvinden – is onderzoek nodig. De speling bij en de werking van de koppeling van de airconditioning (aandrijving) is gecontroleerd en het systeem is afgeperst. Gebleken is dat het euvel niets met de eerste reparatie te maken had, aldus de ondernemer. Er is ongeveer twee uur aan de auto gewerkt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Vast staat dat de consument geen opdracht wenste te geven voor het herstel van de airconditioning, voor zover dit niet op basis van garantie zou plaatsvinden. De ondernemer heeft immers uiteengezet dat zij niet mochten repareren. De consument heeft verder aangevoerd dat zij vooraf duidelijk te kennen heeft gegeven dat er in het geheel geen kosten mochten worden gemaakt als het niet onder de garantie zou vallen. De ondernemer heeft in zijn schriftelijke reactie weliswaar aangegeven dat vooraf duidelijk is gemaakt dat kosten zouden ontstaan, doch niet duidelijk is door welke medewerker en op welke wijze een en ander op onmiskenbare wijze aan de consument is uitgelegd. Nu op zichzelf vast staat dat de consument – om haar moverende redenen – geen reparatiekosten wenste te maken, had op de weg gelegen van de ondernemer, als deskundige partij, om vooraf duidelijk te maken dat zonder onderzoekskosten geen adequaat standpunt kon worden ingenomen omtrent de wel of niet bestaande garantie. De consument hoeft immers niet – zonder meer – te verwachten dat er onderzoekskosten zullen ontstaan als een beroep op garantie wordt gedaan. De thans bestaande onduidelijkheid omtrent de vraag of vooraf wel of niet is gesproken over onderzoekskosten, dient dan ook voor risico van de ondernemer te komen. De klacht is derhalve gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer dient aan de consument een creditfactuur te sturen van € 134,26. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag verrekend, zodanig dat het bedrag van € 134,26 aan de consument wordt terugbetaald. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 16 februari 2007.