Commissie: Energie
Categorie: Betaling
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
93689
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de energieafrekening over de periode 27 januari 2014 tot 4 februari 2015.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft zijn klacht op 25 februari 2015 aan de ondernemer kenbaar gemaakt. De ondernemer heeft sinds 2 september 2013 de meterstanden van teller 1 en 2 omgedraaid, zodat er geen eerlijke berekening is gemaakt sinds 2013. De consument heeft meerdere malen telefonisch contact met de ondernemer opgenomen maar men wil één en ander niet aanpassen omdat hun berekening juist zou zijn. De consument heeft altijd zijn rekeningen betaald, behalve de betwiste factuur van € 1.831,28 van 21 februari 2015. Het daarop vermelde verbruik van 10.928 Kwh in de periode van 27 januari 2014 tot 4 februari 2015 is onmogelijk. De consument heeft het verbruik zelf bijgehouden en bovendien dat verbruik zelf sterk verminderd door aanzienlijk minder elektrische apparaten te gebruiken. De consument heeft voor de genoemde factuur een betalingsregeling gesloten maar wil eerst van de commissie weten wat haar oordeel over zijn klacht is.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer erkent dat het geschil de jaarafrekening betreft van 21 februari 2015 ten bedrage van € 1.831,28. De ondernemer wijst er op dat mogelijk eerder standen voor het hoog tarief respectievelijk laag tarief verkeerd zijn opgegeven dan wel zijn omgewisseld maar dat indien één en ander correct zou hebben plaatsgevonden, dit tot een hogere bijbetaling zou leiden. Er zijn met de consument diverse betalingsregelingen getroffen maar deze zijn niet door de consument nagekomen en daardoor ook vervallen. De laatste regeling had betrekking op een bedrag van € 864,– (9 termijnen van € 96,–), en daarnaast is aan de consument een vergoeding is toegekend van € 232,60 voor de door de consument ondervonden problemen. Bovendien is na een herberekening van het verbruik over de laatste 4,5 jaar een bedrag kwijtgescholden van € 648,51.
De conclusie is dat de jaarafrekening van 14 maart 2015 correct is en dat het werkelijk geleverde gebruik op de factuur ook in rekening is gebracht. De consument heeft geen recht op (gedeeltelijke) kwijtschelding van het restantbedrag en er is ook geen reden om de consument meer of anderszins tegemoet te komen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft de commissie niet kunnen overtuigen van de juistheid van zijn standpunt dat het door hem betwiste factuurbedrag ten onrechte bij hem in rekening is gebracht.
De ondernemer heeft er juist terecht op gewezen dat indien de aanvankelijk verkeerd verwerkte standen juist zouden worden verwerkt dit nadeliger voor de consument zou uitpakken.
Voorts heeft de consument zekerheidshalve een berekening uitgevoerd over de periode van 3 september 2012 tot 4 februari 2015, die heeft geleid tot een kwijtschelding van € 648,51.
Daarnaast is de consument een niet verplichte extra tegemoetkoming toegekend van een bedrag van € 232,60.
De ondernemer is de consument daarmee geheel onverplicht in aanzienlijke mate tegemoet gekomen.
Reeds daarom komt de commissie tot de conclusie dat de klacht ongegrond is en het verlangde dient te worden afgewezen.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie op 15 juni 2015.