Consument heeft informatie over fundering aan ondernemer onthouden (heipalen)

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Klussenbedrijven    Categorie: Informatie    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: KLU08-0028

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een in 2001 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het realiseren van een aanbouw tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van Hfl. 36.400,– (€ 16.517,59). De overeenkomst is uitgevoerd in of omstreeks maart 2001.   De consument heeft herhaalde malende klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer is vergeten heipalen aan te brengen onder de uitbouw. Daarom is nu sprake van verzakking van de aanbouw wat zichtbaar wordt in de vorm van scheuren in de binnenmuren van de aanbouw en scheuren in het plafond en in de buitenmuur. Ook breken er pannen. Naar aanleiding van het rapport van de deskundige wil ik opmerken dat het niet gaat lukken om het probleem te herstellen voor € 1.400,–. [Een andere bouwonderneming} heeft becijferd dat daarvoor € 8.081,17 is vereist. Ik vraag dan ook een tweede rapport op te maken over de kosten.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Dezelfde aanbouw is destijds gerealiseerd bij mijn buurman. Ik heb van hem een (gratis) kopie van de bouwtekening gekregen en ben vervolgens met de ondernemer overeengekomen dat dezelfde aanbouw bij mij wordt gebouwd. Het klopt dat van die tekening geen kopie in dit geding is gebracht. Die tekening is destijds door een architect gemaakt in opdracht van mijn buurman. Juist is dat op die tekening stond vermeld dat het een fundament betrof van “beton op staal”. Bij mijn buurman is net als bij mij, ook een dergelijk fundament van gewapend beton gehanteerd. Mijn buurman heeft nauwelijks tot geen last van verzakking. Ik dus wel.   Bij mij is het de buitenmuur die verzakt. Ik verwijt de ondernemer dat hij mij destijds niet heeft gewezen op de risico’s van verzakking en dus op de noodzaak van het aanbrengen van heipalen onder het fundament van de aanbouw. Hij heeft gewoon de bouwtekening uitgevoerd. Dit terwijl het fundament van mijn huis en de daarbij behorende schuur steunen op lange heipalen. Ik heb destijds bij de bouw van mijn woning nog gezien dat die heipalen zijn aangebracht. Ik heb me toen nog verbaast over de lengte daarvan.   De consument verlangt dat – door of voor rekening van de ondernemer – alsnog heiwerk en daarna herstel wordt uitgevoerd.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De aanbouw is omstreeks zes jaren geleden conform tekening uitgevoerd. Het aanbrengen van heipalen is niet afgesproken. De aanbouw staat op een gestorte funderingsbalk (ringbalk). Bij de aanhechting van oud naar nieuw vertoont zich een scheur van omstreeks drie tot vier mm.   Het aanbrengen van heipalen was destijds helemaal niet noodzakelijk. Dat had de gemeente toen ook moeten aanvoeren bij de beoordeling van de bouwvergunning.   Voor rekening van de ondernemer heeft [de deskundige] [een bouwkundig adviesbureau] over dit probleem schriftelijk gerapporteerd. Ik verwijs naar diens rapport dat in het geding is gebracht. Hij heeft geconcludeerd dat op tekening een betonfundering op staal staat vermeld van 300 mm breed en op een diepte van 760 mm onder het maaiveld. In de legenda van de tekening staat geen architect vermeld en een bestek was helaas niet aanwezig. Fouten in de bouwtekening moeten voor rekening en verantwoordelijkheid van de consument blijven. Van de deskundige van de commissie kreeg ik te horen dat het verstandig zou zijn niet aanwezig te zijn bij diens bezoek ter plaatse. Dat is voor mij de reden geweest om daarbij niet aanwezig te zijn.   Ter zitting is door de ondernemer aangevoerd dat hij blijft bij zijn standpunt. Hij had er destijds geen weet van dat ter plaatse was geheid. Bovendien wist de consument van de hoed en de rand en lag het (dus) op diens weg om de ondernemer hiervoor te waarschuwen. Over heien is toen namelijk helemaal niet gesproken. De aanbouw is deugdelijk gebouwd conform de aanbouw bij de buren, waar geen verzakkingsproblemen zijn. Ook daaruit volgt dat (het fundament) van de aanbouw op zich klopt.   Het is de ondernemer geweest die heeft gemeend dit geschil bij de commissie aanhangig te maken.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Alleen de consument was aanwezig bij mijn bezoek ter plaatse. De ondernemer heeft aangegeven niet bij het deskundigenonderzoek aanwezig te willen zijn. De scheuren zijn de oorzaak van een verzakking. Maar of de aanbouw nog verder verzakt zou ik niet durven zeggen. Dat zou na reparatie van de scheuren moeten blijken. Na herstel van de scheuren zou het na een jaar opnieuw moeten worden bekeken. De omvang van de geconstateerde gebreken is op zich ernstig te noemen.   Herstel is technisch mogelijk, en wel als volgt: de scheuren goed diep uithakken, wapenen met band, dichtsmeren en de muren en plafond in zijn geheel opnieuw laten spuiten. De voegen van de buitenmuur uithakken en opnieuw voegen. De herstelkosten hiervan zijn bij benadering: Materiaal en arbeidsloon: € 1.200,– 19% BTW: € 228,– Totaal: € 1.428,–   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Duidelijk is dat partijen destijds zijn overeengekomen dat de ondernemer deze aanbouw heeft te realiseren op basis van de door de consument aangereikte bouwtekening. Daarop is ook de overeengekomen prijs gebaseerd. Aldus zijn partijen overeengekomen dat de aanbouw (net als bij de buurman van de consument) werd geplaatst op een fundament van gewapend beton (“beton op staal”).   De consument verwijt de ondernemer dat deze destijds bij het maken van de afspraken en bij de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden, niet heeft gewezen op het feit dat het fundament – zoals daarvan blijkt uit de bouwtekening – niet steunt op heipalen, en dat het risico van verzakking met zich meebrengt. Of anders gezegd: de ondernemer heeft naar zeggen van de consument niet voldaan aan de (in de hier relevante algemene voorwaarden verwoorde) verplichting van de ondernemer om de consument (tijdig) te waarschuwen voor onvolkomenheden/onjuistheden in de verlangde constructie/bouw.   Schending van die verplichting kan onder omstandigheden er toe leiden dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de ondernemer, wat een basis kan zijn voor – onder meer – toekenning van schadevergoeding.   De commissie is echter van oordeel dat dit verwijt van de consument aan het adres van de ondernemer niet terecht is gemaakt. Dit oordeel behoeft de volgende toelichting.   Naar eigen zeggen van de consument was hij er namelijk mee op de hoogte dat het fundament van diens (nieuwbouw) woning steunde op heipalen. Hij heeft gezien dat die zijn aangebracht, ook ten behoeve van de schuur. Op de door de consument aangereikte bouwtekening staat – naar de commissie begrijpt – nergens vermeld dat het fundament (de ringbalk) moet steunen op geheide palen. Zulks moet ook kenbaar zijn geweest voor de consument. Het is kennelijk die tekening geweest op basis waarvan de consument de benodigde bouwvergunning heeft verkregen.   In deze situatie had het naar het oordeel van de commissie op de weg van de consument gelegen, om de ondernemer – minst genomen – de vraag voor te leggen of heipalen waren vereist. Of iets anders gezegd: op de consument rustte toen in redelijkheid de verplichting om in elk geval mededeling te doen aan de ondernemer van diens wetenschap dat ten behoeve van zowel de woning als de daarbij behorende schuur heipalen waren aangebracht, zodat de ondernemer met die informatie in elk geval aan het denken was gezet over de noodzaak daarvan voor deze uitbouw. Door aldus zonder enig nader onderzoek gebruik te (laten) maken van de van de buurman afkomstige bouwtekening, heeft de consument naar het oordeel van de commissie bovendien welbewust het risico aanvaard van eventuele fouten in de bouwwijze.   Vaststaat echter dat de consument de ondernemer geen deelgenoot heeft gemaakt van zijn “voorkennis”. Hij heeft die voor zich gehouden en heeft doelbewust aangestuurd op een aannemingsovereenkomst op basis van de tekening, zonder de zekerheid van een geheide ondergrond. Dit met het voor de consument toen gunstige resultaat dat deze uitbouw voor (veel) minder kosten kon worden gerealiseerd.   Gesteld noch gebleken is dat de ondernemer zelf ten tijde van het maken van de afspraak met de consument en ten tijde van de uitvoering van deze werkzaamheden, “voorkennis” had over de “slappe ondergrond” ter plaatse.   Ook de wijze waarop volgens de tekening het fundament moest worden gemaakt en benut, had geen vraagtekens bij de ondernemer moeten opwerpen. Het betreft hier een normaal te duiden fundament dat als gegoten ringbalk in behoorlijke mate tegemoet komt aan verzakkingsrisico’s. Daarover had de ondernemer als zodanig geen op- of aanmerkingen hoeven te maken.   De slotsom luidt dan ook niet is komen vast te staan dat de ondernemer hier een verwijt kan worden gemaakt. Het risico van deze verzakking kan de consument dan ook niet afwentelen op de ondernemer.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de consument een bedrag van € 50,– te vergoeden aan de ondernemer ter zake van het klachtengeld.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussen- en Vloerenbedrijven op 29 augustus 2008.