Consument heeft kosten moeten maken door onjuiste voorstelling van zaken door ondenremer

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Kosten    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 94538

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit het feit dat de in maart 2015 door de ondernemer aan de consument voor de prijs van € 1.295,– geleverde houtkloofmachine niet zoals geadverteerd was voorzien van een Briggs & Stratton Viertakt motor 8 pk, maar van een motor van Chinese makelij.

De consument heeft op 4 maart 2015 de klacht per e-mail voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

In de online omschrijving stond vermeld dat de houtkloofmachine was voorzien van een Briggs & Stratton Viertakt motor 8 pk. De door de ondernemer genoemde prijs voor dit product was, vergeleken met de prijs die andere aanbieders rekenen, de beste en daarom heeft de consument bij de ondernemer besteld.

De consument wil primair nakoming; hij wil geleverd krijgen hetgeen hij conform de online beschrijving mocht verwachten. Subsidiair wil hij dat de ondernemer het geleverde terugneemt en de door de consument gemaakte kosten vergoedt.

Ter zitting heeft de consument desgevraagd toegelicht hoe de door hem opgevoerde kosten zijn opgebouwd.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De bestelde machine was kennelijk niet naar de zin van de consument. Hem is toen te kennen gegeven dat hij de machine aan de ondernemer kon retourneren. De ondernemer kan zich niet vinden in de eis van de consument dat hij diens kosten zou moeten vergoeden.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De door de consument overlegde tekst van het productaanbod van de ondernemer dat hij door zijn online-bestelling heeft geaccepteerd maakt er uitdrukkelijk melding van dat van het apparaat een Briggs & Stratton motor deel uitmaakt. Naar de stelling van de consument was dit bij de bij hem afgeleverde machine niet het geval en dit is door de ondernemer niet weersproken. Er zal dan ook van de feitelijke juistheid van deze lezing worden uitgegaan. Hiermee beantwoordt het geleverde niet aan de gesloten overeenkomst.

De consument vraagt primair nakoming van het overeengekomene. Uit de summiere reactie van de ondernemer moet worden afgeleid dat zulke nakoming van hem niet valt te verwachten, zo al niet omdat hij het geadverteerde niet kan leveren, dan toch in elk geval omdat hij hiertoe elke bereidheid mist. Desgevraagd heeft de consument aangegeven dat het hem erom gaat dat hij met een machine zit die hij niet wil hebben en schade heeft geleden die hij vergoed wil zien. De commissie verstaat dit aldus dat de consument zijn primaire vordering tot nakoming laat varen en thans ongedaanmaking en schadeloosstelling verlangt.

Iedere tekortkoming in de nakoming geeft de wederpartij het recht de overeenkomst te ontbinden, tenzij de bijzondere aard of de geringe omvang van de tekortkoming zulks niet rechtvaardigt. De ondernemer heeft zich niet op zo een uitzonderingssituatie beroepen en dat hiervan sprake zou zijn is de commissie ook anderszins niet gebleken.

De overeenkomst zal dus worden ontbonden, ten gevolge waarvan partijen over en weer tot ongedaanmaking zijn gehouden, hetgeen betekent dat de consument het geleverde teruggeeft en dat de ondernemer de koopsom terugbetaalt.

De consument heeft aanvullende schadevergoeding gevorderd, stellende dat hij kosten heeft moeten maken die moeten worden gezien als een gevolg van de tekortkoming van de ondernemer en die dus voor rekening van laatstgenoemde moeten komen. De ondernemer heeft zich hiertegen verzet.

De commissie oordeelt dat genoegzaam is gebleken dat de consument de bestelling niet zou hebben gedaan als hij had geweten dat de machine niet was uitgevoerd met de bewuste motor. Het transport naar de consument en vice versa had dan nooit plaatsgevonden. De transportkosten zijn dan ook een gevolg van de onjuiste vermelding door de ondernemer van de producteigenschappen op internet, en moeten voor diens rekening als tekortkomende partij komen.

De kosten van assemblage, brandstof en smeermiddelen heeft de consument ter zitting nader toegelicht. De geleverde motor was niet voorzien van een merk of tekst waaruit direct viel af te leiden dat het om een product van een andere fabrikant dan Briggs & Stratton ging. Hij was wel uitgevoerd in de kleuren die Briggs & Stratton voert. Aanvankelijk was de consument zich er dan ook niet van bewust dat het geleverde niet conform zijn bestelling was. Pas later, toen hem bleek dat zich bij de machine geen instructieboekje bevond, en hij aan de hand van serienummers op de motor online was gaan zoeken, bleek hem dat het om een motor van Chinese makelij ging. Toen was de machine echter al in elkaar gezet, doorgesmeerd en van brandstof voorzien om ermee proef te kunnen draaien. De ondernemer heeft, door niet te verschijnen op de zitting, de kans om deze lezing van de consument te weerspreken voorbij laten gaan. Er zal dan ook worden uitgegaan van de juistheid van dit relaas van de consument.

De commissie overweegt dat het aanvankelijke dwalen van de consument over de conformiteit van het geleverde voor rekening moet komen van de ondernemer. Door te adverteren zoals hij heeft gedaan, een product te leveren dat niet aanstonds als nonconform te identificeren was maar wel op het eerste gezicht de uiterlijke kenmerken vertoonde van het bestelde, zonder te wijzen op de afwijking die het geleverde betekende van het bestelde en zelfs zonder maar een instructieboekje bij te leveren waaruit de consument zelf had kunnen afleiden dat dit niet de door hem gewenste motor was, heeft hij een situatie gecreëerd waarin het de consument niet kan worden verweten dat hij niet eerder tot de conclusie is gekomen dat het geleverde niet aan de overeenkomst beantwoordde. De tussentijds door hem gemaakte kosten voor het in bedrijf nemen van de machine, in de waan dat het om het bestelde ging, moeten dan ook voor rekening en risico van de ondernemer komen. Voldoende staat immers vast dat deze kosten niet zouden zijn gemaakt indien de consument van de juiste stand van zaken op de hoogte zou zijn geweest. Tegen de (hoogte van de) kostenposten op zich heeft de ondernemer geen bezwaar gemaakt, zodat de consument zal worden gevolgd in diens opgave hiervan.

De klacht is dan ook gegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie bepaalt dat de ondernemer binnen vier weken na verzending van deze uitspraak, op eigen kosten, de geleverde machine van de consument moet terugnemen onder terugbetaling aan de consument van het door deze betaalde bedrag van € 1.385,– (inclusief transport) en onder vergoeding aan deze van de door deze nodeloos gemaakte kosten ad € 170,–.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 27,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Voorts is de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie gehouden tot voldoening aan de commissie van een bedrag van € 300,– uit hoofde van behandelingskosten.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 27 mei 2015.