Consument heeft niet te laat geklaagd over lekkage

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Klussenbedrijven    Categorie: Klacht    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 53379

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op september 2005 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het renoveren van de badkamer tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 17.600,–. In april 2010 heeft de ondernemer op verzoek van de consument een douchebak geplaatst.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Al sinds een jaar na de oplevering van de badkamer is er regelmatig lekkage in de keuken die zich onder de badkamer bevindt. Het huidige probleem is ontstaan na plaatsing van de douchebak. De afdekdop die onder de houten vloerplaat ligt, is vermoedelijk niet goed afgemonteerd. Deze dop had op vier plaatsen geschroefd moeten worden en is er gewoon op gedrukt. Toen het weer begon te lekken heeft hij de dop afgekit maar het bleef lekken. Dit kan ook met de kitranden rondom de douchebak te maken hebben. De douchebak is tegen de muur geplaatst, terwijl wij hadden voorgesteld of het niet beter zou zijn de douchebak iets in de muur te plaatsen. De ondernemer verzekerde ons dat dit niet nodig was.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De douchebak was bedoeld als een oplossing voor de lekkages. De herstelwerkzaamheden zijn in overleg met het secretariaat van de commissie uitgevoerd in februari 2011. Hierbij is de douchebak anders geïnstalleerd, namelijk in de muur in plaats van tegen de muur. Na deze herstelwerkzaamheden is er geen lekkage meer geweest. De kosten van de herstelwerkzaamheden bedragen € 2.850,95.   De consument verlangt dat een deskundige vast stelt wie er aansprakelijk is voor de lekkageproblemen, alsmede dat de ondernemer de onderzoeks- en herstelkosten zal vergoeden.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Het oorspronkelijke werk is uitgevoerd in 2005, terwijl de eerste melding van lekkage dateert van 2009. Gezien het tijdsverloop en de aard van de klachten kan de oorspronkelijke opdracht niet voor behandeling in aanmerking komen. Bovendien is de garantie één jaar, zodat duidelijk is dat de klachten niet onder de garantie vallen. De ondernemer ontkent dat hij meerdere keren al kort na de oplevering langs is geweest voor lekkages. Eenmaal heeft hij, kort na de oplevering, op verzoek van de consument, een kitnaad opnieuw gedicht. Daarna is niets meer van de consument vernomen tot de email van 4 oktober 2009. Na deze email heeft de ondernemer geconstateerd dat de badkamer niet voldoende werd geventileerd en schoongehouden. Op aangegeven van de consument heeft de ondernemer een [andere] douchebak geleverd en kosteloos geïnstalleerd. De installatie heeft plaatsgevonden conform de voorschriften. Het is niet juist dat de lekkages veroorzaakt zijn door een gescheurde kitrand zoals door de ondernemer aangegeven.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het is gebruikelijk om een douchebak tegen de tegels te plaatsen in plaats van in de tegels. Dat is technisch ook zeer goed uitvoerbaar. De oorzaak van de lekkage was een gescheurde kitrand in de hoek van de douche.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat de ondernemer de badkamer van de consument in 2005 heeft gerenoveerd.   Nu dit niet door de ondernemer is weersproken, is tevens aannemelijk dat er regelmatig lekkage (doorlopend vocht) is geweest in de keuken welke zich onder de badkamer bevindt. Vast staat tevens dat de ondernemer kort na de oplevering een kitnaad opnieuw heeft gedicht. Aannemelijk is dat dit is gedaan vanwege een lekkage. Een gerenoveerde badkamer behoort niet al na een jaar lekkage te veroorzaken. Dat de lekkages het gevolg zijn van onvoldoende onderhoud en ventilatie is niet gebleken en in de ogen van de commissie ook weinig aannemelijk. Op grond van het vorenstaande kan de ondernemer zich in redelijkheid er niet op beroepen dat de consument de klacht te laat heeft gemeld. De ondernemer heeft naar eigen zeggen reeds kort na de oplevering herstelwerkzaamheden uitgevoerd en was dus op de hoogte van de problematiek, althans had hier op de hoogte van kunnen c.q. moeten zijn. Hoewel de commissie de exacte oorzaak van de lekkages niet heeft kunnen achterhalen, kan het niet anders zijn dan dat dit samenhangt met de wijze waarop de badkamer is gerenoveerd. Een andere oorzaak is in ieder geval niet gebleken. Dit valt de ondernemer aan te rekenen. Hij dient de hierdoor veroorzaakte schade aan de consument te vergoeden.   Het is voor de commissie niet meer na te gaan of de ondernemer de douchebak deugdelijk heeft geïnstalleerd. Het plaatsen van de douchebak tegen de tegels is technisch echter zeer goed mogelijk, zodat alleen hierin niet een tekortschieten van de ondernemer kan zijn gelegen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   De ondernemer dient derhalve de schade te vergoeden die de consument daadwerkelijk heeft geleden en voor zover deze redelijk is. De kosten van de second opinion van € 50,– komen niet voor vergoeding in aanmerking, nu dit geen noodzakelijke kosten zijn ter oplossing of beslechting van het geschil. De kosten van de douchebak komen ook niet voor vergoeding in aanmerking, omdat dit een door de consument zelf gekozen alternatief was en de consument vergoeding van kosten ook niet voorafgaand aan de levering en plaatsing van de douchebak heeft bedongen. Het begrote arbeidsloon komt ook niet voor vergoeding in aanmerking, omdat onvoldoende gebleken is dat de echtgenoot van de consument daadwerkelijk inkomensschade heeft geleden en bovendien het aantal begrote uren niet aannemelijk is gemaakt. Derhalve ligt voor toewijzing gereed € 388,07.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 388,07. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 350,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Klussen- en Vloerenbedrijven op 10 mei 2011.