Consument heeft onvoldoende aangetoond dat bedwantsen al aanwezig waren

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 183813/186514

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument heeft een verblijf op een camping geboekt bij ondernemer. In de eerste drie nachten op de camping zijn de consument en haar partner gebeten door bedwantsen. Contact met de eigenaar van de camping heeft niet geleid tot een passen oplossing. De consument is op voorstel van de ondernemer verhuist naar een andere camping. Volgens de consument is de situatie niet goed opgelost door de ondernemer. De ondernemer betwist dat hij aansprakelijk is voor de schade. Daarnaast stelt de ondernemer voldoende moeite te hebben gedaan om de klacht op te lossen. De commissie oordeelt dat de consument onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de bedwantsen al aanwezig waren toen zij op de camping kwamen. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft overlast en schade als gevolg van een verblijf op de geboekte accommodatie.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft bij de ondernemer een caravan geboekt op een camping in Frankrijk voor de periode van 18 juli 2022 tot en met 8 augustus 2022. Op weg naar de camping heeft de consument elders overnacht.
In de eerste drie nachten op de camping zijn de consument en haar partner gebeten door bedwantsen. Een van de kinderen had veel bulten en toen een van de andere kinderen in het bed van de consument kwam liggen werd ook die gebeten.

Na de derde nacht heeft de consument contact gezocht met de eigenaar van de camping en die stelde alleen een matraswissel voor terwijl uit advies van de GGD/RIVM blijkt dat alles gereinigd moet worden of anders vernietigd. Om 10 uur in de ochtend heeft de consument met de ondernemer contact opgenomen en pas om 15.55 uur kwam het voorstel voor een andere camping.

Die andere camping was niet beschikbaar tot het einde van de vakantie; de vakantie zou met drie dagen ingekort moeten worden en de consument zou ook nog een nacht op een andere camping moeten verblijven op anderhalf uur reizen van de oorspronkelijke camping. In alle haast heeft de consument de spullen in vuilniszakken ingepakt, wassen gedraaid en trolleys en een stoffen reistas achtergelaten, omdat die niet gereinigd konden worden.

Het aanbod heeft de consument geaccepteerd onder de voorwaarden dat er op beide campings bedlinnen en handdoeken aanwezig zouden zijn, er een oplossing moest komen voor de schoonmaak, er een vergoeding zou komen voor de opgelopen schade en de drie dagen waarmee de vakantie zou worden ingekort.

Op de volgende camping waren er bij aankomst geen bedlinnen en handdoeken beschikbaar en er was geen gelegenheid om nog te eten. De volgende dag kreeg de consument te horen dat zij eerder moesten vertrekken van de camping dan afgesproken, omdat de caravan grondig moest worden gereinigd in verband met de mogelijke aanwezigheid van bedwantsen. Op de volgende camping aangekomen bleek dat de consument daar bedwantsen mee naar toe had genomen, omdat zij ook daar werd gebeten. De consument is toegezegd dat de kosten van bedlinnen, handdoeken en lokale belasting zouden worden vergoed.

De ondernemer heeft de consument geen passend alternatief geboden en heeft op enig moment € 553,80 aangeboden met de mededeling dat de consument een ander alternatief kon zoeken. Toen de consument liet weten niet voor minder dan € 801,– ergens terecht te kunnen, kwam het bericht dat de ondernemer dat wel wilde vergoeden maar dan tegen finale kwijting. De consument heeft dat aanbod niet geaccepteerd. In totaal heeft de consument voor een bedrag van € 2.075,– schade geleden en verzoekt toewijzing van die schade verhoogd met procedurekosten en de wettelijke rente.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument stelt dat er bij aankomst al bedwantsen aanwezig waren in de caravan, maar de ondernemer betwist die stelling. De ondernemer meent dan ook, dat de consument zal moeten bewijzen dat dat het geval is geweest. Het enkele feit dat de consument daar gebeten is, is onvoldoende. Niet kan worden uitgesloten dat de consument die zelf heeft meegenomen.

De caravans ter plaatse worden grondig schoongemaakt voordat er nieuwe reizigers aankomen, na ieder verblijf worden die grondig geïnspecteerd en van eerder reizigers zijn over de bedoelde caravan nooit klachten binnengekomen. Ook tijdens de schoonmaak voorafgaand aan het verblijf van de consument zijn er geen bijzonderheden aan het licht gekomen. Van een toerekenbare tekortkoming door de ondernemer is in deze dan ook geen sprake en daarom is hij ook niet gehouden de gevorderde schadevergoeding te betalen.

Desondanks heeft de ondernemer alles in het werk gesteld om de klacht van de consument op een passende wijze op te lossen. Hoewel het uitermate lastig was om in het hoogseizoen een andere camping voor vijf personen te vinden, heeft de ondernemer kosten noch moeite gespaard om een alternatief te vinden. De kosten die gemaakt zijn voor de huur van bedlinnen, handdoeken, een campingbed en lokale belastingen zijn vergoed.

Ondanks het feit dat de ondernemer van menig is dat hem in deze niets te verwijten is, heeft hij de consument aangeboden om het bedrag dat is betaald voor de gemiste overnachtingen te restitueren.
Het gaat om een bedrag van € 555,83.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie wil aannemen dat de consument in de geboekte caravan last heeft gehad van ongedierte. Daarover lijkt ook geen verschil van mening tussen partijen te bestaan, maar de vraag die partijen verdeeld houdt, is of het ongedierte daar al aanwezig was voordat de consument daar haar intrek nam. De consument gaat daarvanuit en de ondernemer meent dat daarvoor onvoldoende bewijs is aangedragen.

Ook de commissie is van oordeel dat de consument het gestelde onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.
Daarbij is van belang de mededeling van de ondernemer dat mensen, die voor de consument in die caravan hebben verbleven niet hebben geklaagd over de aanwezigheid van bedwantsen en er geen twijfels bestaan over de wijze waarop ook de caravan waarin de consument heeft verbleven, is gereinigd.

In het kader van dit geding is niet aan de orde vast te stellen waar het ongedierte dan wel vandaan is gekomen, maar met de ondernemer kan de commissie niet uitsluiten dat de consument het ongedierte op een andere locatie ongemerkt heeft opgedaan en mee heeft genomen naar de caravan die bij de ondernemer is geboekt.

In dat licht bezien kan de ondernemer in deze zaak geen verwijt worden gemaakt en heeft de ondernemer onder de gegeven omstandigheden gehandeld zoals van hem verwacht mag worden. Hij heeft zich ingezet om voor de consument een ongedierte vrij accommodatie te vinden en is daar op drie dagen na redelijk in geslaagd. Daarbij neemt de commissie in aanmerking dat niet kan worden uitgesloten dat de overlast van ongedierte die de consument heeft ondervonden, onbedoeld door eigen toedoen is ontstaan

De ondernemer heeft aangegeven dat de kosten die gemaakt zijn voor de huur van bedlinnen, handdoeken, een campingbed en lokale belastingen zijn vergoed. De commissie heeft geen reden om daaraan te twijfelen en gaat daar dan ook van uit.

De commissie acht alles afwegende dan ook dat het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan voor de vergoeding van drie dagen waarin de consument geen gebruik heeft kunnen maken van een accommodatie, onder de gegeven omstandigheden alleszins redelijk. Dat aanbod is gedaan op 22 juli 2022 en de consument heeft dit geschil aangebracht bij de commissie op 8 augustus 2022. De consument is naar het oordeel van de commissie ten onrechte niet op dat aanbod ingegaan.

Omdat het aanbod is gedaan voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is de klacht ingevolge het reglement van de commissie ook in die zin ongegrond. De commissie gaat ervan uit dat de ondernemer zal handelen overeenkomstig zijn aanbod.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod als daaraan nog niet is voldaan.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit mevrouw mr. I.E. de Vries, voorzitter, mevrouw drs. G.M. Locquet, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, op 7 december 2022.