
Commissie: Energie
Categorie: Schade
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
91778
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de schade aan thermomotoren van de vloerverwarming van de consument die volgens hem te wijten is aan een piekspanning in het elektriciteitsnet van de ondernemer.
De consument heeft de klacht op 8 december 2014 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De schade betreft 250 thermomotoren van vloerverwarmingen die defect zijn geraakt ter zake 36 woningen. Daarnaast zijn er meerdere andere elektrische apparaten defect gegaan waar een inventarisatielijst van wordt opgesteld. De schade kan volgens de consument uitsluitend veroorzaakt zijn door een spanningspiek op het netwerk. Dat is namelijk de enige gezamenlijke factor. Een vaststaand feit is dat alle huizen in de wijk van de consument, in totaal 36, te maken hebben gehad met kapotte thermomotoren. Het gaat daarbij om in totaal 250 thermomotoren, ongeveer de helft van het totale aantal. De datum van de spanningspiek is onmogelijk vast te stellen omdat het om vloerverwarming gaat die pas eind oktober, begin november 2014 echt is gaan werken omdat het voor die tijd nog niet echt koud was geweest. De spanningspiek moet in ieder geval voor 8 november 2014 zijn opgetreden omdat een bewoner reeds op 7 november 2014 had geconstateerd dat zijn vloer niet meer warm werd. De thermomotoren zijn geëxplodeerd, het harsreservoir is opengebarsten en daar is flink wat energie voor nodig geweest. De thermomotoren kunnen enkel door overspanning stuk zijn gegaan als die op het moment van de overspanning actief waren. Wij kunnen dus stellen dat er gedurende de spanningspiek circa 250 thermomotoren actief zijn geweest. Als op hetzelfde moment 250 thermomotoren niet meer werken of zeer zwaar beschadigd zijn waardoor zij niet meer volledig openen dan is dat voor ons een onomstotelijk bewijs dat er gedurende een bepaalde tijd een veel te hoge spanning op die motoren heeft gestaan. Een andere oorzaak is simpelweg niet mogelijk gezien de aantallen aangedane motoren en het feit dat ze allemaal in hetzelfde tijdsbestek kapot zijn gegaan. Het feit dat er vrij weinig andere apparatuur is gesneuveld kan te wijten zijn aan het feit dat de spanningspiek misschien ’s nachts is opgetreden wanneer er vrijwel geen andere apparaten worden gebruikt, terwijl de verwarming op dat moment op volle toeren draait. Wij vragen ons af of de ondernemer ook rekening heeft gehouden met de situatie waarin de fout bij het laatste verdeelstation is ontstaan. Bij dat verdeelstation heeft de ondernemer geen mogelijkheden om de spanning te monitoren, althans dit blijkt niet uit de stukken. De minimale levensduur van de thermomotoren is zo’n tien jaar en de aard van de schade (oververhitte waxreservoires) heeft helemaal niets te maken met een normale slijtage. De consument verwijst ook naar een door hem overgelegde verklaring/brief van een loodgietersbedrijf van 16 februari 2015 waarin onder meer staat vermeld dat de defecten die zich hebben voorgedaan niets van doen hebben met het einde van de levensduur van de motoren, maar volgens de loodgieter zijn veroorzaakt door overspanning.
Ter zitting is namens de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Alle bewoners hebben schade geleden aan de thermomotoren en andere apparatuur. Daarmee wordt gedoeld op televisies, drogers etc. Desgevraagd geef ik u aan dat daar geen lijst van is opgesteld die zich in dit dossier bevindt. Wij hebben alle bewoners gevraagd om hun schade te melden bij de ondernemer. Een exacte datum van de piekspanning die de schade heeft veroorzaakt kan door ons niet worden genoemd. Het gaat waarschijnlijk om enkele dagen voor 7 november 2014. De woningen zijn in 2009 opgeleverd en toen zijn de thermomotoren ook geplaatst. Zij zijn allemaal van dezelfde fabrikant. De thermomotoren zouden op zijn minst zo’n tien jaar mee moeten gaan. De fabrikant van de thermomotoren is nog niet bij ons langs geweest en is verder nog niet ingeschakeld. De thermomotoren zijn ongeveer op hetzelfde moment stuk gegaan. Verwezen wordt ook naar de verklaring van de installateur/loodgieter die de defecte thermomotoren heeft vervangen. De thermomotoren kosten ongeveer € 30,– per stuk en er zijn er ongeveer 20 per woning geplaatst. De schade is veroorzaakt door oververhitting en dus door een piekspanning.
De consument verlangt dat de ondernemer volledige aansprakelijkheid erkent voor de schade aan de thermomotoren en tot volledige schadevergoeding zal overgaan.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De klacht van de consument betreft zaakschade die volgens de consument veroorzaakt zou zijn door piekspanning in het elektriciteitsnet van de ondernemer. De klacht van de consument staat niet alleen, alle bewoners van het desbetreffende woonerf hebben een soortgelijke klacht jegens de ondernemer. Zij geven aan dat in de 36 woningen 250 thermomotoren deels defect zijn geraakt en dat men van mening is dat dit het gevolg is van piekspanning. Uit de eerdere correspondentie tussen partijen blijkt dat er het vermoeden bestaat dat de thermomotoren als gevolg van piekspanning zijn stuk gegaan. Immers, het enige vaststaande feit dat klagers aanreiken is dat een groot aantal thermomotoren defect is. Enige feitelijke onderbouwing dat de apparaten defect zijn geraakt door piekspanning ontbreekt. Zelfs de schadedatum is onbekend, men is wel van mening dat die voor 8 november 2014 moet hebben gelegen. De ondernemer is evenwel niet bekend met de spanningsklachten in het desbetreffende gedeelte in de woonplaats van de consument. In de door de ondernemer overgelegde bijlage “netstoringsmeldingen” in de periode 11 december 2013 tot en met 8 november 2014 blijkt dat er sprake is geweest van één storing op 8 november 2014 en dat in de gehele voorafgaande periode de consument (en de bewoners van het woonerf) niet zijn getroffen door een storing in het net. De schade van 8 november 2014 betrof een storing waarbij 32.136 aansluitingen betrokken waren. Geen van die aangeslotenen hebben bij de ondernemer een melding gemaakt van ontstane schade naar aanleiding van de stroomstoring. Zoals de commissie al eerder heeft geoordeeld is het zo dat bij overspanning geen geïsoleerde, in relatie tot het totaal aantal getroffenen, schadegevallen ontstaan; meer apparaten en/of meer huishoudens worden dan getroffen. Indien de aansluitingen van de consument en de overige bewoners van het woonerf waren getroffen door piekspanning, waarvan elk bewijs ontbreekt, dan zouden er ook schadegevallen bekend moeten zijn vanuit de omliggende straten van het woonerf. Daar dit laatste niet het geval is, ziet de ondernemer geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de consument dan wel de overige bewoners van het woonerf zijn getroffen door een piekspanning. Daarnaast geldt dat indien de aansluitingen van de consument en de overige bewoners getroffen zouden zijn door een piekspanning, de beveiligingsschakelaars in de huisinstallaties waren aangesprongen; dit hadden zij moeten merken zodat daarmee ook de schadedatum direct bekend zou zijn geworden. Het staat ook niet vast dat de apparaten allemaal gelijktijdig zijn stuk gegaan. Het is volgens de ondernemer meer aannemelijk dat gedurende 2014 het einde van de levensduur van de apparaten is bereikt en dat het gevolg daarvan zich in de koudere maanden van 2014 heeft geopenbaard. De ondernemer is van mening dat de klacht is gebaseerd op onverifieerbare aannames en dat in dit geval niet van hem verwacht mag worden om aan te tonen wat de daadwerkelijke schadeoorzaak is geweest voor het defect raken van de apparaten. Er is geen enkel causaal verband aangetoond met een tekortkoming door de ondernemer.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Het causale verband is niet aangetoond. Als er daadwerkelijk een piekspanning zou zijn geweest dan had er veel meer schade moeten zijn geweest. Er is door de bewoners niet dan wel nauwelijks andere schade gemeld bij de ondernemer. Bij een piekspanning gaat er veel meer stuk en dat is niet het geval geweest. Wij hebben alle storingsmeldingen geregistreerd en daaruit blijkt niets. De door de consument overgelegde verklaring van de loodgieter is niet verder onderbouwd; die enkele verklaring zegt niets. Het gaat erom dat de oorzaak moet worden vastgesteld. De gestelde oververhitting hoeft ook helemaal niet veroorzaakt te zijn door een piekspanning. Het door de ondernemer overgelegde storingsoverzicht heeft ook betrekking op de plaats van het woonerf, dat wil zeggen indien en voor zover daar storingen zouden zijn opgetreden dan heeft de ondernemer daar zonder meer zicht op en weet van.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In deze zaak draait het om de door de consument gewenste aansprakelijkheiderkenning en volledige schadevergoeding door de ondernemer vanwege de door de consument geleden schade aan de thermomotoren van zijn vloerverwarming. De consument stelt zich op het standpunt dat die schade is veroorzaakt door een piekspanning in het netwerk van de ondernemer. Het bewijs dat sprake is geweest van een piekspanning en meer in het bijzonder dat die piekspanning in een oorzakelijk/causaal verband staat tot de door de consument geleden schade dient door de consument te worden geleverd. Daar is hij echter volgens de commissie niet in geslaagd. In het licht van de gemotiveerde betwisting door de ondernemer heeft de consument niet het bewijs bijgebracht dat sprake is geweest van een piekspanning, laat staan dat die beweerdelijke piekspanning in een direct oorzakelijk/causaal verband zou hebben gestaan tot de schade aan zijn thermomotoren. De verder nietszeggende en niet onderbouwde verklaring van de door hem geraadpleegde installateur/loodgieter is daartoe ontoereikend. Daarbij komt dat er geen concrete datum kan worden vermeld van de opgetreden piekspanning, dat er geen enkel bewijs is bijgebracht ter zake overige schade aan apparatuur (wat logisch zou zijn geweest bij een opgetreden piekspanning) en dat er ook geen enkele verklaring/toelichting c.q. onderbouwing is van de zijde van de fabrikant van de thermomotoren, die klaarblijkelijk – zoals ter zitting is aangegeven – nog niet eens is langs geweest en ingeschakeld. Het bewijs dat de schade hoe dan ook is ontstaan door een piekspanning in het netwerk van de ondernemer ontbreekt ten enenmale. Dat de consument en de overige bewoners de overtuiging hebben dat het aan een piekspanning te wijten moet zijn geweest en dat er volgens hen allerlei aanwijzingen zijn die daarop duiden (en die door de ondernemer worden betwist en waarvan verder bewijs niet is bijgebracht) is onvoldoende. Aldus kan de commissie niet met de vereiste redelijke mate van zekerheid vaststellen dat de schade aan de thermomotoren is veroorzaakt door een niet nader te preciseren en te concretiseren piekspanning aan de zijde van de ondernemer. Onder deze omstandigheden acht de commissie de ondernemer dan ook niet aansprakelijk voor de door de consument geleden schade zodat zijn klacht ongegrond wordt bevonden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de consument jegens de ondernemer ongegrond.
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie op 3 maart 2015.