Consument hoeft niet te accepteren dat elektrische auto niet (altijd) opgeladen kan worden

De Geschillencommissie




Commissie: Private Lease    Categorie: (non)conformiteit / Ontbinding overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 164141/169137

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Partijen hadden een private lease overeenkomt met elkaar gesloten. De consument klaagt over twee gebreken, welke hij kort na de levering van de elektrische auto ontdekte. Enerzijds haalde de auto de geadverteerde actieradius niet. Anderzijds had de auto meerdere problemen met opladen. De consument heeft de ondernemer in gebreke gesteld. De consument verlangt primair ontbinding van de overeenkomst en beroept zich erop dat de overeenkomst tot stand is gekomen door dwaling. De ondernemer beroept zich op de communicatie met de fabrikant van de auto. De fabrikant heeft aan de ondernemer aangegeven dat de auto geen gebreken vertoont. De door de commissie ingeschakelde deskundige rapporteert onder meer dat het opladen van de batterij niet optimaal verloopt. De commissie is het met de consument eens dat de tekortkoming, te weten het niet altijd kunnen opladen van de elektrische auto, de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. De klacht wordt daarom gegrond verklaard en de verlangde ontbinding wordt uitgesproken.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 16 augustus 2021 tussen partijen gesloten private leaseovereenkomst waarbij de ondernemer een auto van het merk Peugeot, type E-208, voor de duur van 60 maanden aan de consument ter beschikking heeft gesteld, waartegenover de consument gehouden is maandelijks een bedrag van € 524,95 inclusief BTW aan de ondernemer te voldoen.

De consument heeft de klacht op 28 december 2021 voorgelegd aan de ondernemer.

De overeenkomst is op 6 september 2021 uitgevoerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft de overeenkomst in augustus 2021 gesloten. Er is sprake van een volledig elektrische auto. De auto is op 6 september 2021 aan de consument ter beschikking gesteld.

Kort na de levering constateerde de consument een tweetal gebreken. Enerzijds werd de opgegeven WLTP-actieradius – bij lange na – niet gehaald. De consument kon slechts 150 kilometer rijden met een volle accu. Anderzijds bleek de autoproblemen te vertonen bij het opladen. De auto kon slechts laden tot 320 kilometer, terwijl de geadverteerde actieradius 350 kilometer bedraagt. Ook is de auto meerdere keren afgesleept omdat laden in het geheel niet mogelijk was. Het niet kunnen laden is bij verschillende laadpalen op verschillende locaties geconstateerd.

Over een en ander is veelvuldig contact geweest met de ondernemer en het bedrijf dat de auto had geleverd. Dat bedrijf stelde zich op het standpunt dat alles naar behoren functioneert omdat men niets kon vinden. De door de consument ervaren problemen zijn niet opgelost. Bij brief van 28 december 2021 heeft de consument de ondernemer formeel in gebreke gesteld. Op 18 januari 2022 liet de ondernemer weten dat het laadprobleem is opgelost en niet verder tot reparatie zal overgaan.

Daarop werd door de gemachtigde van de consument voorgesteld om een onafhankelijke expertise te laten uitvoeren. De ondernemer stelde voor de expertise door [VERZEKERINGSMAKELAAR] te laten verrichten, waarmee de consument akkoord ging.

Het rapport en de conclusie van [VERZEKERINGSMAKELAAR] is volstrekt duidelijk:

“Tijdens onze uitvoerige gemaakte proefritten zijn de geuite klachten over het soms niet kunnen laden van de accu van het voertuig tweemaal eveneens door ons ervaren.

Wij zijn van mening dat er aan het laadsysteem, in combinatie met de gekozen laadpaal, sprake is van een technisch gebrek. Door een uitgebreide diagnose zal de oorzaak van de klachten moeten worden onderzocht waarna een reparatievoorstel vastgesteld kan worden.”

[VERZEKERINGSMAKELAAR] heeft de klacht met betrekking tot de actieradius niet ervaren.

Hierna heeft de ondernemer buiten medeweten van de consument om nog enkele vragen aan [VERZEKERINGSMAKELAAR] gesteld. De vragen zijn de consument niet bekend, wel het antwoord van de expert:

“1. Het laadsysteem van de E-208 is gevoelig als er ook een andere auto (duo paal) gelijktijdig geladen wordt. Je krijgt dan bij twee auto’s laden een destabiliteit van het netwerk wat een negatieve invloed heeft op het laadsysteem van de auto.
2. Ook krijg je een onderbreking van het laadproces als je als eerste begint te laden en er een tweede auto later bijkomt. De software van de auto herkent dit onvoldoende. Dit is een gebrek van het voertuig.”

Aldus blijft [VERZEKERINGSMAKELAAR] erbij dat de auto gebrekkig is.

Hierna heeft de consument de ondernemer nogmaals in gebreke gesteld. Ook hieraan heeft de ondernemer niet voldaan.

De conclusie is dat de ondernemer in verzuim is en dat sprake is van een gebrek waardoor sprake is van een tekortkoming die de ontbinding van de overeenkomst op grond van artikel 6: 265 BW rechtvaardigt. Subsidiair is de overeenkomst tot stand gekomen onder invloed van dwaling. Als de ondernemer de laadproblemen bij de koop had gemeld, was de consument de overeenkomst niet aangegaan.

Ter zitting heeft de consument verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd. De consument kan niet thuis laden en is aangewezen op openbare laadpalen. Het is vreemd dat daarvoor een strategie bestaat. Dat heeft men niet gemeld bij het aangaan van de overeenkomst. De auto laadt soms in het geheel niet waardoor zij meerdere malen moest worden weggesleept. Met de door de ondernemer verstrekte leenauto heeft zij de problemen bij het laten niet ondervonden. Het is een gebrek van de auto niet van de laadpaal.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer blijft bij het standpunt van de importeur fabrikant. Ook na het rapport van [VERZEKERINGSMAKELAAR] met de importeur te hebben besproken.

De vertegenwoordiger van de fabrikant liet het volgende weten:

“Een destabiliteit van het netwerk kan niet de auto worden aangerekend.
De software van de auto herkent onvoldoende als er een 2e auto later bijkomt. Dit is geen gebrek van het voertuig, maar een bijkomstigheid van de gekozen strategie.
Naar mijn mening hoeft er aan dit voertuig niet verder gesleuteld te worden omdat het voertuig conform is aan de fabrieksspecificaties.”

Dit standpunt volgt de ondernemer. Ook volgt de ondernemer de technische kennis van de dealer die de auto heeft geleverd en die na onderzoek tot de conclusie komt dat de auto aan de daaraan te stellen eisen voldoet.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.

De ondernemer schaart zich achter het standpunt van de fabrikant. In het systeem is een bepaalde
veiligheid ingebouwd. Het probleem doet zich alleen voor bij duo laadpalen als er een 2e auto start met laden. Uit het rapport van de deskundige blijkt dat de oorzaak ligt bij de betreffende laadpalen en niet gelegen is in de software van de auto.

De software in de auto kan niet overweg met de software van de laadpaal. Het betreft met name een
type/merk laadpaal en dit type auto dat problemen geeft.

Deskundigenonderzoek
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapportage voor zover van belang het volgende vastgesteld.

Opgegeven klachtomschrijving
Consument geeft aan dat er een laadprobleem aan het voertuig aanwezig is en dat de laadproblemen in het geheel niet is opgelost en dat de auto van consument wederom hierdoor moest worden afgesleept. De auto zou daarna weliswaar weer door [autobedrijf] zijn onderzocht, maar wederom werd niks gevonden. Bovendien kan consument zich niet vinden in de (zeer) algemene reactie van [ondernemer] inzake de actieradius. Inmiddels heeft er een expertise van [Verzekeringsmakelaar] plaatsgevonden, welke met een vergelijkbare conclusie is gekomen.

Geef uw vaktechnisch oordeel over de klacht(en)
Consument geeft aan dat de actieradius niet gehaald kan worden en dat het voertuig te pas en te onpas niet, of onvoldoende oplaadt. Het voertuig is hiervoor bij een merkdealer geweest. Het voertuig is gecontroleerd door de merkdealer en deze heeft geen tekortkomingen mogen constateren. Opvallen was wel echter dat de leenauto, welke de dealer had ingezet tijden de diagnose van het bewuste voertuig, geen problemen had met het opladen. Wel was de actieradius niet te halen zoals vermeld de prospectus. De aanbieder is eigenaar van het voertuig en verhuurd deze door middel van een maandelijkse bijdrage te vragen (ZG: Private Lease). Het voertuig is gecontroleerd door [Verzekeringsmakelaar] welke dezelfde klachten heeft ondervonden van het onvoldoende opladen als de consument. Over de actieradius deed [Verzekeringsmakelaar] geen specifieke uitspraak in het onderzoek. Deskundige is van mening dat, wanneer alle feiten naast elkaar worden gelegd, het opladen van het batterijpakket van het voertuig niet optimaal verloopt. De merkdealer heeft, zoals deskundige kan vaststellen onvoldoende de klachten kunnen herstellen. De aanbieder in deze schuilt zich achter de conclusie van de merkdealer welke aangeeft dat het voertuig oké is. Voor de rest wijst de merkdealer richting de importeur bij verdere stappen. Deskundige is van mening dat, gezien de huidige situatie, welke onderbouwd zijn door de feiten die de consument regelmatig aantreft en zijn vastgesteld door de [Verzekeringsmakelaar] het voertuig niet in orde blijkt te zijn. In de beleving van deskundige lijkt de zogenaamde “onboard charger” het defect te veroorzaken.

De omvang van de klacht(en)
Opvallend

Is herstel of reparatie technisch mogelijk?
Ja

Welke technische oplossing(en) is (zijn) er mogelijk?
Als de aanbieder op zoek gaat naar een gespecialiseerd bedrijf welke bekend is met de laadstrategie van het voertuig kan worden vastgesteld waarom het voertuig af en toe niet wil laden. Of deze binnen de dealerorganisatie van het merk moet worden gezocht is niet aan deskundige om dat aan te geven. Ook zal het moeilijk worden de gemaakte kosten te declareren voor garantie.

Wat zullen de herstelkosten hiervan zijn (incl. BTW)?
Niet bekend er dient eerst een diagnose plaats te vinden.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In het onderhavige geschil klaagt de consument over de laadeigenschappen van de volledig elektrische auto die zij heeft geleased van de ondernemer.

De auto laadt niet steeds op nadat deze op een openbare laadpaal is aangesloten, zodat het voorkomt dat de auto niet oplaadt en met een lege accu moet worden afgesleept.

Naar de mening van de consument is sprake van een gebrek dat de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.

De ondernemer voert verweer.

De commissie volgt het standpunt van de consument.

De commissie stelt voorop dat nu partijen een gezamenlijke expertise zijn overeengekomen zij in beginsel aan de uitkomsten van de expertise zijn gebonden, tenzij sprake is van gegronde ernstige bezwaren tegen de betreffende rapportage. Daarvan is de commissie niet gebleken, zodat van de bevindingen van [VERZEKERINGSMAKELAAR], die ook worden onderschreven door de deskundige die de commissie heeft ingeschakeld, dienen te worden gevolgd.

Aldus dient in dit geschil als vaststaand te worden aangenomen dat sprake is van een gebrek. Dat mogelijk sprake is van een producteigenschap staat daaraan geenszins in de weg, nu niet elke producteigenschap door een consument dient te worden geaccepteerd.

De volgende door de commissie te beantwoorden vraag is of er voldoende gronden zijn om de overeenkomst te ontbinden zoals door de consument is verzocht. De commissie beantwoordt die vraag bevestigend. Naar haar oordeel is aan de vereisten voor de ontbinding van de overeenkomst voldaan.

De consument heeft de ondernemer bij herhaling zonder succes in gebreke gesteld. De ondernemer is dan ook in verzuim. De hoofdregel van artikel 6:265 BW houdt in dat iedere tekortkoming in de overeenkomst de wederpartij de bevoegdheid geeft de overeenkomst te ontbinden. Van een uitzondering op de hoofdregel is naar het oordeel van de commissie geen sprake. Het is een essentieel onderdeel van een elektrische auto dat het laadsysteem naar behoren functioneert en dat het systeem in staat is zonder mankeren op openbare laadpalen te laden. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Aldus is sprake van een gebrek waardoor de auto niet aan de daaraan te stellen eisen voor een normaal gebruik voldoet. Van omstandigheden aan de zijde van de ondernemer die tot een ander oordeel kunnen leiden is de commissie niet gebleken.

Van een tekortkoming van voldoende gewicht om de ontbinding te rechtvaardigen is naar het oordeel van de commissie dan ook onmiskenbaar sprake en zal zij de verlangde ontbinding uitspreken.

Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De tussen partijen gesloten private leaseovereenkomst van 16 augustus 2021 wordt per heden ontbonden.

De ontbinding leidt tot de volgende ongedaanmakingsverplichtingen:
– de consument dient de auto met alle daarbij behorende papieren en accessoires in te leveren bij de
ondernemer;
– de ondernemer vrijwaart de consument voor de auto;
– de ondernemer stelt een schriftelijke verklaring op dat de consument als gevolg van de ontbinding
van de overeenkomst en de inlevering van de auto geen verplichting meer heeft tot het betalen van
de leasetermijnen en daarmee aan haar verplichtingen jegens de ondernemer heeft voldaan;
– voor het geval de onderhavige overeenkomst is geregistreerd bij het BKR, maakt de ondernemer
maakt daarvan melding aan het BKR en draagt ervoor zorg dat de registratie van de overeenkomst
bij het BKR ongedaan wordt gemaakt.

Een en ander dient te geschieden uiterlijk binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien is de ondernemer gehouden het door de consument betaalde klachtengeld van € 127,50 aan haar te vergoeden.

Overeenkomstig het Reglement van de commissie zal aan de ondernemer een bijdrage in de
behandelingskosten in rekening worden gebracht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Private Lease, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister,
voorzitter, mr. P.P. van der Neut en drs. C.J. Bal, leden, op 17 november 2022.