Consument is er ten onrechte van uitgegaan dat zij een volledige opleiding gevolgd heeft

De Geschillencommissie




Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 780/4362

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument ging er vanuit dat zij een volledige opleiding had gekozen, zodat zij in de Kinderopvang en Sociaal werk kon werken. Het blijkt dat zij slechts een deelopleiding heeft gevolgd. Zij vindt dat de ondernemer een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
De commissie vindt van niet. In de studiegids staat dat er sprake is van een deelopleiding.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft haar klacht op 21 november 2018 voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft loopbaan mogelijkheden van de consument met een diploma van een bij de ondernemer doorlopen opleiding.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern en voor de beoordeling van belang, komt het standpunt op het volgende neer.

Ik heb op 54-jarige leeftijd voor de studie HBO Kinderpsychologie gekozen om zoveel mogelijk kansen op de arbeidsmarkt voor mezelf te creëren.
26 oktober 2018 heb ik mijn diploma gehaald. Nadat ik ging solliciteren ontdekte ik dat er per 1 juli 2018 een nieuwe cao kinderopvang en sociaal werk van kracht is. Na veel sollicitatiegesprekken blijkt dat ik word afgewezen omdat mijn opleiding niet in deze cao vermeld staat. Ik ben door de ondernemer misleid. Immers, de ondernemer heeft mij tijdens de opleiding daarvan niet in kennis gesteld en geeft in de studiegids als informatie aan dat ik met deze opleiding in de jeugdzorg, kinderopvang, naschoolse opvang of kinderhulpverlening kan gaan werken.

Ter oplossing van dit geschil stel ik voor de overeenkomst te ontbinden, teruggave van het door mij betaalde lesgeld alsmede smartengeld omdat de ondernemer vrij laat heeft gereageerd op mijn klacht en omdat ik met mijn diploma niet in de door mij gewenste branche kan gaan werken.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern en voor de beoordeling relevant, komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft de niet-geaccrediteerde opleiding deelprogramma HBO kinderpsychologie gevolgd. Uit de door de consument ingebrachte studiegids blijkt dat de opleiding slechts uit drie modules bestond, 9 maanden zou duren en het diploma mogelijk kan worden ingebracht voor een van de HBO Bachelor opleidingen van Hogeschool [naam van de Hogeschool] waarbij wordt verwezen naar de voorwaarden. Ook staat uitdrukkelijk vermeld dat een dergelijk kort deelprogramma een ideale opstap kan zijn voor een volledig erkend diploma van Hogeschool [naam van de Hogeschool] en vaak vrijstelling biedt tijdens de volledige HBO Bachelor opleiding.

Van dwaling kan geen sprake zijn nu er van de kant van de ondernemer geen onjuiste voorstelling van zaken is gegeven. Uit onze informatie over deze studie blijkt dat de door de consument gevolgde opleiding niet meer dan een deelprogramma is op HBO niveau en geen volledige HBO Bachelor opleiding betreft.

Anders dan door de consument betoogd is de opleiding ook voor 1 juli 2018 niet opgenomen geweest in de diplomalijst van de cao kinderopvang en sociaal werk.
Ontbinding van de overeenkomst is uitgesloten nu de looptijd van de overeenkomst is verstreken en de consument tijdens de looptijd de ondernemer niet in gebreke heeft gesteld.

Verzocht wordt de klacht ongegrond te verklaren en het door de consument verlangde af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De klacht moet naar het oordeel van de commissie reeds ongegrond worden verklaard omdat anders dan door de consument is betoogd als niet dan wel onvoldoende weersproken is komen vast te staan dat de deelopleiding HBO kinderpsychologie van de ondernemer ook voor 1 juli 2018 al niet vermeld stond op de diplomalijst van de cao kinderopvang en sociaal werk. Van de gestelde misleiding door de ondernemer op dit punt, voor dan wel tijdens de opleiding, kan dan ook geen sprake zijn.

Uit hetgeen de consument aan voorlichting door de ondernemer heeft ingebracht had ook voor de consument duidelijk moeten zijn dat het hier een deelopleiding op HBO niveau betreft waarvan het diploma eventueel een opstap is naar een volledige HBO Bachelor opleiding en waarmee onder voorwaarden vrijstellingen kunnen worden verkregen. Weliswaar geeft de ondernemer daarbij aan dat je met deze opleiding in de jeugdzorg, kinderopvang, naschoolse opvang of kinderhulpverlening kan gaan werken, maar daaruit had de consument – mede gelet op de voor haar geldende onderzoeksplicht – niet kunnen of mogen afleiden dat zij met het door haar behaalde diploma gekwalificeerd was voor de functies waarnaar zij heeft gesolliciteerd.

Dat er door of namens de ondernemer informatie zou zijn verstrekt op grond waarvan de consument dit wel mocht menen, is gelet op de betwisting door de ondernemer niet voldoende onderbouwd en ook niet anderszins gebleken.
Van de door de consument aangevoerde dwaling dan wel de door haar gevorderde ontbinding van de overeenkomst kan rechtens dan ook geen sprake zijn.
Voor de trage afhandeling van de klacht heeft de ondernemer als oorzaak toegelicht dat de klacht was zoekgeraakt in het digitale systeem en daarvoor excuses aangeboden. Naar het oordeel van de commissie is de klacht daarna voortvarend door de ondernemer afgedaan.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Van schade door toedoen van de ondernemer is niet dan wel onvoldoende gebleken.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. F.E. Duveen, de heer mr. C.A. Bontje, leden, op 6 november 2019.