Commissie: Energie
Categorie: Boete / Opzegging overeenkomst / tarieven
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
235636/241154
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen consument en ondernemer betreffende de levering van energie. De consument stelt zich op het standpunt voorgelogen te zijn bij de overstap naar de ondernemer. Hij klaagt over de hoogte van de tarieven, inclusief boetes. Consument stelt dat de ondernemer hem verteld had dat bij de overstap de maandtermijn hetzelfde zou blijven. Daarnaast zou hem verteld zijn dat zijn vorige leverancier niet meer kon leveren. De consument wilde weer overstappen, maar omdat hij een 3-jaars contract had gesloten berekende de ondernemer een boete. De ondernemer is van mening dat de tarieven, inclusief de boetes, aan het contract bevestigd zijn. De commissie beslist als volgt. De consument heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij de overgang is voorgelogen. Hij was op de hoogte van de tarieven en deze zijn niet verhoogd. De commissie is op grond van haar reglement niet bevoegd over de huidige tarieven te beoordelen. Die tarieven zijn van belang voor de boeteberekening. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Beide partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt nader toe te lichten. De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 maart 2024 te Den Haag. De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
Aan de consument is op 5 juli 2023 een aanbod voor overname van de energieleveringen per 1 september 2023 gedaan door de ondernemer via een tussenpersoon (Energievoordeel Nederland). De consument heeft dat aanbod voor akkoord getekend. Dat aanbod vermeldt een op basis van de opgave van de consument geschat verbruik van 1100 kWh stroom en 700 m³ gas; de maandtermijn bedroeg € 253,80. Na aanvankelijke herroeping zijn partijen op 25 juli 2023 tot overeenstemming gekomen en is kennelijk het door de consument voor akkoord getekende aanbod definitief aanvaard. In de ongedateerde welkomstbrief (volgens de ondernemer van 26 juli 2023) wordt op basis van het door de netbeheerder opgegeven historisch verbruik uitgegaan van een verbruik van 1536 en 1596 kWh stroom en 936 m³ gas; de maandtermijn bedroeg toen € 245,00. De consument stelt bij zijn overstap naar de ondernemer op 25 juli 2023 voorgelogen te zijn. Hem zou verteld zijn dat zijn vorige leverancier [naam] niet meer kon leveren. Ook zou hem toegezegd zijn dat de maandtermijn in vergelijking met die van de vorige leverancier (€ 135,–) ongewijzigd zou blijven. Hij heeft toen met de ondernemer een 3-jaars contract gesloten. Per 7 oktober 2023 wilde hij weer naar een andere leverancier overstappen. De ondernemer berekende hem een boete van € 1.952,36 plus € 1.319,87 respectievelijk voor elektriciteit en gas. Bovendien vindt hij de tarieven van de ondernemer inclusief de boetes onredelijk hoog.
De ondernemer betoogt dat de tarieven, inclusief de boetes, aan de consument bij het sluiten van het contract bevestigd zijn. De tarieven zijn na het sluiten van het contract niet verhoogd, omdat het vaste tarieven zijn, behoudens overheidsmaatregelen en kosten van netbeheer.
De commissie is van oordeel dat de consument niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij de overgang naar de ondernemer voorgelogen is. Dat het maandbedrag hoger is dan bij de vorige leverancier wist de consument, nu hij het hem gedane aanbod getekend heeft en dat aanbod een hogere maandtermijn vermeldt. Uit de overgelegde stukken volgt niet dat de tarieven lopende het contract verhoogd zijn. Er waren vaste prijzen afgesproken. De commissie is niet bevoegd de huidige tarieven te beoordelen. Die tarieven zijn van belang voor de boeteberekening. Dat de commissie niet bevoegd is, behoudens bij evidente onredelijkheid waarvan in dit geval geen sprake is, volgt uit artikel 3 van het reglement waarin vastgelegd is op welke onderwerpen de bevoegdheid van de commissie ziet. De commissie verwijst ook nog naar de uitspraak onder nummer 193801/195953 (te kennen op de website van de commissie onder eerdere uitspraken). Overigens houdt de Autoriteit Consument en Markt toezicht op de tarieven. Dat de boetes onjuist berekend zijn is niet gesteld; de klacht ziet op de gehanteerde tarieven waarover hiervoor een oordeel is gegeven. De methodiek hoe die boetes berekend worden staat als onweersproken vast. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd. Deze behandelingskosten worden geheel betaald. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 21 maart 2024.