Consument is tekortgeschoten in onderzoeksplicht, koopovereenkomst wordt niet ontbonden

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 22886/26745

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt over de onvolledige informatieverstrekking bij de aankoop van een tweedehands auto op de veiling van de ondernemer. Volgens de consument staat in de advertentie niet aangegeven dat de auto gebreken heeft. De consument verzoekt om herstel van de gebreken, dan wel ontbinding van de koopovereenkomst. De ondernemer geeft aan dat de consument voldoende is geïnformeerd, maar dat de consument zijn onderzoeksplicht niet is nagekomen. Op grond van de verstrekte veiling informatie die de consument ter beschikking had kon niet verwacht worden dat de tweedehandse auto geen gebreken zou hebben. De commissie oordeelt dat de consument geen gebruik heeft gemaakt van zijn onderzoeksplicht, wat wel zou moeten. Van de consument mocht verwacht worden dat hij zich verder had georiënteerd door bijvoorbeeld de auto te bezichtigen. De consument is dus tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht. Het is niet gebleken dat de advertentie onvoldoende of onvolledige gegevens heeft verstrekt. Dat de door de commissie ingeschakelde deskundige heeft aangetoond dat er gebreken zijn, verandert hier niks aan. De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft informatieverstrekking aangaande op veiling gekochte tweedehands auto.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft via een online veiling een auto gekocht. In de advertentie is onvolledige informatie verstrekt. Daarin is niet vermeld dat het voertuig mankementen heeft. Bij technische schades stond alleen vermeld dat er lichte gebruikerssporen zijn, maar niets over gebreken. Tijdens het ophalen van het voertuig is overleg over het voertuig geweest met de bedrijfsmonteur die aangaf dat als er iets mis was de koop kon worden ontbonden. Bij het ophalen van het voertuig bemerkte de consument dat een motorstoringslampje brandde en de auto stootte en trilde. Namens de ondernemer is toen aangegeven dat dat zou kunnen komen door het lange stilstaan en als het toch iets anders was de auto alsnog kon worden geretourneerd. Bij de Mercedesdealer kwam de consument erachter dat het een en ander moest worden vervangen, de auto op drie cilinders liep, er een olielekkage was en problemen met onder meer de fusee-kogel en het instrumentenpaneel. De gebreken zijn daar verholpen en de factuur bedraagt € 8.026,00. De consument wil dat de auto normaal functioneert en verzoekt dus herstel van de gebreken, dan wel ontbinding van de koopovereenkomst.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 21 oktober 2019 is door de consument geboden op [kavelnummer], een tweedehands Mercedes-Benz CLS-Klasse 350 CGI Automaat waarbij het winnende bod van de consument € 6.533,00 bedroeg (excl. veilingkosten). De auto is op een openbare veiling gekocht. Naast het online bieden op de kavel was het mogelijk om de veiling bij te wonen en ten overstaan van de veilingmeester te bieden. Het betrof hier een kavel onder gunning dat verkocht werd namens de verkoper. Dit staat ook in de advertentietekst vermeld. Na gunning en toewijzing is een koopovereenkomst tussen de verkoper en de consument tot stand gekomen. De ondernemer is bij die koop geen partij en is hierbij opgetreden als bemiddelaar namens de verkoper. De ondernemer is dan ook ten onrechte in deze procedure betrokken.

Desalniettemin is de ondernemer van mening dat geen sprake is van non-conformiteit. De ondernemer heeft de consument betreffende de (staat van de) kavel voldoende in de advertentie geïnformeerd, maar de consument is zijn onderzoek plicht niet nagekomen. De ondernemer heeft de consument in de advertentie erop gewezen dat de kavel zonder garantie wordt verkocht en geadviseerd de auto persoonlijk te inspecteren op de kijkdag, al dan niet met een expert. De consument heeft dit niet gedaan en dit dient voor zijn rekening en risico te komen. De staat van de auto komt overeen met de advertentietekst. Het gebruik van de auto levert geen gevaar voor de verkeersveiligheid op. Op grond van de verstrekte veilinginformatie die de consument ter beschikking had kon hij niet verwachten dat de tweedehandse auto vrij zou zijn van gebreken. Geen mededelingen zijn gedaan dat de kavel geretourneerd kon worden.

Om bovengemelde redenen dient de klacht afgewezen te worden.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Op 24 juni 2020 heeft door de deskundige een onderzoek naar het voertuig plaatsgevonden. Sprake is van diverse gebreken die aanwezig waren ten tijde van de aanschaf van het voertuig. Herstel is mogelijk. De kosten liggen tussen € 7.000,- en € 10.000,-.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer ontkent de verkopende wederpartij van de consument te zijn, maar daaruit volgt – voor zover de ondernemer dit heeft beoogd te stellen – niet zonder meer de niet ontvankelijkheid van de consument in zijn klacht of de onbevoegdheid van de commissie.
Ingevolge artikel 3 Reglement heeft de commissie immers tot taak geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten over de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten van verkoop op afstand met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken.
Voorzover relevant bepaalt artikel 4 Reglement dat de commissie bevoegd is een geschil te behandelen, indien en voorzover partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen, hetgeen hier het geval is.

In artikel 3, lid 2 van de toepasselijke algemene verkoopvoorwaarden voor consumenten en artikel 11, lid 2 van de toepasselijke algemene veilingvoorwaarden voor consumenten is bepaald dat voorzover niet de ondernemer, maar een derde als verkoper optreedt, de ondernemer slechts als bemiddelaar en in naam en voor rekening van de verkoper optreedt en tussen de verkoper en de koper een koopovereenkomst tot stand komt. Hiervan is volgens deze artikelleden onder meer sprake indien in de aankondiging voor de veiling of andere uitingen zijdens de ondernemer is aangegeven dat de veiling in opdracht van een al dan niet benoemde derde plaatsvindt. Dit laatste is door de ondernemer gedaan. In de advertentietekst van de auto is duidelijk vermeld: “[Naam ondernemer] is niet de verkoper. Wij veilen en factureren als bemiddelaar in opdracht van een derde partij, de verkoper.”

Gelet op de door de ondernemer in het geding gebrachte algemene (veiling)informatie en de specifieke informatie over de auto in de advertentietekst, kan in dit geval niet worden gezegd dat de ondernemer onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij uitsluitend bemiddelaar is. Daarbij wordt betrokken dat de consument dit laatste ook niet heeft gesteld of betwist. Door de consument is niets gesteld om tot het oordeel te komen dat de verkoop met de ondernemer is gesloten en niet via bemiddeling. Op grond hiervan kan niet worden geconcludeerd dat de ondernemer zich hier jegens de consument ondubbelzinnig als verkoper heeft gedragen.

Daarmee heeft de ondernemer naar het oordeel van de commissie in dit geval te gelden als bemiddelaar tussen de verkoper van de auto en de koper (de consument). Dit betekent echter wel dat gelet op die bemiddelingsovereenkomst de consument de ondernemer in deze procedure kan aanspreken over de uitvoering van de dienstverlening.

Gelet hierop is de consument ontvankelijk in zijn klacht en acht de commissie zich bevoegd de klacht te behandelen.

Aan de orde is dan of de ondernemer ter zake de (staat) van de kavel op haar veilingsite onvoldoende of onvolledige informatie heeft verstrekt. Hierover wordt het volgende overwogen.

Vast staat dat deze overeenkomst een consumentenkoop betreft, waarvoor in beginsel een herroepingsrecht geldt. Gelet op het bepaalde in de artikelen 6:230g, lid 1, sub j en 6:230p, sub c BW is hier geen sprake van een veiling die uitsluitend online wordt gehouden, omdat naast online bieden het mogelijk was de veiling bij te wonen en ten overstaan van de veilingsmeester in de veilingzaal biedingen uit te brengen. De veiling moet daarom worden aangemerkt als een openbare veiling in de zin van voornoemde artikelen, zodat de consument geen herroepingsrecht heeft ten aanzien van deze overeenkomst.

De ondernemer heeft op basis van de door de verkoper aangeleverde informatie in de tekst van de advertentie op de veilingsite vermeld dat het gaat om een tweedehands Mercedes-Benz CLS-Klasse 350 CGI Automaat, uit het jaar 2006, met 187.054 km op de teller, dat er technische schades zijn, namelijk lichte gebruikerssporen, dat alleen gedeeltelijke onderhoudshistorie aanwezig is en dat de auto zonder garantie wordt verkocht. Ook staat daarin meermalen het advies vermeld om over de kavel een eigen oordeel te vormen en deze persoonlijk te inspecteren op de kijkdagen (14 december 2018), met de mogelijkheid dit door een expert/deskundige te laten doen en hiervoor een afspraak te maken.

Gelet op de door de ondernemer gegeven informatie rustte op de consument een onderzoek plicht. Het betrof immers een tweedehandsauto, die op dat moment ongeveer 14 jaar oud was en ruim 187.000 km had gereden. Daarnaast was de onderhoudsgeschiedenis slechts gedeeltelijk beschikbaar, ontbraken garanties en werd de auto met schade en online aangeboden. Daar komt bij dat de consument niet weersproken heeft het standpunt van de ondernemer dat de koopprijs voor de auto € 6.533,- laag was gelet op het waardebepalingssysteem van Indicata waarin die prijs uitkomt op € 9.335,00.
Van de consument had mogen worden verwacht dat hij zich nader had georiënteerd door bijvoorbeeld het voertuig (al dan niet in bijzijn van een deskundige) op de kijkdag te bezichtigen en/of te onderzoeken en/of op de fysieke veiling aanwezig te zijn, alvorens tot koop over te gaan. De consument heeft dit echter niet gedaan en had dit in dit geval kunnen (en moeten) doen. De consument heeft zich voor de koop uitsluitend gebaseerd op de tekst en de foto’s van de advertentie op de website van de ondernemer en het voertuig pas na het sluiten van de overeenkomst voor het eerst gezien, hetgeen in zijn risicosfeer ligt.

Op grond van het voorgaande komt de commissie tot de conclusie dat de consument tekort is geschoten in zijn onderzoek plicht. Niet is gebleken dat de ondernemer over de auto in de advertentie onvoldoende of onvolledige gegevens heeft verstrekt. Dat, ook door de deskundige, achteraf is geconstateerd dat sprake is van gebreken/defecten bij aankoop doet hieraan niet af.

De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer niet tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen die voor haar voortvloeide uit de bemiddelingsovereenkomst jegens de consument.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer mr. S.L.R. van Nuijs, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 9 oktober 2020.