
Commissie: Water
Categorie: Kosten
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
313647/618928
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak betreft een overeenkomst tussen een consument en een ondernemer met betrekking tot de levering van water. De ondernemer had besloten werkzaamheden aan het waterleidingnet uit te voeren, waardoor het niet langer mogelijk was de waterleiding te gebruiken als aarding voor de elektrische installatie in de woning van de consument. Hierdoor was de consument genoodzaakt kosten te maken. De consument heeft de ondernemer verzocht om de aarding te controleren. De ondernemer heeft dit gedaan en hiervoor een factuur naar de consument gestuurd. De consument vindt echter dat deze kosten niet voor haar rekening moeten komen. De ondernemer heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De commissie oordeelt als volgt. Het is de verantwoordelijkheid van de consument om zelf zorg te dragen voor een veilige aardingsvoorziening van de elektrische installatie in de eigen woning. De klacht is ongegrond.
De volledige uitspraak
Beoordeling
De consument is al jaren contractant van de ondernemer voor het leveren van drinkwater op het adres van de woning van de consument. De ondernemer heeft besloten werkzaamheden aan het waterleidingnet te verrichten waardoor het niet meer mogelijk was de waterleiding nog langer te gebruiken als aarding voor de elektrische installatie in de woning van de consument. De consument was hierdoor genoodzaakt kosten te maken. Zowel de ondernemer als de netbeheerder en de gemeente [naam] hebben haar een formulier ter ondertekening gestuurd. De consument heeft aan de ondernemer en de netbeheerder verzocht de aarding te controleren, eventueel tegen betaling. Omdat geen van de partijen dit wilde heeft zij een installatiebureau opdracht gegeven. Op 23 november 2023 heeft de consument een aardmeting laten uitvoeren door een bureau waarvoor haar kosten van € 190,58 in rekening zijn gebracht. Op 18 december 2023 heeft de consument gezorgd voor de veiligheidsaarding van haar woning waarvan de kosten € 338,51 zijn.
De consument is het er niet mee eens dat de kosten die gemoeid waren met het aarden van haar woning voor haar rekening komen. De ondernemer dient deze door hem veroorzaakte kosten te betalen. De ondernemer maakt misbruik van haar monopoliepositie en verder is er sprake van onbehoorlijk bestuur. De consument verlangt vergoeding van deze kosten van ongeveer € 500,– alsmede een aanpassing van de werkwijze van de ondernemer waarbij de ondernemer iemand stuurt ter controle (van de aarding) eventueel tegen betaling. De consument heeft de kosten voor de vervanging van de 2 thermostaatkranen van € 850,– voor haar rekening genomen. De thermostaten waren blijkbaar kapot ten gevolge van het onzuiver water na vervanging van de leidingen. De ondernemer heeft gemotiveerd verweer gevoerd en verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
De commissie overweegt als volgt.
Feit is dat door de werkzaamheden aan de waterleidingen door de ondernemer – het leggen van niet-geleidende waterleidingen – in de onmiddellijke omgeving van de woning van de consument, het voor de consument niet langer mogelijk was de waterleiding nog langer te gebruiken als aarding voor de elektrische installatie in haar woning. De consument is door onder meer de ondernemer meegedeeld dat zij zelf moet zorgdragen voor die aarding en dat zij de kosten daarvan zelf moet dragen. De consument stelt dat niet zij maar de ondernemer aansprakelijk is voor deze kosten die zij heeft moeten maken. De ondernemer heeft zich voor zijn standpunt gebaseerd op artikel 1.16, aanhef, eerste lid onder b en c en artikel 6.8, aanhef, eerste lid, Bouwbesluit en het Praktijkboek Bouwbesluit 2012, paragraaf 6.3.1. Met de ondernemer is de commissie van oordeel dat de consument zelf, als eigenaar van haar woning, zorg dient te dragen voor een veilige aardingsvoorziening van de elektrische installatie in de eigen woning. Dit alles is immers na de meter. Dit betekent ook dat zij de kosten die voortkomen uit genoemde verplichting dient te dragen. Ook anderszins is niet gebleken dat op de ondernemer in dit verband ter zake de woning van de consument een (wettelijke) verplichting rust. Dat hieraan werkzaamheden aan de waterleidingen door de ondernemer vooraf gingen maakt dit niet anders. De consument heeft ook aangegeven dat zij kosten heeft gemaakt ter vervanging van twee thermostaatkranen waarvan zij stelt dat die blijkbaar kapot waren gegaan door onzuiver water na vervanging van de leidingen. Voor zover de klacht van de consument zich ook hierover uitstrekt heeft zij nagelaten de gegrondheid van haar klacht concreet te maken en te onderbouwen, waartoe zij gehouden is. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.