Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Annulering / Non conformiteit / Staking
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
185709/191021
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument kon geen gebruik maken van zijn bustickets in verband met een staking. De ondernemer voert aan dat op het moment dat de consument zijn tickets kocht al was aangevoerd dat er mogelijk een staking zou zijn. De consument kende het risico. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 december 2022 te Den Haag. De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de weigering door de ondernemer tot terugbetaling van door de consument gekochte
e-tickets voor busvervoer ten bedrage van totaal € 22,32.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In verband met een staking heeft de consument eerder gekochte tickets gecanceld, omdat hij zeker moest zijn in ieder geval in de avond terug te kunnen reizen. De ondernemer weigert de aankoopprijs terug te betalen en beroept zich daarbij op artikel 7.2 van de Algemene voorwaarden stads- en streekvervoer 2015.
De consument meent recht te hebben op restitutie en voert daartoe aan:
Ik vind dat ik recht heb op restitutie om vier redenen:
1. hij heeft betaald voor een dienst die niet geleverd kon worden,
2. de aanschaf van de tickets is een koop op afstand en kent een retourtijd van 14 dagen,
3. artikel 7.2 van bedoelde algemene voorwaarden spreekt over een algehele staking en dat was niet het
geval,
4. er is een procedurele fout gemaakt bij de afhandeling van het restitutieverzoek.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument kocht een e-tickets voor een reis op 3 juni 2022. Voor deze dag was er een algehele staking in de regio Friesland afgekondigd door de vakbond. Daarop besloot hij niet te reizen.
De ondernemer begrijpt dat een staking erg vervelend is voor de reizigers. Een staking ontregelt en brengt veel overlast met zich mee. Daarom wordt een staking ook ruim vooraf aangekondigd, onder meer via onze website en media kanalen of persberichten.
Er zijn ook chauffeurs die niet staken en dus rijden. De ondernemer weet pas kort vooraf welke ritten er wel en niet gereden worden. Daarom is het advies tijdens een staking om de reis kort van te voren te plannen via de reisplanner en rekening te houden met verstoringen en uitval. Dit is ook gecommuniceerd op het moment dat meneer [CONSUMENT] zijn e-tickets kocht op [WEBSITE] en onze media kanalen. In de reisplanner waar e-tickets besteld kunnen worden stond ook een verwijzing naar deze pagina.
Vooraf gekochte tickets worden niet vergoed, omdat de staking ver van tevoren is aangekondigd.
In de algemene voorwaarden van het streekvervoer staat hierover bij hoofdstuk 7.2 het volgende:
In geval van een rechtmatige algehele staking van langer dan een dag waardoor u niet kon reizen, zal de vervoerder naar redelijkheid en billijkheid op uw verzoek overgaan tot restitutie van uw vooruitbetaalde reissommen naar rato van de duur van de staking. De vergoeding van vooruit betaalde reissommen wordt alleen gegeven voor het vervoer dat door de staking niet mogelijk is. De vervoerder kan hiervoor redelijke administratiekosten in rekening brengen.
De ondernemer is van mening dat er op 3 juni 2022 sprake was van een algehele staking van niet langer dan één dag in de regio Friesland. Omdat deze ook ver van te voren aangekondigd is via verschillende kanalen en er ook reismogelijkheden waren, weliswaar mogelijk met verstoringen en uitval, blijft de ondernemer van mening dat de consument zijn restitutieverzoek terecht is afgewezen.
De ondernemer erkent later dan aangegeven een reactie aan de consument te hebben verzonden. Meneer heeft inderdaad van ons later dan aangegeven een reactie ontvangen. Daarvoor zijn excuses aangeboden. Van een wettelijke reactietermijn is geen sprake. Verzocht wordt de klacht ongegrond te verklaren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit hetgeen partijen over en weer hebben gesteld en ingebracht stelt de commissie vast dat de consument bij de voorgenomen aankoop van de tickets op de hoogte is gebracht van een eventuele staking voor die datum en de consument dus bij aankoop wist of kon weten het risico te lopen dat na aankoop van de tickets er vanwege staking sprake zou kunnen zijn van eventuele uitval van vervoer. Ook en vooral nu de consument zelf heeft aangegeven die avond moest terugreizen en daar zeker van wou zijn.
Op de bewuste dag was er inderdaad een staking die niet langer heeft geduurd dan een dag en was desondanks wel vervoer mogelijk, zij het met vertragingen door uitval. In redelijkheid dient dit risico in dit geval dan ook voor rekening te komen van de consument en is de ondernemer gelet op voornoemde omstandigheden niet gehouden tot de door de consument gevorderde restitutie. Anders dan door de consument is betoogd is hier geen sprake van een (consumenten) koop of afstand. Weliswaar heeft de beantwoording van de consument op zijn klacht langer dan aangegeven door de ondernemer op zich laten wachten, maar daarvoor heeft de ondernemer zijn excuses aangeboden. Van een procedurele fout vanwege overschrijding van een zogenaamde wettelijke reactie termijn is geen sprake. Dit betoog faalt dan ook.
Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht ongegrond is en zal het door de consument verlangde afwijzen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. D. van Setten, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 6 december 2022.