Consument kiest voor klassikale opleiding en niet de e-learning variant. Als de ondernemer vervolgens de betreffende keuze niet kan aanbieden wordt hetgeen is overeengekomen niet nagekomen

  • Home >>
  • Particuliere Onderwijsinstellingen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen    Categorie: Conformiteit    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 91400

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De consument is sedert 9 september 2014 ingeschreven voor de MBO-opleiding [naam opleiding].

Het geschil gaat over de vraag of de ondernemer de verplichtingen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst is nagekomen en of de consument de overeenkomst kosteloos kan ontbinden.

De consument heeft op 20 oktober 2014 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft zich ingeschreven voor de klassikale opleiding MBO [naam opleiding], de aan de opleiding verbonden kosten ad € 3.933,90 heeft zij vooraf betaald. Voorafgaande aan de aanvang van de opleiding is er contact geweest tussen de consument en de ondernemer, waarbij aan de consument is meegedeeld dat de opleiding van haar voorkeur in Amsterdam niet doorgaat, maar dat de betreffende opleiding wel doorgaat in Utrecht.

Nadat de consument de eerste les van de eerste module van de opleiding gehad heeft is door de on-dernemer aan de consument meegedeeld dat voor volgende module onvoldoende aanmeldingen waren en dat deze niet door zou gaan. Aan de consument is als alternatief het traject via e-learning aan-geboden. De consument heeft dat niet geaccepteerd, omdat zij heel bewust voor klassikaal onderwijs gekozen had.

In de volgende contacten heeft de ondernemer meegedeeld in te willen stemmen met ontbinding, maar de consument diende dan wel de kosten van de eerste module ten bedrage van € 1.070,40 voor haar rekening te nemen.

De consument is het hier niet mee eens, zij heeft geen modules gekocht, maar een volledige opleiding die de ondernemer nu niet kan bieden.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument heeft een volledig klassikale opleiding gekozen uit het aanbod van de ondernemer. Na hiermee een begin te hebben gemaakt blijkt dat de ondernemer niet in staat is om die opleiding te bieden, die is aangeboden. De ondernemer heeft weliswaar ter vervanging een e-learning opleiding aangeboden, maar dat is wezenlijk iets anders dan een klassikale opleiding. De consument is derhalve van mening dat de ondernemer niet kan leveren wat is overeengekomen.

De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van de volledige kosten ad € 3.933,90.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft zich bij de ondernemer ingeschreven voor de opleiding MBO [naam opleiding] met als eerste voorkeurslocatie Amsterdam en als tweede voorkeurslocatie Utrecht. De eerste module kon vanwege te weinig aanmeldingen niet doorgaan in Amsterdam, wel in Utrecht.

De tweede module kon echter op geen van de voorkeurslocaties doorgaan.

Het staat de ondernemer vrij om met de consument overeen te komen dat de opleidingsmodule op een andere locatie en/of op een ander tijdstip gevolgd zal worden. In dat kader is aan de consument aangeboden om de module via e-learning te volgen. De consument heeft dat afgewezen.

De ondernemer ontkent uitdrukkelijk voorafgaande aan de consument te hebben meegedeeld dat de opleiding in Utrecht door zou gaan. De ondernemer doet daar nooit toezeggingen over en bepaalt eerst op basis van inschrijvingen of een bepaalde module door kan gaan.

Op het moment dat de consument aan heeft gegeven de overeenkomst te willen ontbinden was de ondernemer al verplichtingen aangegaan met betrekking tot de eerste module. De consument heeft in het kader van deze module ook onderwijs genoten. De ondernemer is dan ook van mening dat de consument bij ontbinding de kosten van deze eerste module dient te vergoeden.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer heeft wel degelijk die opleiding geleverd die overeengekomen is. De tweede module is weliswaar via e-learning beschikbaar, maar dat is volledig gelijkwaardig en vergelijkbaar met een klassikale opleiding. Door in plaats van de klassikale opleiding de opleiding via e-learning aan te bieden heeft de ondernemer een passend alternatief geboden, welk alternatief in redelijkheid niet door de consument kan worden afgewezen.

De eerste module heeft de consument overigens gewoon gevolgd en die dient dan ook betaald te worden.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer biedt de MBO-opleiding [naam opleiding] aan met de mogelijkheid te kiezen tussen verschillende opleidingsvarianten en opleidingslocaties. Een potentiële consument kan kiezen tussen de e-learningvariant of de klassikale variant.

De potentiële consument heeft dus een keuzemogelijkheid. Als een consument gekozen heeft komt een overeenkomst tot stand, die gebaseerd is op die keuze. De gekozen variant maakt dan ook deel uit van hetgeen tussen partijen wordt overeengekomen.

Als de ondernemer vervolgens de betreffende keuze van een consument niet kan aanbieden wordt dan ook hetgeen is overeengekomen niet nagekomen.

Als een consument een keuze heeft gemaakt heeft de ondernemer niet het recht om eenzijdig wijziging te brengen in hetgeen is overeengekomen. Alleen in overleg tussen beide contractspartijen, de consument en de ondernemer, kan de overeenkomst worden gewijzigd. Als de ondernemer dan een alternatief biedt is het aan de consument om dat alternatief te accepteren of niet. De consument is echter nimmer gehouden om de eenzijdig door de ondernemer voorgestelde wijziging in de overeenkomst te accepteren. De vraag of het voorstel tot wijziging passend is, is niet door de ondernemer zelf te beantwoorden, maar enkel door de consument. Als de wijziging de consument past zal de consument immers het wijzigingsvoorstel accepteren.

De ondernemer heeft in dit geval aan de consument voorgesteld om de overeenkomst te wijzigen in die zin, dat de overeenkomst van klassikaal onderwijs zou worden omgezet in e-learning. De consument heeft dat voorstel tot wijziging niet geaccepteerd. De ondernemer heeft aangegeven dat uitvoering van de door de consument gekozen klassikale variant verder niet mogelijk is. Om die reden heeft de consument er voor gekozen de overeenkomst te ontbinden, waartoe de consument ook het recht had.

Het gevolg van een ontbinding van de overeenkomst is dat partijen over en weer teruggeven wat reeds gepresteerd is. Als de prestatie reeds gedeeltelijk geleverd is dient daarvoor een vergoeding betaald te worden. Deze vergoeding wordt beperkt tot het bedrag van de waarde die de prestatie voor de consument werkelijk heeft gehad.
Naar het oordeel van de commissie heeft in het onderhavige geval een enkele losse module voor de consument, die de gekozen opleiding niet (binnen de eerder voorziene termijn) kan afmaken echter geen waarde. Dat betekent dat de consument voor hetgeen de ondernemer gepresteerd heeft niets verschuldigd is. De ondernemer dient hetgeen de consument betaald heeft dan ook volledig terug te betalen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De overeenkomst d.d. 9 september 2014 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de ondernemer geen verplichting meer heeft om de consument in de gelegenheid te stellen de gekozen opleiding te volgen.

De ondernemer betaalt aan de consument terug wat de consument voor de opleiding betaald heeft, € 3.933,90. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 650,–.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen op 20 februari 2015.