
Commissie: Makelaardij Consumentenmarkt
Categorie: bejegening/ informatieverstrekking
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
222956/243948
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Een tijdje geleden heeft de makelaar de verkoop van het ouderlijk huis van consument begeleid. Tijdens de verkoop hebben zowel de zus van consument als de consument meerdere malen aangegeven dat zij niet tevreden waren over de manier van handelen van de makelaar en werden zij meerdere malen onaangenaam verrast met zaken die zij op het laatste moment moesten regelen of organiseren, de consument vindt dat de makelaar niet altijd in het belang van hen, de verkopers, heeft gehandeld. Vooral het niet goed informeren over de ondergrondse tank en de gevolgen daarvan heeft consument doen besluiten deze klacht in te dienen. Het volgende is naar de mening van consument onjuist gecommuniceerd. De makelaar heeft ter zitting de gang van zaken met betrekking tot de tank en schoongrond verklaring toegelicht. Tussen partijen is uitdrukkelijk aan de orde geweest of die tank moest worden verwijderd en of er een schoongrond verklaring moest komen. Partijen waren daartoe niet door de gemeente verplicht. De consument heeft er toen voor gekozen, hoewel daartoe niet wettelijk verplicht om tot verwijdering van de tank over te gaan en een saneringsverklaring te krijgen. De commissie houdt de lezing van de makelaar voor juist, omdat zij de consument die niet ter zitting verscheen niet op de juistheid van die lezing heeft kunnen bevragen.
De klacht is niet gegrond.
Volledige uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Makelaardij (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 1 maart 2024 te Den Haag.
De consument is niet ter zitting verschenen. De makelaar is wel ter zitting verschenen.
Van de consument werd het volgende bericht ontvangen:
Datum 14-2-2024
Onderwerp: Bijwonen uitspraak 1 maart 2024
Beste,
N.a.v. uw uitnodiging om de uitspraak van deze zaak bij te wonen zal ik niet aanwezig zijn. Ik zie de uitslag van de uitspraak graag te tegemoet.
Mvg, (.)
Onderwerp van het geschil
Het geschil ziet op de kwaliteit van de verrichte dienstverlening; in het bijzonder de informatie over de gevolgen van de aanwezigheid van een ondergrondse olietank behorende bij de ouderlijke woning.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Een tijdje geleden heeft de makelaar de verkoop van ons ouderlijk huis begeleid. Tijdens de verkoop hebben zowel mijn zus als ik meerdere malen aangegeven dat we niet tevreden waren over de manier van zijn handelen en werden we meerdere malen onaangenaam verrast met zaken die we op het laatste moment moesten regelen of organiseren, eerlijk gezegd vinden we dat hij niet altijd in het belang van ons, de verkopers, heeft gehandeld.
Vooral het niet goed informeren over de ondergrondse tank en de gevolgen daarvan heeft mij doen besluiten deze klacht in te dienen. Het volgende is naar mijn mening onjuist gecommuniceerd:
1. Op de Vragenlijst van de Woning hebben we aangegeven dat er een ondergrondse olietank aanwezig was, daarbij wordt ook gevraagd of deze gesaneerd is en of we dit middels een Kiwa-certificaat konden aantonen. Hier is door de makelaar onvoldoende uitleg en toelichting gegeven over de gevolgen van de aanwezigheid en het ontbreken van een saneringsrapport.
2. De makelaar heeft tevoren niet voldoende onderzoek gedaan naar de gevolgen van de aanwezigheid van een olietank op deze locatie, had hij dit wel gedaan dan had hij kunnen weten dat deze volgens de wet door een gecertificeerd bedrijf verwijderd moet worden, maar ook dan pas wanneer er een schoongrond verklaring is afgegeven.
3. In de correspondentie die is gevoerd tussen makelaar en verkoper over de tank staan allerlei tegenstrijdigheden. In aanvang is aangegeven dat wij als verkoper aan al onze wettelijke verplichtingen hadden voldaan, en dat de aanwezigheid van de tank geen consequenties had voor de verkoper. Later veranderde de makelaar zijn mening en werden we als verkoper verplicht om de tank te verwijderen. In de manier van communiceren heeft de makelaar naar mijn mening ook te weinig de belangen van de kopers behartigd en te laat; pas na het tekenen van het koopcontract, de verkopers geïnformeerd over hun saneringsplicht.
Gezien bovenstaande kunnen we dus stellen dat wij door (mijns inziens) onzorgvuldige voorbereiding en onderzoek van de makelaar in een verkoopsituatie zijn beland die voorkomen had kunnen worden. Het gevolg van bovenstaande werkwijze is dat wij als koper verantwoordelijk waren en de kosten moesten dragen voor de schoongrond verklaring en het verwijderen van de ondergrondse tank, deze kosten ca
€ 5.000,–. Deze kosten hadden wij graag meegenomen in de onderhandelingen met de kopers. Wij willen dat de commissie vaststelt dat de makelaar de kosten voor het verwijderen van de tank en schoongrondverklaring groot € 2.000,– uit coulance aan ons terugbetaald.
Standpunt van de makelaar
De makelaar heeft ter zitting de gang van zaken met betrekking tot de tank en schoongrond verklaring toegelicht. Hij stelt direct, correct en transparant te hebben gecommuniceerd met de contactpersoon van de familie, mevrouw [naam]. Alle beslissingen betreffende de tank zijn vooraf besproken en in overleg gegaan.
Tussen partijen is uitdrukkelijk aan de orde geweest of die tank moest worden verwijderd en of er een schoongrond verklaring moest komen. Partijen waren daartoe niet door de gemeente verplicht. Partijen zaten op dat moment nog niet aan elkaar vast. De koper wilde graag een schoongrond verklaring en verwijdering van de tank. Tussen het moment van de overdracht en het tekenen van de koopovereenkomst, is de consument de gemeente gaan bellen. Dat werd de gamechanger, omdat de gemeente toen mededeelde dat zij kon gaan handhaven. De consument heeft er toen voor gekozen, hoewel daartoe niet wettelijk verplicht om tot verwijdering van de tank over te gaan en een saneringsverklaring te krijgen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ter zitting heeft de makelaar uitleg gegeven over de gang van zaken met betrekking tot de aanwezigheid van een met zand gevulde tank, die niet was gesaneerd en behorend bij de te verkopen woning. Hij stelt dat tussen partijen voordat de koopovereenkomst werd getekend aan de orde geweest of die tank moest worden verwijderd en of er een schoongrond verklaring moest komen. Een en ander is nadrukkelijk met de zus van de consument besproken. De koper wilde graag een schoongrond verklaring en verwijdering van de tank. De (zus van de) consument heeft er toen voor gekozen, hoewel daartoe niet wettelijk verplicht om verwijdering van de tank over te gaan en een saneringsverklaring te krijgen.
De commissie houdt de lezing van de makelaar voor juist, omdat zij de consument die niet ter zitting verscheen niet op de juistheid van die lezing heeft kunnen bevragen.
De klacht is niet gegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, bestaande uit de heer mr. D. van den Brink, voorzitter, de heer J.B. Boerman, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 1 maart 2024.