Consument koopt bril na het afraden van opticien; krijgt aankoopbedrag niet terug

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie




Commissie: Optiek    Categorie: aankoop / Kosten    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 235889/250512

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een koopovereenkomst tussen ondernemer en consument. Consument heeft een bril bij ondernemer gekocht en wil deze later terugbrengen, omdat het niet meer nodig is na een oogoperatie. Ondernemer wil niet het volledige aankoopbedrag terugbetalen aan consument. Ondernemer stelt dat consument is geadviseerd om de bril niet te kopen.
De commissie oordeelt dat consument zijn klacht niet voldoende heeft onderbouwd en verklaard de klacht ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Optiek (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 28 mei 2024 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De consument heeft ter zitting zijn standpunt toegelicht.

De ondernemer is niet verschenen.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de koop van een montuur en glazen.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft de ogen van de consument gemeten ten behoeve van multifocale glazen. Deze nieuwe glazen bleken totaal niet te voldoen waarna de ondernemer een tweede meting heeft verricht.
Toen pas is de consument medegedeeld dat hij staar heeft en hem het advies gegeven naar de oogarts te gaan.

Dat advies heeft de consument opgevolgd. De consument is geopereerd aan staar en heeft twee nieuwe lenzen gekregen waarna hij zonder bril redelijk ‘ver en dichtbij’ kon zien. De aangeschafte bril en lenzen heeft hij dus niet meer nodig en dit besproken met de ondernemer. Deze was uiteindelijk bereid slechts een glas terug te betalen op voorwaarde dat hij nooit meer terug zou komen.
De ondernemer stelt zich op het standpunt dat hij de consument al bij de eerste meting heeft aangegeven geen bril en glazen aan te schaffen en eerst naar een oogarts te gaan in verband met staar. Ondanks dit advies zou de consument toch een montuur en glazen hebben aangeschaft. Dit is volgens de consument geheel bezijden de waarheid. Pas na die aankoop, het reclameren en de tweede meting is dit advies gegeven.

De consument wenst dan ook terugbetaling van het door hem aangeschafte montuur en de door hem aangeschafte glazen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij de eerste meting op 7 december 2022 is de consument het advies gegeven geen bril met glazen aan te schaffen en eerst naar de oogarts te gaan gelet op de gemeten visus en de geconstateerde vertroebeling.
Tegen dit advies in heeft de consument besloten zowel een nieuw montuur (in de aanbieding voor 50 % van de koopprijs) als multifocale glazen aan te schaffen. Hij wenste korting en na overleg heeft de consument 10 % korting op de factuurprijs gekregen.

De consument is op 2 februari 2023 teruggekomen met klachten. Er was geen verbetering van het zicht en hij zag soms zelfs dubbel. Bij de meting op die dag bleek dat de visus nog minder was dan bij de eerste meting en de consument inderdaad last had van dubbel zien. De ondernemer heeft daarbij vastgesteld dat de toegevoegde waarde van de bril minimaal is omdat op beide ogen staar werd geconstateerd.

De consument heeft vervolgens het advies van de ondernemer opgevolgd en is naar de oogarts gegaan waarna hij aan beide ogen is geopereerd. Daardoor waren de glazen niet meer van nut en heeft de consument bij de ondernemer verhaal gehaald. Hij wenste terugbetaling van de aangeschafte multifocale glazen en wenste het montuur te behouden.

Aangezien de consument tot twee keer toe is geadviseerd naar een oogarts is gegaan en tegen het advies in toch een montuur en glazen heeft aangeschaft, is de ondernemer van mening dat de consument geen recht heeft op de door hem gewenste vergoeding. Het is juist dat de ondernemer heeft aangeboden een glas te willen vergoeden.

Echter, de consument kon zich daar niet in vinden en heeft aangegeven een klacht bij de commissie in te dienen.

De ondernemer verzoekt de klacht ongegrond te verklaren en het door consument verlangde af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit het geen partijen over en weer hebben aangevoerd en ingebracht, komt naar voren dat de ondernemer de klacht van de consument en de door hem geschetste feitelijke toedracht gemotiveerd heeft betwist.
Gelet op die betwisting heeft de consument de klacht onvoldoende onderbouwd. Ook anderszins is niet komen vast te staan dat de ondernemer pas bij de tweede meting en dus na de eerste meting en de aanschaf van het montuur en de multifocale glazen, zou hebben geadviseerd naar de oogarts te gaan in verband met staar op beide ogen.
De commissie is dan ook van oordeel dat de klacht ongegrond is en zal het door de consument verlangde afwijzen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer R.F. Sikking, de heer H.H. van der Linden, leden, op 28 mei 2024.