Consument krijgt boete voor regelmatig niet uitchecken

De Geschillencommissie




Commissie: Openbaar Vervoer    Categorie: Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 1850/23887

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt over de ontvangen boetes vanwege het niet uitchecken bij de ondernemer. Het kortingsabonnement van de consument is stilgezet, waardoor volgens de consument alle ritten zijn uitgecheckt tegen de hoogst mogelijke waarde. Op het betalingsvoorstel van de consument wordt niet gereageerd. De ondernemer geeft aan dat de consument regelmatig niet uitcheckte om zo voordelig uit te zijn voor zijn treinreis. Telkens werd een klein gedeelte van de verschuldigde ritprijs betaald. De ondernemer is bereid om een betalingsregeling met de consument te treffen, mits de consument zich aan het in- en uitchecken houdt. De commissie oordeelt dat de ondernemer duidelijk heeft gemaakt dat de consument zonder gegronde reden telkens niet uitcheckte. De consument had nauwkeuriger moeten zijn met het uitchecken. Door dit na te laten heeft hij de ondernemer niet in de gelegenheid gesteld om de juiste ritprijzen aan hem in rekening te brengen. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft boetes in verband met niet uitchecken.

De consument heeft een bedrag van € 989,35 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Doordat ik een aantal keren niet heb uitgecheckt, heb ik boetes gehad voor alle keren dat ik niet ben uitgecheckt. Ik heb nooit een initiële boete gehad maar enkel een enkele waarschuwing via de mail (volgens de ondernemer ook per post) en daarna meteen een vordering inclusief incassokosten van een incassobureau. Nooit dus een boete rechtstreeks van de ondernemer. Ook is mijn kortingsabonnement stilgezet. Nu zijn alle ritten die niet zijn uitgecheckt tegen de hoogst mogelijke waarde berekend, terwijl makkelijk te achterhalen is waar deze ritten heengingen. Ik word nu enorm onder druk gezet om een enorm bedrag te betalen zonder dat hierover met de ondernemer een normaal gesprek mogelijk is geweest.
Ik heb aangegeven dat ik snap dat ik moet betalen omdat ik laks ben omgegaan met uitchecken, maar dat € 1.000,– een buitenproportionele boete is om in eerste instantie op te leggen. Ik heb geprobeerd een betalingsvoorstel te doen, maar daar wordt niet op gereageerd en alleen maar verwezen naar het incassobureau.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument checkte stelselmatig niet uit om zo voordeliger uit te zijn voor zijn treinreis. Hij betaalde hierdoor steeds maar een klein gedeelte van de verschuldigde ritprijs, met als gevolg dat [ondernemer] inkomsten misliep. [Ondernemer] heeft hem hierop aangesproken. Ondanks meerdere herinneringen en aanmaningen heeft de consument zijn uit-checkgedrag niet aangepast. [Ondernemer] resteerde daarom geen andere mogelijkheid dan het in rekening brengen van de overeengekomen contractuele boete. [Ondernemer] is op grond van de Productvoorwaarden Abonnementen Consumenten gerechtigd om deze boete in rekening te brengen. [Ondernemer] heeft van dit recht gebruik gemaakt.

De boete is terecht in rekening gebracht en is niet onredelijk nu [ondernemer] per rit niet de maximale boete in rekening heeft gebracht en het al betaalde instaptarief erop in mindering heeft gebracht. Hetzelfde geldt voor de incassokosten en het opzeggen van het abonnement. [Ondernemer] is bereid om een betalingsregeling te treffen met de consument onder de voorwaarde dat hij zich aan de verplichting houdt om in- en uit te checken. Op grond van het bovenstaande verzoekt [ondernemer] de commissie om de klacht van de consument ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer. De ondernemer heeft voldoende duidelijk gemaakt dat de consument, ondanks waarschuwingen, herhaaldelijk niet heeft uitgecheckt. Het had op de weg van de consument gelegen meer nauwkeurigheid te betrachten met het uitchecken. Door dit na te laten heeft hij de ondernemer niet in de gelegenheid gesteld juiste ritprijzen aan hem in rekening te brengen. De klacht treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het in depot gestorte bedrag wordt aan de ondernemer overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. D. van Setten, de heer mr. P. Rijpstra, leden, op 9 september 2020.