Consument mag overeenkomst gesloten voor onbepaalde tijd opzeggen o.g.v. artikel 16 van de toepasselijke voorwaarden

  • Home >>
  • Rijopleidingen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Rijopleidingen    Categorie: Opzegging overeenkomst    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: RYO08-0002

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit een medio 2007 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het geven van motorrijlessen. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks oktober 2007.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De lessen van de ondernemer startte keer op keer te laat. Na verloop van 7 à 8 lessen, maakte ik bekend, dat ik het onprettig vond, dat de les iedere keer 10 à 15 minuten te laat startte. (Ik zat dan al wel op de motor, maar ik moest op de rijbaan wachten totdat de rijschoolhouder zijn zaken met voorgaande cliënten afgehandeld had.) Van het wachten op de rijbaan leer ik niets. Mijn opmerking hierover werd niet in dank afgenomen. Op 15 oktober 2007 kwam ik voor niets naar de rijschool. In eerste instantie werd mij het verwijt gemaakt dat ik te laat was. Ik kon echter via mijn boekje aantonen dat ik ruim op tijd was en dat de rijschool het tijdstip onjuist had. De ondernemer was niet bereid mij op korte termijn een nieuwe les aan te bieden of tot een ander compromis te komen. Door de fout van de rijschool kreeg ik geen les en heb ik die dag voor niets inkomen misgelopen. De ondernemer meende dat ik een lastige klant was en ik was voortaan niet meer welkom op zijn rijschool. Ik meen dat de ondernemer hierdoor in gebreke is gebleven. Ik had immers met hem afgesproken dat ik via zijn rijschool tot een motorrijbewijs zou komen. Vervolgens heb ik die week bij twee andere rijscholen te Deventer een proefles geregeld. Beide rijscholen meenden dat mijn rijvaardigheden onder de maat waren en dat er zeker geen sprake was, dat ik binnen korte termijn zou kunnen afrijden. Bij beide rijscholen ontstond het vermoeden, dat de ondernemer de oefeningen breder had uitgezet dan tijdens het werkelijke examen, waardoor mij het idee was gegeven, dat ik de oefeningen beheerste. Hierdoor is bij mij het gevoel ontstaan, dat ik bewust door de ondernemer aan het lijntje ben gehouden en dat er ook zeer bewust gekozen is voor een conflictsituatie. Dit door de les van 15 oktober 2007 zogenaamd verkeerd in te plannen. Wellicht had de ondernemer beter open kaart kunnen spelen, door toe te geven dat er in aanvang een verkeerde inschatting was gemaakt betreffende kosten en tijdstermijn van het behalen van mijn rijbewijs? Omdat bleek dat ik nog veel extra lessen nodig had, werd dit voor mij financieel onmogelijk en heb ik moeten stoppen met les nemen. Tevens was het zeer duidelijk dat het onhaalbaar werd om voor de winter af te rijden. Ik voel mij zodoende zeer benadeeld en opgelicht door de ondernemer.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft op 12 oktober 2007 een motorrijles gehad van 90 minuten, deze zou best 5 minuten later zijn begonnen maar dan zijn we ook altijd 5 minuten later klaar met de motorrijles. Dus qua tijd is zij er niets aan te kort gekomen. De instructeur rijdt dan langer in zijn eigen pauze. Deze motorrijles is toen niet betaald door de consument en ze heeft theorieboeken bij ons meegenomen (vragen en theorieboek) en niet betaald; deze boeken moeten volledig worden betaald. Is de leerling dan voor de theorie geslaagd dan kunnen de boeken retour als deze netjes zijn behandeld. Dus ze betalen dan € 45,– voor twee boeken en ontvangen dan € 35,– retour. De rekening gaat dus over een rijles van 90 minuten d.d. 12 oktober 2007 en de theorieboeken, de rest van de punten die ze aanhaalt hebben geen betrekking op de rekening.   De consument geeft aan dat we keer op keer te laat starten, dat is niet waar en ze heeft het niet kenbaar gemaakt.   Op 15 oktober 2007 dacht de instructeur dat de consument om 15.00 uur rijles had. Hij heeft haar ook gebeld maar kon haar niet bereiken. Bij de rijschool bleek dat ze gelijk had en dat de rijles op 15.30 uur was. Dit duurde even om uit te zoeken. Toen heb ik voorgesteld dat ik de rijles over zou nemen, maar ze wilde het niet meer omdat we dan plus minus 15 minuten later zouden starten en zij zou zelf met de rijles niet kunnen uitlopen (zijn had geen tijd). Dit is ook een gedeeltelijk antwoord op haar volgende punt. De rest van het antwoord op haar volgende punt. Ze wilde de les van 15 oktober 2007 inhalen voor de rijles van 19 oktober 2007. Wij hadden daar geen ruimte voor, toen gaf zij aan dat zij de rijles van 19 oktober 2007 ook wilde laten vervallen om zich te kunnen bezinnen wat zij ging doen. Omdat zij gepikeerd was dat wij op de 16/17/18 oktober 2007 haar geen extra rijles konden geven.   Zij geeft aan dat wij aan hebben gegeven dat ze examenklaar was, maar dat is absoluut niet waar. Zij heeft ook nog nooit een examendatum gekregen. Wij hebben nooit een inschatting gegeven hoeveel rijlessen de consument nodig heeft voor het behalen van het rijbewijs en een termijn hebben wij ook nooit gegeven. Met haar andere opmerkingen kunnen wij niets.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie stelt vast dat partijen een overeenkomst voor onbepaalde tijd hebben gesloten. Gelet op artikel 6 van de toepasselijke (BOVAG) voorwaarden kon de overeenkomst derhalve rechtsgeldig door de consument worden beëindigd. Dit betekent dat de consument geen – verdere – lesgelden is verschuldigd aan de ondernemer voor wat betreft de boeken overweegt de commissie dat de regeling welke tussen partijen van kracht is aldus luidt dat de consument slechts € 10,– verschuldigd is indien zij de boeken retourneert. Nu zij dit wenst is zij slechts € 10,– verschuldigd terzake het gebruik van die boeken. Dat de ondernemer de boeken kennelijk niet terug wenst dient in dit verband voor zijn risico te blijven nu hij genoemde mogelijkheid uitdrukkelijk in het leven heeft geroepen in de met de consument gesloten overeenkomst. Het teveel betaalde bedrag zijdens de consument zal de ondernemer dus terug moeten betalen.   De consument heeft zich voorts nog beklaagd over de kwaliteit en de aanvangstijdstippen van de lessen, doch zij heeft het door haar gestelde niet aannemelijk gemaakt, zulks mede gelet op de gemotiveerde betwisting van de ondernemer. Dit geldt ook voor de gevraagde aanvullende schadevergoeding.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 35,– terzake de boeken. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 18 april 2008.