Consument niet gehouden tot het betalen van provisie door ontbreken van overeenkomst

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Kosten / Overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 272361/450264

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen consument en ondernemer. Het geschil betreft de verkoopkosten. De consument is van mening dat de provisie ten onrechte in rekening is gebracht door de ondernemer. In het verweerschrift van de ondernemer is aangevoerd dat dit duidelijk met de consument is afgesproken. Om de consument tegemoet te komen, is deze uiteindelijk verlaagd.

De commissie beslist als volgt:

De consument heeft de provisie betwist en dit is door de ondernemer niet weersproken. Uit een eerdere uitspraak van de Geschillencommissie is gebleken dat provisie alleen betaald dient te worden als daar een schriftelijke overeenkomst aan ten grondslag ligt. De consument heeft recht op terugbetaling. De klacht is gegrond.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil gaat over verkoopkosten (provisie) van € 625,–, die de ondernemer bij de consument in rekening heeft gebracht.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De consument is van mening dat de ondernemer de provisie ten onrechte in rekening heeft gebracht en wil daarom volledige terugbetaling.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer heeft op 13 juli 2024 een verweerschrift ingediend. In dat verweerschrift heeft de ondernemer -voor zover van belang- aangevoerd dat vooraf met de consument duidelijk een provisie van 5% (€ 1.250,–) is afgesproken. Om de consument tegemoet te komen is uiteindelijk een provisie van 2,5% (€ 625,–) afgesproken, aldus de ondernemer.

Beoordeling van het geschil

1. De consument heeft tijdens de mondelinge behandeling nadrukkelijk betwist dat zij vooraf met de ondernemer een provisie van € 1.250,– of € 625,– heeft afgesproken. De ondernemer, die er kennelijk voor heeft gekozen niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn, heeft de betwisting niet weersproken. Verder is het volgende van belang. In een eerdere zaak tussen een consument en deze ondernemer, waarbij de commissie op 17 april 2023 uitspraak heeft gedaan, heeft de commissie al geoordeeld dat een ondernemer op grond van artikel 9 lid 4 in samenhang met artikel 9 lid 5 van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen slechts recht heeft op een bemiddelingsvergoeding (verkoopprovisie) als daaraan een schriftelijke overeenkomst met de consument ten grondslag ligt. Uit de stukken die partijen aan de commissie hebben overgelegd, is van het bestaan van een dergelijke schriftelijke overeenkomst in dit geval in het geheel niet gebleken.
Dit betekent dat de consument recht heeft op terugbetaling van het door haar betaalde bedrag van
€ 625,–.

3. Omdat de klacht gegrond is, moet de ondernemer ook het klachtengeld aan de consument vergoeden en is hij tevens behandelingskosten aan de commissie verschuldigd.

4. Dit leidt de commissie tot de volgende beslissing.

Beslissing

De ondernemer dient aan de consument binnen 30 kalenderdagen na de verzending van deze beslissing een bedrag (terug) te betalen van € 625,–. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden in verband met het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer ook behandelingskosten verschuldigd, te betalen aan het secretariaat van de commissie. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. J.L. Sierkstra, voorzitter, mevrouw mr. M. de Rooij – Slager , mevrouw mr. J.M. Huijsman- Hartkamp , leden, op 13 september 2024.