Consument niet tevreden met onderhoud aan auto door ondernemer

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 121316

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument stelt dat door niet deskundig onderhoud de accu’s van zijn auto beschadigd zijn geraakt, waardoor de auto total loss is verklaard. Vervolgens is de auto zonder overleg met de consument door de ondernemer naar de dealer gebracht voor een onderzoek. Volgens de ondernemer is de auto wel in overleg met de consument naar de dealer gebracht. Daar bleek de accu het probleem te zijn. De reparatiekosten bleken hoger dan de dagwaarde van de auto. De ondernemer vindt dat zij haar deel van de overeenkomst is nagekomen en wil betaling van de factuur. Inmiddels is de auto van de consument verkocht, deze is dus niet meer voor onderzoek beschikbaar. Er kan door de commissie dus niet worden vastgesteld of de ondernemer nalatig is geweest. De commissie oordeelt dat niet kan worden vastgesteld of de consument niet is geraadpleegd voor dat de auto door de dealer werd bekeken. De bewijslast hiervoor rust op de consument en hij heeft zijn opvatting niet kunnen bewijzen. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit volgens de consument voort uit een in 2017 en 2018 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomsten. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van (onderhouds) werkzaamheden aan een gebruikte Opel Ampera. De overeenkomst is uitgevoerd op voormelde data.

De consument heeft een bedrag van € 1400,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Door niet deskundig onderhoud zijn mijn accu’s beschadigd geraakt en werd mijn Opel Ampera total loss verklaard. Voorts is de auto zonder overleg naar een Opel dealer gebracht voor een onderzoek omdat de ondernemer er niet uit kwam.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Sinds juli 2017 is de auto in onderhoud bij de ondernemer. In augustus 2018 werd de auto bij de ondernemer gebracht met laadproblemen. Na overleg met de consument is de auto naar een Opel dealer gebracht. Die stelde de diagnose aan de hoogspanning. De inverter moest worden vervangen. In samenspraak met de consument is een gebruikt exemplaar gemonteerd. Er bleven echter foutmeldingen, uiteindelijk bleek bij de Opel dealer de hybride accu het probleem te veroorzaken. De reparatiekosten bleken hoger dan de dagwaarde van de Opel. De consument heeft vervolgens besloten de auto zonder reparatie van de hand te doen. De ondernemer is haar deel van de overeenkomst nagekomen en wil betaling van haar factuur.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Gebleken is dat de auto van de consument inmiddels is verkocht. Dat betekent dat deze niet (meer) voor onderzoek (door een deskundige van de commissie) beschikbaar is. En dat brengt mee dat niet meer kan worden vastgesteld of de ondernemer nalatig is geweest, terwijl dit niet uit andere gegevens is gebleken.
Niet kan worden vastgesteld of de consument niet is geraadpleegd voor dat de auto door een Opel dealer werd bekeken, nu partijen daar over en weer over strijden en de bewijslast daarvoor op de consument rust en hij zijn opvatting niet heeft kunnen staven.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.

€ 1.400,– wordt aan de ondernemer overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit mr. J. van der Groen, voorzitter, A. Vis en M.H.A.M. Hoevenaars, leden, op 22 februari 2019.