Commissie: Reizen
Categorie: Annulering / Schadevergoeding
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
133192/135848
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de uitvoering van een pakketreis naar Rhodos, Griekenland. De vlucht naar Rhodos is halverwege afgebroken en het vliegtuig is teruggekeerd naar Schiphol in verband met technische problemen. De consument kon met een nieuwe vlucht mee maar dat kon pas op de volgende dag. Door de wijziging zou de consument veel nadeel ondervinden en zij is niet op het voorstel ingegaan. Het zou namelijk betekenen dat de consument een nacht korter op de bestemming zou zijn en de reis niet volbracht zou kunnen worden als gewenst. De consument vraagt restitutie van de reissom. De ondernemer heeft alternatieven aangeboden en is van mening dat hij de consument voldoende tegemoet is gekomen. Nu de ondernemer naar het oordeel van de commissie heeft voldaan aan zijn verplichtingen voortvloeiende uit de problemen op de vlucht naar Rhodos en er geen juridische grondslag is voor de vordering van de consument, is haar klacht ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de uitvoering van een pakketreis naar Rhodos, Griekenland met vertrekdatum 7 augustus 2021.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De vlucht naar Rhodos is halverwege afgebroken en het vliegtuig is teruggekeerd naar Schiphol in verband met technische problemen.
De consument kon met een nieuwe vlucht mee maar dat kon pas op de volgende dag.
Door de wijziging zou de consument veel nadeel ondervinden en zij is niet op het voorstel ingegaan.
Het zou namelijk betekenen dat de consument een nacht korter op de bestemming zou zijn en de reis niet volbracht zou kunnen worden als gewenst.
De consument vraagt restitutie van de reissom ad € 2.344,–.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De door de consument geboekte reis is op 7 augustus 2021 begonnen en het vliegtuig is op tijd vertrokken.
Tijdens de vlucht bleek echter dat er technische problemen waren die niet meteen opgelost konden worden en het vliegtuig is teruggevlogen naar Schiphol.
Bij aankomst was duidelijk dat de passagiers de volgende ochtend alsnog konden vertrekken, zij het met de nodige vertraging.
De passagiers zijn ingelicht en de ondernemer heeft hotelovernachtingen geregeld.
De consument heeft zelf besloten niet meer in te stappen en wilde niet wachten op de vlucht die de volgende ochtend zou vertrekken.
De consument zou slechts een nacht en een ontbijt op de bestemming missen. Zij zou met de volgende vlucht na het ontbijt gearriveerd zijn. De vertraging kan niet worden aangemerkt als een ingrijpende wijziging van de pakketreis.
Voor de vertraging is een bedrag van € 800,– uitgekeerd voor het ongemak dat met de vertraging gepaard ging.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen staat vast dat de consument een pakketreis heeft geboekt naar Rhodos en dat zij ook daadwerkelijk naar haar bestemming is vertrokken op 7 augustus 2021.
De consument doet ter onderbouwing van haar vordering een beroep artikel 6.3 van de algemene voorwaarden van de reisorganisatie dat kort gezegd inhoudt dat wijziging van de vertrekdatum wordt beschouwd als een deel-annulering.
Naar het oordeel van de commissie kan dat artikel niet als grondslag dienen voor haar vordering, immers de reis is zoals overeengekomen op de afgesproken dag begonnen.
Van een gewijzigde vertrekdatum in de zin van artikel 6.3 van de eerder genoemde reisvoorwaarden was dan ook geen sprake.
Met de ondernemer is de commissie van oordeel dat er in dit geval van vertraging sprake is geweest, waarvoor terecht een tegemoetkoming voor het ontstane ongemak is betaald.
De consument heeft om haar moverende redenen besloten af te zien van de verdere reis en zegt geen gebruik te hebben willen maken van de mogelijkheden die geboden werden.
Uiteindelijk is zij ook niet met de volgende vlucht meegegaan.
Dat is haar goed recht, maar dat betekent niet dat zij nu de reissom terug kan vragen.
Op zijn minst had er voordat de consument besloot niet meer mee te gaan, overleg geweest moeten zijn met de ondernemer en dat is er niet geweest.
De consument heeft desgevraagd gezegd dat zij geen contact kon krijgen met de ondernemer, hetgeen de commissie niet aannemelijk vindt gegeven het feit dat de ondernemer hotelovernachtingen moest regelen voor alle inzittenden van de vlucht.
Het feit dat de consument naar eigen zeggen heeft besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheden die geboden werden, wijst ook niet in die richting.
Nu de ondernemer naar het oordeel van de commissie heeft voldaan aan zijn verplichtingen voortvloeiende uit de problemen op de vlucht naar Rhodos op 7 augustus 2021 en er geen juridische grondslag is voor de vordering van de consument, is haar klacht ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument gevraagde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit mevrouw mr. I.E. de Vries, voorzitter, mevrouw drs. G.M. Locquet, mevrouw A. Pols-Verweij, leden, op 20 januari 2022.