Commissie: Recreatie
Categorie: Herstructurering
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
21170/26233
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt erover dat de ondernemer onzorgvuldig heeft gehandeld door het opzeggen van de overeenkomst vanwege herstructurering. De ondernemer heeft volgens de consument de indruk gewekt dat hij nog een lange tijd op het vakantiepark zou kunnen staan met zijn caravan. Daarom heeft de consument verschillende investeringen in zijn caravan gedaan. De consument wil dat de verhuurperiode wordt verlengd tot december 2022. De ondernemer geeft aan dat hij de overeenkomst vanwege herstructurering mag opzeggen en dat dit geheel volgens de Recron-voorwaarden is gedaan. Daarnaast heeft de consument er zelf voor gekozen om te investeren in de caravan. De commissie oordeelt dat er geen sprake is van onzorgvuldigheid bij de ondernemer. Volgens de Recron-voorwaarden heeft de ondernemer het recht om de overeenkomst op te zeggen bij een herstructurering. Daarbij heeft de consument recht op tegemoetkomingen voor verplaatsing en een alternatieve standplaats. De commissie ziet geen andere gronden voor toekenning van meer vergoedingen. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat over de opzegging van de huurovereenkomst van de vaste standplaats van de consument door de ondernemer wegens herstructurering per 1 januari 2021.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit standpunt op het volgende neer.
Ondanks het feit dat de ondernemer zich juridisch houdt aan de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen wat betreft opzegtermijn, restitutie gedeelte huursom en tegemoetkoming verplaatsings-kosten, is de consument van mening dat de ondernemer als verhuurder onzorgvuldig heeft gehandeld. In dat verband heeft de consument aangevoerd dat de ondernemer de indruk heeft gewekt dat de consument nog geruime tijd op het vakantiepark zou kunnen staan met zijn caravan. Na een aanschrijving van de ondernemer in 2018 heeft de consument de veranda vervangen; de kosten daarvan waren € 2.041,97. En na opnieuw een aanschrijving van de ondernemer in 2019 heeft de consument de caravan laten restylen en aan laten passen aan de looks van het park; de kosten daarvan waren ca. € 2.700,–. De consument heeft deze investeringen in zijn caravan gedaan omdat zij graag op het vakantiepark verblijven én verhuren. De opzegging op 18 december 2019 kwam dan ook geheel onverwacht. Hadden zij vooraf van de opzegging per 2021 geweten, dan hadden zij zich een aantal kosten zeker kunnen besparen. De veranda bijvoorbeeld verkeerde namelijk nog in goede staat.
Verder komt de consument door de onverwachte opzegging ook voor onnodig toekomstige hoge kosten te staan. Want als door de opzegging verhuur van de caravan niet meer mogelijk is, is het voor eigen gebruik te duur en zijn zij genoodzaakt de caravan te verkopen. Dit zal naar verwachting voor vele standplaatshouders gelden, waardoor het aanbod van caravans enorm groot zal zijn en de prijs die zij van een (op)koper zullen ontvangen naar verwachting veel lager zal zijn dan de werkelijke waarde. Ook zullen de kosten van de verplaatsing van de caravan mogelijk hoger zijn dan de tegemoetkoming. En om de verplaatsing van de caravan vóór 31 december 2020 te kunnen realiseren, kan de consument vanaf medio september 2020 niet meer verhuren, waardoor zij huurpenningen missen. Ook is er nog de emotionele schade die niet op geld waardeerbaar is. Zo heeft de consument de caravan al 10 jaar op deze schitterende locatie, zijn hun kinderen er groot geworden met de zee en komen ze inmiddels ook zelf met hun partner naar deze locatie voor hun vakantie.
De consument heeft de ondernemer altijd als een betrouwbare verhuurder gekend en hoopt ook nu op een coulante afwikkeling. Concreet zou de consument graag willen:
a. een verhuurperiode van 3 jaar, dus tot en met 31 december 2022;
b. mocht dit door de herstructurering onmogelijk zijn, dan een alternatieve standplaats in de naaste omgeving, vlak aan zee;
c. indien er geen alternatieve standplaats beschikbaar is, een georganiseerd aanbod van de ondernemer met betrekking tot de verplaatsing van de caravan c.q. een volledige vergoeding van de te maken kosten hiervoor, inclusief het verwijderen van het terras;
d. een tegemoetkoming in de te derven huurpenningen voor het laatste kwartaal;
e. een tegemoetkoming in de waardevermindering van de caravan in geval van “gedwongen” verkoop, als verhuur niet meer mogelijk is.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken.
In het verweerschrift van 9 april 2020 heeft de ondernemer, samengevat, aangegeven dat hij de huurovereenkomst wegens een herstructurering van het vakantiepark, waarbij de standplaatsen voor de jaarplaatsen komen te vervallen, heeft opgezegd. Daarbij zijn de voorgeschreven regels van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen door hem in acht genomen en de consument kan op grond van de Recron-voorwaarden ook aanspraak maken op meerdere financiële tegemoetkomingen.
Zo kan de consument gedurende de laatste zes maanden van de opzegtermijn (1 juli 2020 tot en met 31 december 2020) gratis gebruik maken van de standplaats en ook krijgt de consument een verplaatsingskostenvergoeding van € 1.512,05. Met betrekking tot de door de consument in 2018 en 2019 gedane investeringen, merkt de ondernemer op dat de consument er voor heeft gekozen om de caravan niet (steeds) zelf te gebruiken, maar ook te verhuren aan derden. De verhuurbemiddeling gebeurt door [naam verhuurbemiddelaar]. [Naam verhuurbemiddelaar] hanteert daarbij haar eigen kwaliteitstandaard. In dat kader inspecteert [naam verhuurbemiddelaar] ieder jaar alle accommodaties die zij aan gasten verhuurt, zo ook de caravan van de consument. Deze inspectie heeft als doel om er voor te zorgen dat de accommodaties voldoen aan de kwaliteitstandaarden die [naam verhuurbemiddelaar] hanteert. [Naam verhuurbemiddelaar] heeft de consument niet verplicht tot het uitvoeren van de verbeteringen. Het is uiteindelijk aan de consument zelf om te beslissen of hij de verbeteringen inderdaad wil doorvoeren, zodat het kampeermiddel door [naam verhuurbemiddelaar] ook het daarop volgende seizoen kan worden verhuurd.
De consument heeft zijn investeringen ook niet voor niets gedaan, zoals hij kennelijk meent. In 2019 en in 2020 heeft/kan hij namelijk nog opbrengsten ontvangen uit de verhuur van zijn caravan aan gasten. Daarnaast zijn de gemaakte kosten natuurlijk niet verloren gegaan, omdat het verrichten van onderhoud bijdraagt aan de levensduur van het kampeermiddel en het genot daarvan. De consument kan zijn kampeermiddel komende jaren nog plaatsen op een ander vakantiepark, zodat hij nog kan genieten van de door hem gedane investeringen. Met betrekking tot de opzegging op 18 december 2019 heeft de ondernemer aangegeven dat pas in het najaar van 2019 bij [keten van vakantieparken] de herstructureringsplannen zijn ontstaan en dat pas medio december 2019 is besloten dat de herstructureringsplannen uitgevoerd gaan worden. Meteen daarna is de opzegging gedaan.
Continuering van de huurovereenkomst tot en met 31 december 2022 is niet mogelijk omdat de eerste werkzaamheden in het kader van de herstructurering al vanaf begin 2021 zullen worden uitgevoerd. Ook een alternatieve plaats op het terrein is niet mogelijk, omdat de caravan van de consument ouder is dan twee jaar. Voor een schadeloosstelling, boven op de financiële tegemoetkomingen die de ondernemer al heeft toegezegd, bestaat naar de mening van de ondernemer geen verplichting. Wel biedt de ondernemer nog de mogelijkheid om het kampeermiddel van de consument te verplaatsen naar de uitgang van het vakantiepark en ook mag de consument de terrastegels in de geplaatste containers op het terrein achterlaten.
Beoordeling van het geschil
De commissie stelt vast dat de opzegging van de huurovereenkomst door de ondernemer heeft plaatsgevonden conform de van toepassing zijnde Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen.
Van onzorgvuldigheid van de kant van de ondernemer is geen sprake, omdat de Recron-voorwaarden een ondernemer nu eenmaal het recht geven om tot opzegging over te gaan bij een herstructurering en de consument de herstructurering als zodanig niet heeft betwist. De opzegging van de overeenkomst per 1 januari 2021 is dus rechtsgeldig en voor een (verplichte) continuering van de overeenkomst tot en met 31 december 2022, zoals door de consument gewenst, is dan geen plaats.
Verder heeft de ondernemer onweersproken aangevoerd dat en waarom er op het vakantiepark geen alternatieve standplaats voor de consument beschikbaar is.
Bij een herstructurering, zoals hier aan de orde, voorzien de Recron-voorwaarden in een tweetal tegemoetkomingen, die terug te vinden zijn in artikel 12 lid 6 respectievelijk 12 lid 7 van de Recron-voorwaarden. Op díe tegemoetkomingen heeft de consument recht. De daarnaast door de consument nog gewenste vergoedingen, die hierboven (in Standpunt van de consument onder c. tot en met e.) vermeld staan, vallen daarbuiten. In deze procedure is ook niet gebleken dat die vergoedingen op een andere grondslag (bijvoorbeeld wanprestatie, dwaling of onrechtmatige daad) wel toegewezen zouden kunnen worden.
Met betrekking tot de door de consument in 2018 en 2019 gedane investeringen, onderschrijft de commissie het standpunt van de ondernemer zoals dat hierboven (in Standpunt van de ondernemer) is weergegeven.
Het bovenstaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond zal worden verklaard.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit mr. J.L. Sierkstra, voorzitter, drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk en P.W.M. Meijkamp, leden, op 8 juni 2020.