Consument verantwoordelijk voor de bestelling gedaan door een derde (in dit geval de zoon), die gebruik heeft gemaakt van de gegevens van de rekening die de consument bij de ondernemer heeft.

  • Home >>
  • Thuiswinkel >>
De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Aanbod    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: THU03-0031

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een in juli 2002 door de ondernemer verrichte levering van een computer met toebehoren, welke levering is verricht naar aanleiding van een bestelling van [de zoon van de consument], waarbij deze gebruik heeft gemaakt van een door de ondernemer aan de consument verstrekt accountnummer. De koopprijs van de geleverde zaken bedroeg € 2.704,11.   De consument heeft in oktober 2002 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Mijn minderjarige dochter, die bij mij woont, heeft enige tijd geleden een ketting bij de ondernemer besteld. Op verzoek van de ondernemer heb ik daarvoor schriftelijk toestemming gegeven. Vervolgens is er een account geopend op [mijn achternaam] en met het bankrekeningnummer van mijn dochter. Ik ben er steeds van uitgegaan dat het account op naam stond van mijn dochter, omdat zij de ketting had besteld en haar rekeningnummer bij het account wordt vermeld. Haar eerste voorletter is [dezelfde als mijn eerste voorletter]. In juli 2002 heeft mijn zoon, die eveneens minderjarig is en ook bij mij woont, een computer bij de ondernemer besteld, waarbij hij gebruik heeft gemaakt van het aan mijn dochter verstrekte accountnummer. Mijn zoon had mij verteld dat hij als werknemer van [een hamburgerrestaurant] gebruik maakte van een computerproject voor de werknemers, waarbij dezen een computer konden kopen waarvan de kosten zouden worden verrekend met overuren. Ik geloofde dit verhaal. Later bleek dat mijn zoon dit verhaal had verzonnen. De computer had hij inmiddels doorverkocht. Aan de ondernemer is nooit iets betaald. Wel heeft mijn zoon gezegd dat hij een bedrag van € 400,– via een storting bij het postkantoor aan de ondernemer heeft betaald, maar de ondernemer zegt dat hij niets heeft ontvangen en mijn zoon heeft mij geen betalingsbewijs kunnen tonen. Mijn zoon lijdt aan een geestelijke handicap, als gevolg waarvan hij moeilijk kwaad van goed kan scheiden. De ondernemer eist nu betaling van de op het account geboekte termijnen. Behalve dat ik niet tot betalen in staat ben omdat ik een bijstandsuitkering heb, ben ik van mening dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de gang van zaken. Mijn zoon is minderjarig, evenals mijn dochter, ik heb nooit toestemming gegeven voor deze transactie en ik heb nooit enig stuk ondertekend, zelfs niet een kredietovereenkomst, die volgens de algemene voorwaarden van de ondernemer noodzakelijk is, als er krediet wordt verleend voor een bedrag van € 907,56 of meer. De ondernemer heeft echter zijn aansprakelijkheid van de hand gewezen.   De consument verlangt creditering van de via het bestaande account ter zake van de geleverde computer in rekening gebrachte bedragen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij openen nooit accounts op naam van minderjarigen. Bij de opening van een account vragen wij naar de geboortedatum van de klant en naar het adres en de postcode. In dit geval is er een account geopend op naam van [de ondernemer] met [zijn woonadres]. Dit account betreft dus de moeder en niet de dochter. Het bankrekeningnummer heeft voor de identificatie van de klant geen betekenis. Als er eenmaal een account bestaat, kan iedereen die het accountnummer en de postcode doorgeeft telefonisch een bestelling ten laste van het account doen. Dat is met de computer ook gebeurd. Wij houden de consument dus ten volle aansprakelijk voor de terzake van de geleverde computer verschuldigde bedragen.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Of er een schriftelijke kredietovereenkomst aan de consument is gestuurd, kan ik op dit moment niet nagaan. Voor de aansprakelijkheid van de consument maakt dit ons inziens geen verschil.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de ondernemer op verzoek van de commissie contact met de administratie van de ondernemer opgenomen en gevraagd welke geboortedatum bij het onderhavige account is vermeld. Dit blijkt de geboortedatum van de consument te zijn, hetgeen de consument ter zitting heeft toegegeven. De commissie leidt hieruit af dat tussen de ondernemer en de consument een contractuele relatie bestaat en niet tussen de ondernemer en de dochter. Dat het bankrekeningnummer van de dochter bij het account wordt vermeld doet niet ter zake, omdat de ondernemer niet kan weten op wiens naam de bankrekening staat. Een consument die een rekening heeft lopen bij een thuiswinkelbedrijf is voor het beheer daarvan verantwoordelijk. Dat betekent onder meer dat als anderen met gebruikmaking van de gegevens van het account een bestelling doen waar de rekeninghouder het niet mee eens is, de rekeninghouder ervoor moet zorgen dat de bestelling binnen de daarvoor geldende termijn wordt geretourneerd. In dit geval is dat niet gebeurd. De daarvoor door de consument aangevoerde redenen zijn voor haar risico, nu de ondernemer geen zicht heeft op degenen die gebruik maken van het account en ervan mag uitgaan dat de zaak in orde is als het juiste accountnummer en de juiste postcode bij de bestelling worden opgegeven. Nu de overeenkomst niet binnen de daarvoor geldende termijn door de consument is ontbonden, terwijl bovendien teruglevering van het bestelde niet meer mogelijk is, omdat de computer is doorverkocht aan een, naar de zoon ter zitting verklaarde, hem onbekende derde, is de consument jegens de ondernemer aansprakelijk voor de betaling van de op de geleverde computer betrekking hebbende bedragen. De vraag of aan de consument een schriftelijke kredietovereenkomst is gezonden is uitsluitend van belang voor de (rechts)geldigheid van de aan de consument verstrekte kredietfaciliteit en doet aan de verbintenis van de consument uit de koopovereenkomst niets af.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 28 juli 2003.