Consument verplicht tot betaling voor onderzoek garagedeur storing

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Zonwering    Categorie: Factuur    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 225457/237770

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In dit geschil werd een klacht van een consument beoordeeld, die betwistte dat een overeenkomst tot stand was gekomen voor het onderzoeken en verhelpen van een storing aan zijn automatische garagedeur door een ondernemer. De consument stelde dat er alleen een offerte was uitgebracht, die hij niet had geaccepteerd, en dat de ondernemer onterecht kosten in rekening had gebracht, waaronder voorrijkosten, die niet vooraf waren gecommuniceerd. De Geschillencommissie oordeelde echter dat de consument een storing had gemeld, en dat de ondernemer terecht een monteur had gestuurd om de situatie te onderzoeken, wat een geldige overeenkomst vormde. De factuur van € 127,05 werd redelijk geacht voor de verrichte werkzaamheden. Daarom werd de klacht van de consument ongegrond verklaard en hoefde de ondernemer het bedrag niet terug te betalen

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit op of omstreeks 19 september 2022 door de ondernemer uitgevoerde
werkzaamheden, betreffende het onderzoeken en waar mogelijk verhelpen van een storing aan de
automatische garagedeur van de consument. Daarvoor heeft de ondernemer aan de consument € 127,05
in rekening gebracht.

De werkzaamheden vonden plaats op of omstreeks 19 september 2022.

Het geschil betreft de vraag of tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, waarvoor de ondernemer een factuur kan sturen en zo ja, of de toegezonden factuur correct is.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft geen werkzaamheden uitgevoerd, alleen een offerte uitgebracht. Die is niet door de
consument geaccepteerd.

De ondernemer heeft toch een factuur gestuurd. De ondernemer had ook geen voorrijkosten mogen
rekenen, omdat dit van tevoren niet gezegd is. Bovendien stond dit niet in de algemene voorwaarden.
De consument heeft onder protest betaald bij de deurwaarder.
De consument verlangt terugbetaling van het betaalde bedrag.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft contact opgenomen vanwege een storing aan de garagedeur. Daarop is een monteur
van de ondernemer naar de consument geweest, waarbij de motor geheel is nagekeken. De monteur kon
de storing niet verhelpen, er was een rail en een tandriem gebroken. Die moesten vervangen worden.
Daarvoor is een offerte afgegeven.

In de verstrekte offerte zijn ook de kosten van de werkzaamheden op 19 september 2022 opgenomen €
127,05.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Partijen hebben zich uitdrukkelijk akkoord verklaard met de toepasselijkheid van de Romazovoorwaarden.
Daarom is de commissie bevoegd om van het geschil kennis te nemen en in dat geschil tussen partijen een
beslissing te nemen in de vorm van een bindend advies.

Op 19 september 2022 is een monteur van de ondernemer bij de consument geweest. Volgens de
ondernemer is de monteur naar de consument gegaan naar aanleiding van een storingsmelding. De
consument heeft niet ontkend dat sprake is geweest van een storingsmelding aan de ondernemer.
De commissie is van oordeel dat de door die melding van de storing door de consument aan de
ondernemer en de kennelijk gemaakte afspraak dat een monteur de situatie ter plaatse zou bekijken
voldoende aannemelijk is geworden dat op dat punt tussen partijen een overeenkomst tot stand is
gekomen. Een telefonische storingsmelding kan immers niet worden gezien als een vrijblijvende uitnodiging
om een consument te bezoeken, zodat dat daarvoor kosten in rekening gebracht kunnen worden.
De commissie gaat er daarbij vanuit dat de inhoud van de overeenkomst geweest is het onderzoeken van
de storing en het waar mogelijk verhelpen daarvan.

Uit hetgeen partijen hebben gesteld, blijkt dat de monteur ter plaatse is geweest en dat daarbij de storing
beoordeeld is. Omdat de storing niet meteen verholpen kon worden en dus kennelijk meer materiaal en
arbeid noodzakelijk was, is door de ondernemer een offerte uitgebracht. Die offerte is vervolgens niet door
de consument geaccepteerd.

Dat neemt niet weg dat er, zoals aangegeven, wel degelijk opdracht is gegeven voor beoordeling van de
storing en het waar mogelijk verhelpen daarvan. Het niet accepteren van de offerte voor
vervolgwerkzaamheden doet daar niet aan af.

De ondernemer heeft voor het uitgevoerde werk een factuur opgemaakt ten bedrage van € 127,05. De
commissie is van oordeel dat dit bedrag in redelijke verhouding staat tot wat er gedaan is. Daarmee mocht
de ondernemer dit bedrag in rekening brengen. De consument is dit bedrag dan ook verschuldigd voor de
door hem gegeven opdracht.

De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer het door de consument betaalde bedrag niet
hoeft terug te betalen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zonwering, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter,
W.J.M. van den Berg, mr. M.J. Boon, leden, op 29 mei 2024.