Commissie: Energie Prijsplafond
Categorie: Energie Prijsplafond
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
473041/504252
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Bij deze uitspraak is er sprake van een energieleveringsovereenkomst tussen consument en ondernemer. De consument is eerder bij de geschillencommissie energie geweest betreffende een geschil over het onjuist doorgeven van de meterstanden. Naar aanleiding hiervan zijn door de ondernemer de juiste meterstanden verstrekt. In dit geschil meent de consument dat bij deze meterstanden geen rekening is gehouden met het energieprijsplafond. De ondernemer betoogt dat dit wel is gebeurd.
Wat is de beslissing?
De commissie stelt zich, net als de ondernemer, op het standpunt dat rekening is gehouden met het prijsplafond. Dit volgt uit de gecorrigeerde maandelijkse nota’s zoals ingediend bij de geschillencommissie energie. De consument heeft haar klacht ook niet verder toegelicht. Hieruit volgt dat de commissie in deze zaak niet anders kan dan de zienswijze van de ondernemer te volgen.
De volledige uitspraak
Deze procedure gaat over de vraag of de ondernemer het prijsplafond heeft toegepast. Dat de ondernemer het prijsplafond heeft toegepast blijkt uit de gecorrigeerde maandelijkse nota’s.
Beoordeling
De consument klaagt in een procedure bij de geschillencommissie energie erover dat de begin- en eindstanden van zijn jaarnota’s en eindnota betreffende gas en elektriciteit verkeerd zijn vermeld. Op 25 mei 2024 ontvangt hij een nieuwe eindafrekening (periode 10 januari 2023 tot 21 maart 2024). Daarin zijn zijns inziens de juiste standen vermeld, echter zonder voor 2023 rekening te houden met het prijsplafond. Hij dient vervolgens bij deze commissie een klacht in dat er geen rekening is gehouden met het prijsplafond.
De ondernemer betoogt het prijsplafond juist toegepast te hebben, zonder overigens een berekening daarvan over te leggen.
De commissie stelt vast dat in de maandelijkse nota’s, zoals gecorrigeerd, telkens rekening gehouden wordt met het prijsplafond. Nu de consument zijn klacht niet verder toelicht en volstaat met de toezending van stukken als kennelijk ingestuurd bij de geschillencommissie energie, kan de commissie niet tot een ander oordeel komen dan dat de ondernemer rekening heeft gehouden met het prijsplafond. Dat blijkt immers uit de maandelijkse nota’s, zoals gecorrigeerd.
Ten overvloede vermeldt de commissie dat veelal bij consumenten verwarring bestaat over de berekening van het prijsplafond. De commissie verwijst kortheidshalve naar haar vaste lijn, zoals blijkend uit haar uitspraak onder nummer 223810/232048 (te vinden op de website van de commissie onder eerdere uitspraken). Daarin wordt verwezen naar de tekst van artikel 3 lid 3 (gas en elektriciteit samen) Subsidieregeling bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023. Voorts wijst de commissie op de brief van de minister aan de tweede kamer d.d. 7 november 2022 (pagina 10 en 11) waaruit de wijze van berekening blijkt. Kort gezegd komt het erop neer dat uitgegaan wordt van een gemiddelde prijs in de af te rekenen periode (totaal betaald gedeeld door geleverde hoeveelheid minus de korting).
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie wijst de vordering af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie Prijsplafond, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer ing. C. Verloop , mevrouw mr. B.J. van Gent , leden, op 13 september 2024.