Consument zegde de overeenkomst niet tijdig op en is gehouden het jaargeld te voldoen

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Annulering overeenkomst / Opzegging    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 162755/169481

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument staat drie jaar op de wachtlijst voor een vaste ligplaats bij de ondernemer en heeft in de tussentijd een plaats op de passantenstijger. De consument betaalde hiervoor wel het tarief voor een vaste ligplaats. Toen de consument de laatste factuur van de ondernemer kreeg, heeft hij aangegeven de overeenkomst te willen beëindigen. De boot lag ondertussen namelijk in Spanje. Omdat de opzegtermijn al voorbij is, is de consument gehouden het volledige jaargeld te voldoen. De consument verlangt dat hij het liggeld van het komende jaar niet hoeft te voldoen. De ondernemer stelt dat de overeenkomst stilzwijgend wordt verlengd, hetgeen betekent dat de consument gehouden is het jaargeld te voldoen. Tevens stelt de ondernemer dat er sprake is van een reguliere ligplaats. De commissie is van oordeel dat er sprake is van een reguliere ligplaats, zodat de opzegtermijn van uiterlijk drie maanden voor het begin van de nieuwe huurperiode van toepassing is. Nu niet tijdig is opgezegd, is de consument gehouden het jaargeld te voldoen. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Waterrecreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 september 2022 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De ondernemer is digitaal ter zitting verschenen. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid het geschil ter zitting toe te lichten.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft het doorbetalen van het volledige seizoen wegens te late opzegging van de ligplaats.

De consument heeft een bedrag van € 6.358,30 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument staat sinds drie jaar op de wachtlijst bij de ondernemer voor een ligplaats en heeft een tijdelijke ‘vaste’ plaats op de passantensteiger toegewezen gekregen. De plaats en steiger werden steeds gebruikt voor/door passanten, maar wel betaalde de consument hiervoor het volle tarief.

Het afgelopen seizoen liep van 1 april 2021 tot en met 31 maart 2022. De boot van de consument is sinds oktober 2021 weg uit haven. Op 10 januari 2022 heeft de consument een factuur gekregen voor het volgende seizoen. De consument heeft hierop meteen geantwoord het contract te willen beëindigen aangezien de boot ondertussen in Spanje ligt.

Bij vorige havens kreeg de consument steeds de factuur voor het verstrijken van de opzegtermijn, zodat altijd tijdig kon worden opgezegd indien nodig. Nu is hij 10 dagen te laat en moet daarvoor het volledige seizoen betalen. De consument geeft aan geen volledig seizoen te betalen voor een boot die er niet ligt. De ondernemer heeft een wachtlijst (waar de consument zelf ook op stond) dus die plaats krijgt de ondernemer sowieso nog verhuurd voor aanvang nieuw seizoen en wordt ook gebruikt door passanten. De consument meent dat de ondernemer drie keer wil verdienen op deze plaats dit seizoen. De consument is bereid een vergoeding te betalen voor de 10 dagen dat hij te laat was om de ligplaats op te zeggen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Er is een huurcontract en de HISWA-voorwaarden zijn van toepassing. Dat betekent dat als een ligplaats niet voor 31 december van enig jaar wordt opgezegd, de huur van de ligplaats wordt verlengd vanaf 1 april. Daaruit volgt dat huur moet worden betaald. Er is geen wachtlijst zoals door de consument gesteld. Een plaats aan de passantensteiger heeft dezelfde faciliteiten als alle andere plaatsen in de haven, de ligplaats aan de passantensteiger is voorzien van een aanduiding dat het niet voor passanten is en is op verzoek van de consument voorzien van een 25A-aansluiting.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Een overeenkomst tot huur van een ligplaats wordt verlengd behoudens opzegging uiterlijk drie maanden voor het begin van de nieuwe huurperiode (artikel 8, tweede lid van de toepasselijke HISWA algemene voorwaarden huur- en verhuur lig- en/of bergplaatsen voor vaartuigen en aanverwante artikelen). Dat de consument niet tijdig heeft opgezegd is niet in geschil tussen partijen. Het feit dat gedurende de periode van de huur van de ligplaats het schip door de consument is verplaatst, doet hieraan niet af. De HISWA-voorwaarden verplichten de ondernemer niet tot restitutie van een evenredig deel van het liggeld bij tussentijdse verwijdering van het schip. Restitutie van een evenredig deel van het liggeld indien de ondernemer erin slaagt om de desbetreffende ligplaats wederom te verhuren, is een vorm van coulance waartoe de ondernemer niet verplicht kan worden. Door de ondernemer is ter zitting toegelicht dat de ligplaats van de consument aan de passentensteiger als een volwaardige ligplaats kan worden aangemerkt. De ligplaats is afgezet met borden en er is een extra stroomvoorziening aangelegd. Er is geen reden om te veronderstellen dat hier geen sprake is van een reguliere ligplaats en dus de opzegtermijn van uiterlijk drie maanden voor het begin van de nieuwe huurperiode (derhalve uiterlijk op 31 december) geldt.

Gelet op het bovenstaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht ongegrond;
– beslist dat het in depot gestorte bedrag van € 6.358,30 aan de ondernemer wordt overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer M.P. Bakker, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 14 september 2022.