Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Aansprakelijkheid
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
21163/37590
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt bij de ondernemer over het niet leveren van zijn bestelling. De vervoerder geeft aan dat de consument toestemming heeft gegeven om namens hem het pakketje bij de deur neer te zetten, de consument ontkent dit. De consument verlangt terugbetaling van de koopprijs. Op basis van de ritgegevens staat vast dat het product is afgeleverd op het door de consument opgegeven adres. De commissie oordeelt dat de consument in de correspondentie met de ondernemer erkend heeft dat hij via zijn video-deurbel contact heeft gehad met de vervoerder. De consument heeft daarbij toegestemd voor levering bij de deur. Volgens de consument ging het maar om één pakket. De ondernemer geeft aan dat uit de ritadministratie blijkt dat de vervoerder beide voor de consument bestemde pakketten gelijktijdig heeft geleverd. De commissie geeft aan dat de consument daarom zelf het risico draagt voor de afwezigheid van persoonlijke controle bij een akkoord tot levering via de video-deurbel. Dit akkoord voor het neerzetten via de video-deurbel geldt als een acceptatie van het pakket. De commissie oordeelt dat het risico voor het pakket overgegaan is op de consument verklaard de klacht ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 22 november 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een PHILIPS HUE Play HDMI Sync Box tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 249,95.
De levering vond volgens de consument niet plaats.
Het geschil betreft het leveren van het pakket.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft bij de ondernemer een bestelling geplaatst. Het pakket is niet geleverd, maar de bezorger van de door de ondernemer ingeschakelde vervoerder heeft zelf voor ontvangst getekend met “deur”.
Volgens de vervoerder heeft de consument toestemming gegeven om namens hem te kenen en het pakket bij de deur neer te zetten. Dat klopt echter niet.
De ondernemer gaat er echter van uit dat het pakket is afgeleverd.
De consument heeft nooit toestemming gegeven om namens hem te tekenen en het pakket voor de deur te zetten. Dat zou hij ook nooit doen bij een pakket met deze waarde.
Er is die dag maar één pakketje bij de consument afgegeven en voor de deur geplaatst, maar dat was een pakketje met geringe waarde.
De consument verlangt terugbetaling van de koopprijs.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Naar aanleiding van de melding van niet-ontvangst door de consument heeft de ondernemer een onderzoek gestart bij de vervoerder [naam vervoerde]. [Vervoerder] heeft gerapporteerd dat uit de ritgegevens van de betreffende chauffeur blijkt dat hij het product samen met een tweede zending heeft afgeleverd op het bezorgadres. Bovendien volgt uit navraag bij het depot dat de consument een deurbel met een camera en belfunctie heeft. De chauffeur heeft aangebeld en de consument gaf aan dat het voor de deur gezet kon worden en dat de chauffeur kon tekenen. Dit is op dat adres eerder gebeurd. De chauffeur heeft gedaan wat de consument vroeg.
De consument bevestigt dat hij een deurbel met camera en belfunctie heeft, dat de chauffeur heeft aangebeld, en dat hij heeft aangegeven dat de zendingen voor de deur gezet konden worden en dat de chauffeur kon tekenen voor ontvangst. De consument geeft echter aan dat hij slechts één zending heeft aangetroffen en dat dit niet de zending van de ondernemer was.
Op basis van deze gegevens heeft de ondernemer de conclusie getrokken dat de consument de chauffeur van [vervoerder] toestemming heeft gegeven om het product voor de deur te zetten en te tekenen voor ontvangst. Het product is dus geleverd aan en in ontvangst genomen door de consument en de afhandeling heeft volgens de instructies van de consument plaatsgevonden. De ondernemer geeft dan ook aan dat de ondernemer in dit kader niet meer voor de consument kan betekenen.
Uit de ritgegevens van [vervoerder] blijkt dat de chauffeur de twee zendingen tegelijkertijd aan de consument heeft aangeboden. De ondernemer bestrijdt dat de consument de chauffeur slechts toestemming heeft gegeven één van de zendingen bij de deur te zetten en voor ontvangst te tekenen. De ondernemer heeft op basis van de aanwezige gegevens de klacht van de consument afgewezen.
Op bestellingen via de webshop van de ondernemer zijn onder meer de ‘Algemene Voorwaarden Thuiswinkel’ van toepassing. In artikel 13 lid 2 van deze Algemene Voorwaarden Thuiswinkel is opgenomen: “Als plaats van levering geldt het adres dat de consument aan de ondernemer kenbaar heeft gemaakt”. Verder is in artikel 7:11 lid 1 BW bepaald dat de zaak voor het risico van de koper komt “vanaf het moment dat de koper (…) de zaak heeft ontvangen”.
Op basis van de gegevens staat vast dat het product is afgeleverd op het door de consument opgegeven adres. De consument heeft het product op afstand (via de deurbel met camera en belfunctie) in ontvangst genomen. De consument heeft de chauffeur van [vervoerder] tijdens dit contact de instructie gegeven om het product bij de deur te zetten en namens de consument te tekenen voor ontvangst. Hieraan heeft de chauffeur voldaan. Vanaf dit moment komt het product voor het risico van de consument.
Indien komt vast te staan dat het product vervolgens niet door de consument is aangetroffen, dan is dat niet toe te rekenen aan de ondernemer. Voor de ondernemer is er dan ook geen aanleiding om haar eerdere standpunt aan te passen en de ondernemer is dan ook niet bereid het aankoopbedrag van € 249,95 te retourneren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Artikel 7:11 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek luidt:
Bij een consumentenkoop waarbij de zaak bij de koper wordt bezorgd, is de zaak voor het risico van de koper vanaf het moment dat de koper of een door hem aangewezen derde, die niet de vervoerder is, de zaak heeft ontvangen.
Volgens de ondernemer heeft de vervoerder het pakket (samen met een pakket van een andere partij) aangeboden aan de consument. De consument heeft daarbij tijdens contact via zijn video-deurbel aangegeven dat het pakket bij de deur achtergelaten kon worden.
In de correspondentie tussen de consument en de ondernemer heeft de consument erkend dat hij via zijn video-deurbel contact heeft gehad met de vervoerder. De consument heeft daarbij toegestemd in levering bij de deur. Volgens de consument betrof het echter maar één pakket.
Volgens de ondernemer blijkt uit de ritadministratie van de vervoerder dat beide voor de consument bestemde pakketten gelijktijdig zijn geleverd.
De commissie is van oordeel dat de consument zelf het risico draagt voor de afwezigheid van persoonlijke controle bij een akkoord tot levering via de video-deurbel. Dit akkoord voor het neerzetten via de video-deurbel geldt als een acceptatie van het pakket.
Met de verklaring van de chauffeur van de vervoerder, samen met de ritadministratie, acht de commissie voldoende aannemelijk dat beide pakketten met toestemming van de consument voor de deur van de consument zijn neergezet, waarmee de consument geacht wordt de pakketten te hebben ontvangen. Daarmee is het risico voor het pakket overgegaan op de consument.
Dat de consument een andere verwachting had en slechts één pakket verwachtte doet daaraan niet af. De consument heeft gekozen voor het communiceren via de video-deurbel, waarmee risico’s op misverstanden of vergissingen die daarvan het gevolg kunnen zijn geheel voor risico van de consument komen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, mr. S.L.R. van Nuijs en mr. A.J.E. Weijenborg-Meiss, leden, op 9 november 2020.