
Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
INS03-0155
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 1 maart 2000 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van een douche- en toiletruimte renovatie voor door de consument te betalen prijs van € 10.4029,– (f. 22.923,58). De werkzaamheden zijn verricht op of omstreeks juli 2000. De consument heeft een bedrag van € 110,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 28 april 2003 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Zie weergave klacht consument hierna in het weergegeven deel van het deskundigenrapport. Standpunt van de ondernemer De ondernemer heeft niet gereageerd. Het standpunt van de ondernemer is derhalve onbekend. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Het betreft de doucheruimte. De klacht met betrekking tot het muurverfwerk op het plafond is in maart 2003 ontstaan en betreft schimmel op het muurverfwerk en het loslaten van de muurverf van de ondergrond. Herstel is mogelijk. De schimmelvorming op het muurverfwerk aan het plafond ontstaat door onvoldoende ventilatie in de ruimte. Het loslaten van de verflaag is ontstaan doordat de ondergrond onvoldoende is schoongemaakt alvorens de latexmuurverf is aangebracht. Onder de latex muurverf is een afpoederende laag waargenomen, waarschijnlijk een veegvaste muurverf. Schilderwerk herstelwerkzaamheden: oude muurverflagen geheel verwijderen door steken/schrappen, ondergrond grondig reinigen met een schimmelwerend middel, voorstrijken en tweemaal behandelen met een latex muurverf welke geschikt is voor vochtige ruimte. Kosten hiervan totaal inclusief BTW € 159,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Noch de stellingen van de consument noch het deskundigenrapport zijn door ondernemer bestreden. De consument heeft ter zitting verklaard zich met het deskundigenrapport te verenigen. De commissie zelf ziet evenmin redenen om aan voornoemde stellingen en het rapport te twijfelen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Aangezien ondernemer noch voorafgaand aan noch tijdens de procedure heeft gereageerd en consument heeft aangegeven in ondernemer geen vertrouwen meer te hebben is nakoming geen reёele mogelijkheid meer. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 49,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de ondernemer een bedrag van € 115,– te vergoeden aan de consument ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 110,– als volgt verrekend. Het depotbedrag van € 110,– wordt geretourneerd aan consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 16 april 2004.