Correctie gasverbruik; aanzienlijk verbruik in relatief korte periode; niet adequaat optreden is aan ondernemer toe te rekenen.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Omvang levering    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 121309

De uitspraak:


Onderwerp van het geschil

De klacht heeft betrekking op de correctie van het gasverbruik over een periode van 3 jaar.

De consument heeft de klacht op 11 november 2018 voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

De consument voert – verkort weergegeven – aan dat zij bij het doorgeven van de meterstanden meerdere malen telefonisch heeft doorgegeven dat het haar opviel dat de gasmeter stilstond. Haar is toen verteld dat zij alleen kookgas afnam en was aangesloten op stadsverwarming. Omdat zij nauwelijks kookte, leek haar dat een plausibele verklaring. Pas in 2018 heeft [naam netbeheerder] de meter gecontroleerd en toen bleek dat deze niet correct werkte. De geschatte correctie bedraagt
€ 1.889,–.

De consument wil wel betalen vanaf het moment dat de meter is gemaakt maar niet opdraaien voor de slordige werkwijze van [naam netbeheerder].

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer heeft daarop – verkort weergegeven – als volgt gereageerd.

De consument heeft van 30 december 2014 tot 3 mei 2018 de beschikking gehad over een gasmeter die geen gasverbruik registreerde. Dit was al per januari 2016 bekend bij [naam netbeheerder]. Pas in 2018 heeft [naam netbeheerder] actie ondernomen en vastgesteld dat de gasmeter op het afleveradres van de consument het gasverbruik niet juist heeft geregistreerd dan wel doorgegeven. [naam netbeheerder] heeft de gasmeter vervangen per 3 mei 2018. Rekening houdend met de verjaringstermijn van 2 jaar heeft Liander het verbruik over de periode 3 mei 2016 tot en met 3 mei 2018 herrekend. Het geregistreerde verbruik op de nieuwe meter per 3 mei 2018 geeft geen aanleiding te veronderstellen dat in de voorgaande jaren sprake is geweest van bijzonder laag verbruik. Van 3 mei 2018 tot en met 21 september 2018 is sprake van 269m3 hetgeen zeker voor de zomermaanden, aanzienlijk is.

De ondernemer heeft in de contacthistorie niet kunnen terugvinden dat de consument herhaaldelijk contact heeft gehad over het niet geregistreerde gasverbruik. Op 23 augustus 2018 is het contract opgezegd in verband met een verhuizing.

De ondernemer verzoekt de klacht ongegrond te verklaren. Inmiddels heeft de consument een betalingsregeling getroffen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Tussen partijen staat niet ter discussie dat de gasmeter het gasverbruik van de consument niet registreerde gedurende de het grootste deel van de periode dat de consument op het aansluitadres woonde. Ook staat niet ter discussie dat de consument in beginsel dient te betalen voor aan haar geleverd gas.

De grondslag van de berekening van het bedrag dat thans door de ondernemer van de consument wordt gevorderd, is het verbruik in de maanden 3 mei 2018 (plaatsing van de nieuwe meter) tot en met 21 september 2018 (einde contract). Met de ondernemer is de commissie van oordeel dat in die relatief korte periode, die ook nog in de zomer viel, sprake is van een op zichzelf aanzienlijk verbruik.

De commissie constateert dat door toedoen van [naam netbeheerder] thans niet kan worden onderzocht of een dergelijk hoog verbruik past binnen het gebruikspatroon van de consument. Inzicht in historisch verbruik ontbreekt immers omdat de gasmeter van aanvang aan (2014) geen gasverbruik registreerde, hetgeen, zo erkent de ondernemer, in ieder geval vanaf januari 2016 bekend was bij [naam netbeheerder]. Daarmee is de consument ook de kans ontnomen om, indien inderdaad sprake was van dergelijk hoog verbruik, desgewenst passende maatregelen te nemen.
De commissie is verder van oordeel dat het niet adequaat optreden van [naam netbeheerder] in de relatie consument-ondernemer, aan de ondernemer valt toe te rekenen.

Gegeven deze situatie en gelet op de grondslag van de berekening, acht de commissie het niet redelijk om het gecorrigeerde bedrag dat de ondernemer thans terugvordert in volle omvang ten laste van de consument te laten komen. De commissie is van oordeel dat zij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid 50% van dit bedrag dient te betalen. Ook ziet de commissie aanleiding te bepalen dat de ondernemer de helft van het klachtgeld aan de consument dient te vergoeden.

Beslissing

Verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond.

Bepaalt dat de consument 50% van de gecorrigeerde jaarnota’s over de periode 2-5-2016 tot en met 21-9-2018 aan de ondernemer dient te betalen.

Bepaalt dat de ondernemer een bedrag van € 27,50 aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

De ondernemer is overeenkomstig het reglement van de commissie een bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist op 18 februari 2019 door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit
mevrouw mr. E.A.G.M van Rens, voorzitter, de heer mr. Sj.S. Bakker en de heer H.W. Zuur, leden.