Criteria gelijkwaardigheid alternatieve accommodatie (1).

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Accommodatie    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI00-2093

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit een op 8 december 1999 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een eigen vervoerreis voor twee volwassenen naar Oostenrijk met verblijf in een hotel op basis van halfpension voor de periode van 18 februari 2000 t/m 26 februari 2000 voor de som van ƒ 1752,– in totaal.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak: · De avond voor vertrek heb ik een bericht van overboeking ontvangen. Om 20.00 uur werd de boekingsbevestiging voor hotel Kirchenwirt ontvangen.  · Niet vermeld werd dat hotel Kirchenwirt boven aan een steile helling lag. Dat bleek funest, aangezien ik hartpatiënt ben. Mijn echtgenote bracht mij dan ook na elke wandeling met de auto naar boven.  · Kwalitatief is hotel Kirchenwirt niet te vergelijken met het Parkhotel.  · Het hotel zat vol met jongelui en ligt in een wijk waar een aantal disco’s is gevestigd, met als gevolg in de nachtelijke uren veel herrie, vechtpartijen en ruzies van dronken jongelui. Ik ben dan ook vroegtijdig uit het hotel vertrokken.  · Het hotel Kirchenwirt biedt niet de faciliteiten van het Parkhotel, met name een fitnessruimte ontbreekt.   Klager verlangt een vergoeding van ƒ 2224,–.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak:   Het spijt ons dat klager niet tevreden is over zijn verblijf in hotel Kirchenwirt, dat wij hem in verband met overboeking als alternatief hebben aangeboden voor het door hem gereserveerde Parkhotel. Beide hotels behoren overigens tot de 3 sterren-categorie.   De reisorganisator heeft een vergoeding aangeboden van ƒ 172,20.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen:   Tussen partijen staat vast dat de overeengekomen reisovereenkomst niet kon worden nagekomen door de reisorganisator als gevolg van overboeking. In een dergelijk geval dient de reisorganisator een wijzigingsvoorstel in de vorm van een alternatief aanbod voor te leggen, welk aanbod minstens gelijkwaardig dient te zijn. De gelijkwaardigheid van alternatieve accommodatie moet worden beoordeeld naar objectieve maatstaven en dient te worden bepaald naar de volgende omstandigheden die uit het vervangende aanbod moeten blijken.   · De situering van de accommodatie in de plaats van bestemming; · De aard en klasse van de accommodatie; · De faciliteiten die de accommodatie verder biedt.   Klager baseert zijn oordeel, dat hotel Kirchenwirt geen gelijkwaardig alternatief is voor het oorspronkelijk geboekte Parkhotel, op het feit dat hotel Kirchenwirt bovenaan een steile helling is gelegen, op het kwalitatief niet vergelijkbaar zijn van hotel Kirchenwirt met het Parkhotel, op de aanwezigheid van veel jongelui in hotel Kirchenwirt die voor veel overlast zorgden en ten slotte op het feit dat hotel Kirchenwirt niet de beschikking had over dezelfde faciliteiten, waarvan met name een fitnessruimte.   Met betrekking tot de klacht dat hotel Kirchenwirt bovenaan een helling ligt, merkt de commissie op dat klager ter zitting desgevraagd heeft meegedeeld dat hij noch bij de oorspronkelijke boeking noch bij de nieuwe boeking melding heeft gemaakt van het feit dat hij hartpatiënt is en dat daarmee bij de keuze van accommodatie rekening gehouden diende te worden. Van de reisorganisator kan dan ook niet worden verwacht dat daar rekening mee wordt gehouden.   De stelling van klager dat het Parkhotel kwalitatief beter is dan hotel Kirchenwirt, waarbij hij met name doelt op de kwaliteit van het avondeten, heeft klager niet met objectieve gegevens onderbouwd. Evenmin is gebleken dat klager ter plekke over het avondeten heeft geklaagd. Opgemerkt dient overigens te worden dat beide hotel behoren tot de 3 sterren-categorie.   De commissie ziet in dat de aanwezigheid van veel jongelui in hotel Kirchenwirt afbreuk heeft gedaan aan de door klager verlangde rust, maar is tegelijkertijd van oordeel dat dit subjectieve gegeven niet meegenomen mag worden in de beoordeling of hotel Kirchenwirt een gelijkwaardig alternatief is voor het Parkhotel.   Inzake de klacht dat hotel Kirchenwirt niet de beschikking heeft over dezelfde faciliteiten, waarvan met name een fitnessruimte, merkt de commissie op dat de informatie in de reisgids bij het Parkhotel en bij hotel Kirchenwirt ten aanzien van de geboden faciliteiten nagenoeg gelijkluidend is. Bij geen van beide hotels wordt melding maakt van de aanwezigheid van een fitnessruimte. Anders dan klager is de commissie van oordeel dat de vraag of het alternatief voor wat betreft dit aspect als een gelijkwaardig alternatief kan worden beschouwd dient te worden beoordeeld aan de hand van de beschrijving van het oorspronkelijk geboekte Parkhotel in de reisgids van de reisorganisator. Op grond van het voorgaande dient die vraag bevestigend te worden beantwoord.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat het door de reisorganisator aangeboden alternatief de toets aan de hiervoor vermelde criteria kan doorstaan.   Voor het overige is de commissie van oordeel dat de reisorganisator veel te laat aan klager heeft meegedeeld dat er sprake was van een overboeking. Voor het hieruit voortvloeiende ongerief acht de commissie een vergoeding op zijn plaats. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie acht het meer of anders gevorderde echter niet toewijsbaar.   Tevens dient de reisorganisator het door klager betaalde klachtengeld aan hem te vergoeden.   Ingevolge het reglement van de commissie moet de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil voldoen.   Derhalve wordt beslist als volgt.
  Beslissing   De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van ƒ 500,– te voldoen. Het klachtengeld van ƒ 125,– en de reeds aangeboden vergoeding van ƒ 172,20 zijn hierin begrepen. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.
  Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 13 september 2000.