Commissie: Reizen
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
14331/21640
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt over een cruise. Volgens hem had zijn suite geen uitzicht en was er geen sprake van een privé balkon. De consument wil van de ondernemer een vergoeding van €1000,- per persoon. De ondernemer geeft aan dat de consument zich tot de cruisemaatschappij moet wenden. Uit de boekingsbevestiging blijkt dat de cruisemaatschappij als organisator optreedt en de ondernemer enkel de doorverkoper van de cruise is. Dit heeft de consument volgens de commissie kunnen afleiden uit de boekingsbevestiging, waarop ook de algemene voorwaarden van de cruisemaatschappij van toepassing zijn. De ondernemer heeft alleen als reisagent opgetreden waarbij hij de cruise voor de consument heeft gereserveerd. De consument moet voor de inhoudelijke afhandeling van de klacht bij de cruisemaatschappij zijn.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een via de ondernemer op 3 januari 2019 totstandgekomen overeenkomst.
De ondernemer heeft bij [cruisemaatschappij] voor 2 personen een Oostelijke Middellandse Zee cruise op [cruiseschip] gereserveerd met vertrek en aankomst in Venetië, Italië, voor de periode van 16 juni 2019 t/m 23 juni 2019 voor de som van € 4.098,–.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
We hebben bij de ondernemer een suite geboekt, die € 1.000,– per persoon duurder is dan een balkon hut. De suite had totaal geen uitzicht en van een privé balkon was ook geen sprake. Vroeg in de ochtend liepen er al mensen over ons balkon en ook ’s avonds laat, wanneer het schip de haven ging verlaten. Totaal geen privé dus. We hebben de hele reis met de gordijnen dicht gezeten. Dit stond niet aangegeven in de beschrijving van de suite en zoiets hoef je bij één van de duurste hutten op het schip ook niet te verwachten. Ook hadden we geluidsoverlast van een airco die niet gemaakt kon worden. Bij een balkon hut loopt niemand aan de kant van de zee.
De ondernemer geeft niet thuis en zegt dat we onze klacht bij MSC moeten indienen.
Klager verlangt een vergoeding van € 1.000,– per persoon.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Toen de consument de cruise via internet boekte is hij akkoord gegaan met verschillende voorwaarden, waaronder de algemene voorwaarden van de [cruisemaatschappij]. Gelet op die voorwaarden is de [cruisemaatschappij] de organisator van de reis en draagt ook de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van de klacht. Reeds daarom wijzen wij het verzoek om schadevergoeding van € 1.000,– per persoon af.
De consument heeft zelf, online, hut nummer 15008 uitgekozen, zonder advies bij ons te hebben ingewonnen. Op het dekkenplan is niet zichtbaar dat deze hut een beperking heeft in de vorm van beperkt zicht of een openbare ruimte voor het balkon van de hut. De [cruisemaatschappij] is het met ons eens dat het balkon beperkt zicht heeft en dat niet in een gids heeft gestaan. Met de [cruisemaatschappij] vinden we dat vreemden niet zo maar op een balkon moeten kunnen lopen. De [cruisemaatschappij] was zelf niet op de hoogte van de beperkingen die deze hut heeft en wij konden de onjuiste informatie niet voorzien.
De consument dient de [cruisemaatschappij] hiervoor aansprakelijk te stellen en dient de klacht van de consument op te lossen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In de door de consument overgelegde boekingsbevestiging wordt als ‘organisator’genoemd: [naam cruisemaatschappij]. Hieruit heeft de consument naar het oordeel van de commissie kunnen afleiden dat de ondernemer niet als (reis)organisator optreedt, maar slechts doorverkoper is van een cruise. Verder stelt de commissie vast dat in de boekingsbevestiging, op bladzijde 3, er op wordt gewezen dat (onder meer) de algemene voorwaarden van de betrokken cruisemaatschappij (in dit geval: [naam cruisemaatschappij]) van toepassing zijn. Uit het feit dat de consument die laatste algemene voorwaarden heeft overgelegd leidt de commissie af dat de consument met die voorwaarden ook bekend is.
In een situatie als deze heeft de ondernemer gehandeld in de hoedanigheid van reisagent. Ten onrechte stelt de consument dat hij wettelijk gezien zaken met de ondernemer heeft gedaan. De ondernemer is slechts opgetreden als reisagent waarbij hij voor de consument een cruise heeft gereserveerd bij [cruisemaatschappij], die organisator is van de reis.
Op de relatie tussen de ondernemer en de consument zijn de ANVR-Boekingsvoorwaarden voor losse reisdiensten van toepassing. In artikel 1 lid 7 van die voorwaarden staat dat de reisagent niet aansprakelijk is voor de juiste uitvoering van de via hem gereserveerde dienst. Hierop zijn uitsluitend de voorwaarden van de betrokken dienstverlener (in dit geval: [naam cruisemaatschappij]) van toepassing. De reisagent is uiteraard wel verantwoordelijk voor een zorgvuldige uitvoering van de door hem zelf verleende dienst, zoals een juiste advisering en een correcte afhandeling van de reservering.
Het is de commissie niet gebleken dat de ondernemer de consument onjuist heeft geadviseerd. De consument heeft de cruise via de website van de ondernemer geboekt en niet gesteld en ook niet gebleken is dat de consument daarbij is afgegaan op (mondeling) advies van de ondernemer. Ook is niet gesteld of gebleken dat de ondernemer de reservering niet correct heeft afgehandeld. Voor een inhoudelijke afhandeling van de klacht moet de consument zich wenden tot [cruisemaatschappij].
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer mr. G.P. Loman, voorzitter, de heer W.A.M. Hendrix, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 7 mei 2020.