Commissie: Water
Categorie: Informatieverstrekking
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
93150
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een door de consument van de ondernemer gewenste schadevergoeding vanwege
onjuiste informatie over de aanleg van een watermeter in haar woning.
De consument heeft op 22 september 2014 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Ik woon sedert 2005 in een oud huis waarin geen watermeter was aangelegd. In 2005 heb ik de ondernemer gebeld met de vraag of het mogelijk was dat er een watermeter geplaatst zou kunnen worden. Mij werd toen vermeld dat dat technisch niet mogelijk was. Omdat ik na enige jaren het gevoel kreeg dat ik wel erg veel geld voor water betaalde (5 eenheden) en ik altijd om milieuredenen zuinig met water omga, heb ik omstreeks 2009 nogmaals gebeld met de ondernemer over het plaatsen van een watermeter. Opnieuw kreeg ik te horen dat dat technisch niet mogelijk was. In 2014 heb ik de ondernemer wederom dezelfde vraag voorgelegd. Toen is een medewerker van de ondernemer bij mij langs geweest en die vertelde mij dat het technisch wel mogelijk was om een watermeter te plaatsen. Dat heb ik inmiddels ook laten doen. Ik betaalde € 264,– per jaar voor waterverbruik, minus de eenpersoonskorting van 16,7%. Volgens mijn eigen berekeningen zou ik vele malen minder verbruiken en wel rond de 28 m³ per jaar, hetgeen zou neerkomen op € 89,– per jaar, inclusief vastrecht, belasting en btw. Sedert 2005 heb ik dus veel te veel geld voor water betaald, meer dan € 1.000,–. Ik wens dat de ondernemer mij een financiële tegemoetkoming zal doen voor het jaren veel te veel betalen van geld voor water.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik heb sinds 3 maanden een eigen watermeter. Dat is door een loodgieter gebeurd en daarvoor heb ik € 538,– betaald. Ik ben niet goed/juist geïnformeerd geweest door de ondernemer. Mij werd verteld dat het technisch niet mogelijk was om een watermeter te plaatsen, terwijl dat in werkelijkheid wel zo was. Ik moest daar echter zelf voor betalen. Die mededeling had de ondernemer mij al veel eerder kunnen en moeten doen. Ik heb daar ook al enkele malen eerder om gevraagd, zowel in 2005 als in 2009. Ik betaalde € 229,– per jaar voor waterverbruik, inclusief alleenstaande korting. Volgens mijn eigen berekeningen zou dat thans rond de € 36,– per jaar zijn.
De consument verlangt een schadevergoeding van € 450,– van de ondernemer, € 300,– voor het teveel betaalde watergeld in de afgelopen jaren en € 150,– als tegemoetkoming in de kosten van de plaatsing van de watermeter.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen schriftelijk verweer ingediend, doch heeft ter zitting – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
In ons systeem kunnen wij de telefonische contacten die de consument met ons zou hebben gehad in 2005 en 2009 niet meer traceren, hoewel dat niet wil zeggen dat de consument niet zou hebben geïnformeerd. Amsterdam is bekend met veel oudere woningen die onbemeterd zijn en waar sprake is van een zogenaamde stijgleiding. Het plaatsen van een watermeter op het adres van de consument was zonder aanpassing van de binneninstallatie technisch niet mogelijk. Ons leidingnet loopt tot aan de deur en een aanpassing van de binneninstallatie komt voor rekening van de consument. Het laten aanbrengen van een watermeter is dan ook de verantwoordelijkheid van de consument zelf. Er is waarschijnlijk sprake geweest van miscommunicatie. Wij begrijpen wel dat de consument naar alle waarschijnlijkheid in de afgelopen jaren teveel heeft betaald voor waterverbruik, de door de consument genoemde 5 eenheden. Wij juichen het toe als consumenten er zelf voor zorgen dat woningen zoveel mogelijk bemeterd worden.
Het was en is de eigen verantwoordelijkheid van de consument om te zorgen voor een watermeter en wij betreuren een eventuele miscommunicatie, te weten dat van de zijde van de ondernemer wellicht niet duidelijk aan de consument is gecommuniceerd dat het plaatsen van een watermeter wel mogelijk is, maar dan op haar eigen kosten.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De hamvraag is of de ondernemer de consument correct heeft geïnformeerd over het plaatsen van een eigen meter ten behoeve van haar woning. De commissie is van oordeel dat dat niet het geval is geweest. Door de aanvankelijk door de ondernemer aan de consument gedane mededelingen (in 2005 en in 2009 waarin is aangegeven dat het klaarblijkelijk technisch niet mogelijk was om een eigen watermeter in haar woning te (laten) plaatsen) is de consument door de ondernemer onjuist voorgelicht geweest en op het verkeerde been gezet. Immers, na een bezoek van een medewerker van de ondernemer aan de consument in 2014 is duidelijk geworden dat het plaatsen van een eigen watermeter wel degelijk mogelijk is, zij het dat de kosten daarvan voor rekening komen van de consument zelf. Het valt de ondernemer euvel te duiden dat hij de consument in dat opzicht niet volledig en met name correct heeft geïnformeerd, eens temeer nu de ondernemer stelt dat hij er bepaald de voorkeur aan geeft dat consumenten van onbemeterde woningen tot plaatsing van een eigen watermeter zullen overgaan. De door de ondernemer gestelde miscommunicatie is hem dan ook te verwijten, meer in het bijzonder dat de ondernemer de consument pas in 2014 duidelijk heeft gemaakt dat het plaatsen van een eigen watermeter wel degelijk (technisch) mogelijk is, zij het dat zij dat op eigen kosten zal moeten laten doen en dat de ondernemer verzuimd heeft om die concrete mededeling reeds eerder desgevraagd aan de consument te doen zodat de consument als milieubewuste alleenstaande hoogstwaarschijnlijk vele jaren teveel heeft betaald voor het door haar genoten waterverbruik (een afrekening voor 5 eenheden). De commissie is derhalve van oordeel dat de ondernemer onzorgvuldig jegens de consument heeft gehandeld, meer in het bijzonder door haar aanvankelijk onjuist/onvolledig te informeren over de plaatsing van een eigen watermeter. De commissie acht aannemelijk dat de consument daardoor schade heeft geleden. De commissie acht de in dat verband door de consument gevorderde (en relatief bescheiden) schadevergoeding van € 450,– zonder meer redelijk en billijk. Dat bedrag zal de ondernemer aan de consument dienen te vergoeden. Nu de commissie de klacht van de consument gegrond acht, dient de ondernemer eveneens het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 450,– aan schadevergoeding te betalen. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien de betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.
Overeenkomstig het reglement van de commissie dient de ondernemer een bedrag van € 27,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Water op 30 april 2015.