De consument acht de slechte kwaliteit van de aankoopkeuring verwijtbaar

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Keuring / Tekortkoming in de nakoming    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 245664/386442

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak gaat over een bemiddelingsovereenkomst bij de aankoop van een motorjacht. Het geschil gaat er om dat de consument niet tevreden is met de door de consument verrichte aankoopkeuring. De consument was zelf namelijk geen expert op dit gebied en ook de verkopende partij had niet alle kennis. Volgens de keuring van de ondernemer waren er geen gebreken aan de boot, waarna de consument heeft besloten de boot te kopen. Na enkele maanden blijken er meerdere gebreken aanwezig te zijn en is de schade groot. De consument wenst hierdoor een volledige herkeuring op kosten van de ondernemer. De consument vindt dat de gebreken door de ondernemer ontdekt had moeten worden, en de keuring grondiger had moeten worden uitgevoerd. De ondernemer voert aan dat het niet bijzonder is dat er wezenlijke kosten verbonden zijn aan een schip van 50 jaar oud. Hij heeft de boot wel degelijk grondig onderzocht, en meent dat de ontstane gebreken ook niet vreemd zijn bij gebruik van een dergelijk oud schip. De commissie heeft besloten een deskundige naar de zaak te laten kijken.

Wat is de beslissing?

De ondernemer heeft de staat van de boot, en in dit geval bijzonder de uitlaat, als ruim voldoende beoordeeld. Volgens de deskundige van de commissie moest het voor de ondernemer duidelijk zijn dat onderhoud aanstaande zou zijn. De door de ondernemer gegeven kwalificatie is dan ook niet terecht. Dit is een toerekenbare tekortkoming, dat maakt dat de klacht ten dele gegrond is en een vergoeding wordt toegekend.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de kwaliteit van de door de ondernemer uitgevoerde aankoopkeuring op 31 mei 2023 voorafgaand aan de aankoop van een motorjacht Kompier Kruiser uit 1976 genaamd Brutus.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument was voornemens een motorjacht te kopen van het merk/type Kompier Kruiser voor een bedrag van € 41.000,–. De consument is geen expert op het gebied van motorjachten en de verkopende partij was niet bekend met de technische staat van onderhoud van de boot. Aangezien de consument wilde weten of er gebreken aanwezig waren, die haar mogelijk van de aankoop zouden doen laten afzien, heeft de consument de ondernemer opdracht gegeven een aankoopkeuring te doen en een keuringsrapport op te stellen. Doel van dit keuringsrapport was om eventuele gebreken te omschrijven om te bezien of de koopsom realistisch was.

Op grond van de door de ondernemer uitgevoerde keuring en zijn conclusie dat er geen wezenlijke gebreken aanwezig waren, heeft de consument besloten om de boot aan te kopen. Maanden na de keuring blijkt op 24 september 2023 echter het uitlaatsysteem zodanig slecht te zijn dat er sprake was van veel waterdoorlating met het risico dat de boot zou zinken.
De consument heeft vervolgens een derde partij onderzoek laten doen. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de gebreken redelijkerwijs opgemerkt hadden moeten worden en niet van ondergeschikt belang zijn. Enkel het noodzakelijk herstel van deze gebreken (geen vernieuwing of verbetering) bedraagt € 1.805,11.

De door de consument bij de commissie gemelde klacht omvat de onvoldoende kwaliteit van de uitgevoerde aankoopkeuring. Als oplossing van het geschil heeft de consument, bij een ingebrekestelling van 6 december 2023, de ondernemer verzocht de gemaakte kosten aan haar te vergoeden. Bovendien verlangt de consument terugbetaling van de keuringskosten ad € 914,91, zodat het totale terug te vorderen bedrag uitkomt op €. 2.720,02.
Echter de schade blijkt groter te zijn dan verwacht. Niet alleen het levensgevaarlijke uitlaatsysteem is door de deskundige over het hoofd gezien, ook een waterprobleem in de bilge en gebreken aan de schroefas. Dit alles had de ondernemer op zijn minst kunnen vermoeden aangezien ervan een dergelijk expert verwacht mag worden dat deze dit ziet en de consument daarop attent maakt. Om die reden heeft de consument de commissie op 6 juni 2024 verzocht toe te staan haar klachten uit te breiden.

De consument verlangt daarom nu naast de voornoemde kosten ook een volledige herkeuring van een onafhankelijk expert, op kosten van de ondernemer. Daarnaast verzoekt de consument de commissie een tegemoetkoming aan haar toe te kennen in de overige te verwachte kosten door de verder gebleken gebreken aan het schip, nu de consument bij lange na niet van de ondernemer heeft gekregen waar zij hem voor heeft gevraagd met alle gevolgen van dien.

Ter zitting heeft de consument benadrukt dat de keuring door de ondernemer aan het licht had moeten brengen dat de uitlaat niet goed was. De proefvaart was maar heel kort en direct na aankoop van het schip stond er tijdens het overvaren van het IJsselmeer al water in. De ondernemer had het schip nooit een ‘ruim voldoende’ mogen geven, maar had tot het oordeel ‘matig’ of ‘slecht’ moeten komen. Hij had het schip veel uitgebreider moeten onderzoeken, het moeten bekloppen, zeker nu het een ouder schip betrof. Sinds de aankoop heeft de consument geen enkel plezier van het schip gehad, want al vanaf de eerste vaartocht stond het al vol water. De consument heeft inmiddels twee vaarseizoenen gemist vanwege de mankementen aan het schip. De consument had verwacht mooie vakanties te kunnen beleven met het schip, maar uiteindelijk heeft de aankoop een verwoestende uitwerking gehad op haar leven.

Het schip is momenteel in reparatie. De uitlaat zal conform de door de deskundige aangegeven wijze worden gerepareerd. De kosten daarvoor bedragen € 1.805,11.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer betreurt het dat het schip niet in de staat was die de consument gehoopt en begrepen had. De ondernemer geeft aan dat hij gedurende de keuring getracht heeft duidelijk te maken dat het schip her en der aandacht nodig had. Bij een bijna 50 jaar oud schip in deze prijsklasse moet worden verwacht dat daar kosten en moeite aan verbonden zijn om het op orde te houden en in goede staat brengen.

De ondernemer geeft aan dat de uitlaat tijdens de proefvaart en ook tijdens de meerdaagse trip van de consument naar de thuishaven wel dicht was. De ondernemer begrijpt dat het naar is dat de uitlaat binnen korte tijd na de aankoop is gaan lekken, maar dat er bijeen uitlaat systeem vaneen bijna 50 jaar oud schip enige roest en haarscheuren aanwezig zijn is geen wezenlijk gebrek. Dat hij geen foto’s kan overleggen van het achterste deel van de uitlaat en dat de consument hem niet bezig heeft gezien in deze hoek van de motorruimte wil nog zeker niet zeggen dat hij daar niet gekeken heeft. De ondernemer stelt uitgebreid met de zaklamp in alle hoeken en gaten te hebben gekeken, zo ook daar.

Dat er wat roest aanwezig is op een schip van deze leeftijd is niet bijzonder, zeker in deze mate is geen sprake van significante afname van staaldikte en dus geen sprake van een wezenlijk gebrek, maar van onderhoud.

Tijdens de keuring was geen sprake van actieve lekkage sporen, hooguit van wat oude sporen, maar dat is niet ongebruikelijk bij een ouder schip in deze prijsklasse.

Aangaande het verfsysteem heeft de ondernemer aangegeven dat er binnen afzienbare tijd reparatie, dus schilder werkzaamheden gedaan moeten worden.

De ondernemer geeft aan dat hij als HISWA expert, naar eer en geweten, onder de geldende HISWA condities zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd. De eventuele uitspraak van de commissie zal hij daarom zeker respecteren.

De ondernemer wil nog wel de opmerking maken dat de door de consument genoemde andere expert, geen onafhankelijke en evenmin een gecertificeerd expert is. Het is een monteur van een service bedrijf met andere belangen dan het geven van een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit van de keuring door de ondernemer.

Deskundigenrapport

De commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren door B. van Baars die daarover op 7 augustus 2024 schriftelijk heeft gerapporteerd aan de commissie. Partijen hebben op het rapport mogen reageren. De inhoud van dit rapport geldt voor zover hierna niet aangehaald als hier herhaald en ingelast.

Het gebrek betreft een lek in de uitlaat, een zogenaamde “natte uitlaat”, wat betekent dat er direct na de motor in de “injectiebocht” water bij de uitlaat wordt geïnjecteerd. Dit water gaat samen met de uitlaatgassen door het uitlaat systeem om vervolgens aan in het achterschip naar buiten te gaan. Na de stalen injectiebocht is de uitlaat van verschillende materialen gemaakt te weten; stalenbuis, rubberen gewapende slang en kunststofwaterslot/demper.
De uitlaat is tijdens de bezichtiging door de deskundige lek op de injectiebocht en het laatste deel wat als slang is uitgevoerd. Dit deel bevindt zich onder de kooi aan bakboord in de achterhut. De oorzaak van de lekkage is bij de injectiebocht: een langzaam van binnenuit werkende oorzaak zijnde corrosie.

De oorzaak van de lekkage in de slang is de leeftijd van de slang gecombineerd met een knik in de slang. Door de jaren heen is de slang uitgedroogd en uiteindelijk lekgeraakt. De deskundige oordeelt de omvang van de klacht als ‘Ernstig’. Herstel is naar het oordeel van de deskundige mogelijk door de injectiebocht opnieuw te lassen, waarbij het door roest aangetaste deel zal moeten worden afgeslepen en vervangen moeten worden voor nieuwe stalen buis. De slang zal, voor het deel wat is lekgeraakt, moeten worden vervangen door een nieuwe slang. De herstelkosten bedragen volgens de deskundige (incl. BTW) tussen de € 1000,– en de € 1900,–.

Aan het einde van zijn rapportage merkt de deskundige nog op dat de Hiswa inspectie visueel en non-destructief en mede een moment opname is. Hierdoor is niet vast te stellen of de lekkage in meer of mindere maten reeds zichtbaar en aanwezig moet zijn geweest tijdens de aankoopinspectie van de ondernemer. Omdat er geen water in het vaartuig aanwezig was tijdens de aankoopinspectie is het redelijkerwijs aan te nemen dat er geen lekkage aanwezig was. De algemene conditie van de uitlaat moet wel zichtbaar zijn geweest, want op de injectiebocht zijn
diverse reparaties zichtbaar en droogte scheurtjes, die nog geen lekkage veroorzaken. Dit zijn indicatoren van aanstaand onderhoud maar duiden niet direct op een gebrek.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting het volgende overwogen.

Voorafgaande aan de inhoudelijke behandeling van het geschil overweegt de commissie, naar aanleiding van het verzoek van de consument om uitbreiding van haar klacht met andere geconstateerde gebreken, als volgt.
Partijen hebben met het voorleggen van de klacht aan de commissie een overeenkomst van opdracht (ex artikel 7:400 van het Burgerlijk Wetboek (BW)) met de commissie gesloten. De consument door middel van het invullen en ondertekenen van het vragenformulier, de ondernemer door middel van zijn branchelidmaatschap.
De overeenkomst van opdracht houdt in dat de commissie een bindend advies dient te geven over de ingediende klacht, de klacht zoals die verwoord is op het vragenformulier dat door de consument is ingediend. De ingediende klacht kan lopende de procedure niet meer worden uitgebreid, behalve wanneer de andere partij hiervoor expliciet toestemming geeft en nadat de klachten eerst ter oplossing aan de andere partij zijn voorgelegd. Nu de commissie hiervan geen blijk heeft gekregen, laat zij de uitbreiding van de klacht buiten beschouwing.

De commissie heeft inhoudelijk het volgende overwogen.

Het geschil vloeit voort uit een opdracht tot keuring, die heeft plaatsgevonden op 25 mei 2023. Op 31 mei 2023 heeft de ondernemer zijn keuringsrapport opgeleverd. Op de overeenkomst zijn de HISWA-voorwaarden van keuringen van toepassing.

Op grond van de HISWA-voorwaarden voor keuringen is bepaald dat als de ondernemer de opdracht heeft aanvaard, hij deze naar beste weten en kunnen uitvoert. Dat doet hij nauwgezet, onbevooroordeeld en overeenkomstig de regels van goed vakmanschap. Op grond van de overeenkomst geldt voor de ondernemer een inspanningsverplichting, wat betekent dat hij de keuring zo goed mogelijk zal uitvoeren, maar geen garanties kan geven voor het resultaat.
De ondernemer is aansprakelijk voor schade aan het vaartuig, die een direct gevolg is van een tekortkoming die is toe te rekenen aan hemzelf of aan personen die voor hem werken.

De ondernemer stelt in zijn rapport dat hij de staat van het uitlaatsysteem als ‘ruim voldoende’ beoordeelt. Onder ruim voldoende wordt volgens het rapport verstaan, dat ‘het beoordeelde binnen de gebruikelijke toleranties valt’ en ‘het voldoet aan de te stellen eisen’. Ten aanzien van de conditie van het uitlaatsysteem heeft de deskundige van de commissie in zijn rapport geoordeeld dat deze zodanig was dat rekening gehouden moet worden met aanstaand onderhoud vanwege aanwezige indicatoren als zichtbare reparaties en droogtescheurtjes op de injectiebocht. Volgens de deskundige was de algemene conditie van de uitlaat voor de ondernemer zichtbaar. De commissie is van oordeel dat misschien niet direct sprake was van een gebrek, maar blijkens haar deskundige was onderhoud aanstaande. De kwalificatie ‘ruim voldoende’ is hier dan ook niet terecht. Wanneer er, zo leest de commissie, een reparatie aan zit te komen, is de kwalificatie ‘matig’ tot ‘onvoldoende’ meer op zijn plaats. Van de verkeerde kwalificatie is de ondernemer een verwijt te maken.
Het is de commissie voor het overige niet gebleken dat de opdracht tot keuring niet is uitgevoerd. Niet het gehele rapport is zonder waarde. De expertise is verricht, echter naar haar oordeel niet volledig, gezien het ontbreken van een juiste kwalificatie met betrekking tot een essentieel onderdeel van het schip.

Gelet op bovengenoemde is de commissie van oordeel dat van de ondernemer de schade van de consument die uit deze onvolledigheid voortvloeit, dient te vergoeden. Deze schade bestaat uit de kosten voor reparatie aan het uitlaatsysteem. Met inachtneming van de aanzienlijk langere levensduur van de gerepareerde uitlaat en nieuwe slang, stelt de commissie met inachtneming van nieuw voor oud, naar redelijkheid en billijkheid de door de ondernemer te betalen vergoeding vast op € 1.000,–.

De commissie ziet geen aanleiding voor verdere vergoeding.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. Om die reden zal de commissie tevens bepalen dat de ondernemer, conform het reglement, het klachtengeld aan de consument dient te vergoeden en de ondernemer, eveneens overeenkomstig het reglement van de commissie, tevens behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is, welke kosten gelet op de gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht met 50% zullen worden gematigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:
– verklaart de klacht van de consument deels gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer naar redelijkheid en billijkheid € 1.000,– van de door de consument te betalen factuur terzake de reparatie van de uitlaat aan de consument betaalt;
– bepaalt dat de ondernemer tevens een bedrag van € 102,50 dient te vergoeden aan de consument ter zake van het klachtengeld;
– bepaalt dat betaling dient plaats te vinden binnen veertien dagen na de verzenddatum van dit bindend advies;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie tevens behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is. Gelet op de gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht worden deze kosten met 50% gematigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer M. Bakker, de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.M. Bouter-Bijsterveld, secretaris, op 23 september 2024.