De consument heeft aangetoond dat tijdens het vervoer door de ondernemer het horloge is verwisseld. De ondernemer is aansprakelijk voor het verzekerde bedrag van € 2000,–.

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: Bewijs    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 121032

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de verzending door de consument van een pakket met als een horloge.

De consument heeft de klacht tijdig aan de ondernemer voorgelegd.

Standpunt van de consument

De consument heeft in hoofdzaak het volgende gesteld.

Hij heeft op 19 september 2018 een pakket, met verzekerservice en verhoogde aansprakelijkheid tot een bedrag van € 2.000,–, verzonden naar een adres in Delft. De waardevermelding van € 2.000,– was een vergissing; dat had € 2.500,– moeten zijn. Het verzendbewijs vermeldt als gewicht van het pakket 463 gram. Het pakket is een dag later dan de consument had verwacht aangekomen bij de geadresseerde. Bij aankomst bleek dat het pakket was geopend. Het horloge en de bijbehorende garantiepas waren verdwenen; zij waren vervangen door een nietmachine met losse nietjes, waardoor het gewicht van het pakket bij aankomst ook 463 gram was.

Na een maand onderzoek heeft de ondernemer gemeld geen aanknopingspunten te zien om tot schadevergoeding over te gaan.

De consument heeft blijkens een in kopie overgelegde aankoopbon het horloge op 24 juni 2017 gekocht; hij had het aan de geadresseerde verkocht voor een bedrag van € 2.500,–. De consument verlangt primair volledige schadevergoeding en subsidiair betaling van het verzekerde bedrag van      € 2.000,–.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer heeft in hoofdzaak het volgende gesteld.

De bezorger van het pakket heeft bij de aflevering geen bijzonderheden geconstateerd. De geadresseerde heeft voor ontvangst getekend zonder commentaar. Niet is gebleken van uiterlijke kenmerken die bij de distributie en ontvangst van het pakket zijn opgevallen. Ook het gewicht van het pakket was bij verzending en aflevering gelijk. De ondernemer neemt daarom het standpunt in dat niet kan worden vastgesteld dat de inhoud van het pakket tijdens het vervoer door de ondernemer is verwisseld.

De aansprakelijkheid van de ondernemer in deze zaak is geregeld in artikel 29 Postwet en uitgewerkt in de toepasselijke Algemene Voorwaarden voor de Universele Postwet (AVP), artikel 9. Er is alleen aanspraak op schadevergoeding als is gebleken dat verlies of schade is opgetreden tijdens het transport. In dit geval kan niet worden vastgesteld dat een horloge tijdens het postvervoer is vervreemd; de consument heeft dit niet kunnen aantonen. Daarom heeft de consument geen recht op schadevergoeding.

Het is irrelevant in deze zaak dat de zending wellicht een dag langer dan gebruikelijk onderweg is geweest.

De klacht is ongegrond.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie gaat voorbij aan de vraag of het pakket een dag langer dan gebruikelijk onderweg is geweest.

De consument heeft een aankoopnota van het horloge overgelegd, waarmee genoegzaam is aangetoond dat de consument een horloge, waarvan het verlies wordt gesteld, in eigendom heeft gehad.

De consument heeft foto’s overgelegd die door de geadresseerde zijn gemaakt na aankomst van het pakket. Op deze foto’s is te zien dat het plastic waarin de inhoud – volgens de consument het horloge – was verpakt, was opengesneden; de consument heeft verklaard dat dit niet was gedaan door de geadresseerde. De consument heeft verklaard dat het gewicht van 463 gram van het pakket bij aflevering met daarin de nietmachine door de geadresseerde is gecontroleerd bij een locatie van de ondernemer; dit blijkt uit een door de consument overgelegde foto.

Een door de ondernemer overgelegde foto van het pakket op een sorteerband toont het pakket slecht. Uit deze foto kan niet worden opgemaakt of de snijbeschadigingen die zichtbaar zijn op de overgelegde foto’s van de geadresseerde destijds wel of niet aanwezig waren.

De commissie constateert dat de geadresseerde weliswaar bij het tekenen voor ontvangst van het pakket geen bemerkingen heeft gemaakt, maar dat de consument en de geadresseerde in deze zaak overigens alles in het werk hebben gesteld wat normaal van hen verwacht had mogen worden om aan te tonen dat tijdens het vervoer door de ondernemer de inhoud van het pakket moet zijn verwisseld. De commissie kan niet inzien dat meer van de consument en/of de geadresseerde verwacht had mogen worden. De commissie is daarom van oordeel dat genoegzaam is aangetoond dat tijdens het vervoer door de ondernemer de inhoud van het pakket is verwisseld. De ondernemer is daarvoor aansprakelijk.

Volledige vergoeding van de door de consument gestelde schade kan niet worden toegewezen gelet op de hoogte van het verzekerde bedrag. De consument heeft wel door overlegging van een aankoopnota voor het vermiste horloge voor een bedrag van € 2.450,– voldoende aangetoond dat hij recht heeft op betaling van het verzekerde bedrag van € 2.000,–. Daarnaast komen de verzendkosten van € 14,45 voor vergoeding in aanmerking.

De klacht is gegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De klacht is gegrond.

De ondernemer moet aan de consument betalen een bedrag van € 2.014,45 en het klachtengeld van € 27,50.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit
mr. R.Ch. Verschuur, voorzitter,
mevrouw mr. M.E.A. Möhring en de heer A. Verkaik, leden, op 20 december 2018 te Den Haag.