De consument heeft de overeenkomst op basis van onjuiste informatie van de ondernemer gesloten

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Vernietiging overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 387366/432279

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument is met de ondernemer voor drie jaar een energieleveringsovereenkomst aangegaan. Na bijna een half jaar heeft de consument de overeenkomst vernietigd omdat hij het verkoopgesprek misleidend en agressief vond. Hij dacht benaderd te zijn door een onafhankelijk platform die hem waarschuwde voor hogere tarieven bij zijn eerdere leverancier. Een contract met de ondernemer zou hier de goedkopere optie zijn. Na twee keer is hij een contract aangegaan, maar wel met aanzienlijk hogere termijnen. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat alles correct is verlopen en dat de consument is gewezen op de mogelijkheid het contract te annuleren.

Wat is de beslissing?

Volgens de commissie heeft de consument voldoende onderbouwd op basis van welke, incorrecte, informatie hij is bewogen tot het aangaan van de overeenkomst meet de ondernemer. Dit is voor de commissie niet meer te achterhalen omdat het bewijs niet meer bij de ondernemer aanwezig is. Dit rekent de commissie de ondernemer aan. Het feit dat de consument wel een overeenkomst met ondernemer heeft getekend doet hier niet aan af. De commissie acht het aannemelijk dat de consument de overeenkomst is aangegaan op basis van een onjuiste voorstelling van zaken, en dat deze anders niet was gesloten. Hierop vernietigd de commissie de overeenkomst, waardoor de consument niks meer verschuldigd is en de ondernemer het reeds betaalde terug dient te betalen. De klacht van de consument is dan ook gegrond.

Uitspraken

Samenvatting
Omdat de overeenkomst onder valse voorwendselen tot stand is gekomen wordt deze vernietigd en wordt bepaald dat de consument niets aan de ondernemer verschuldigd is en dat de ondernemer al hetgeen de consument aan hem heeft betaald dient terug te betalen.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door mr. [naam] en [naam].

De behandeling heeft plaatsgevonden op 9 september 2024 te Den Haag.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
De consument is op 9 oktober 2023 met ingang van 1 december 2023 een contract voor de levering van energie met de ondernemer aangegaan met een looptijd van drie jaar.

Bij brief van 19 april 2024 heeft hij een beroep op vernietiging gedaan omdat het verkoopgesprek misleidend en agressief was en hij niet goed is geïnformeerd.
In de toelichting heeft hij aangegeven dat hij twee keer is benaderd om een contract met de ondernemer aan te gaan. Hij dacht dat hij werd benaderd door een onafhankelijk platform, maar dat bleek achteraf niet zo te zijn. Hem werd gezegd dat zijn vorige aanbieder de termijnen drastisch zou verhogen door het wegvallen van een belastingvoordeel per 1 januari 2024 en hem werd verzekerd dat een contract met de ondernemer voor hem de goedkoopste optie was. De eerste keer heeft hij het contract geannuleerd omdat hij er geen goed gevoel bij had. De tweede keer is hij het contract wel aangegaan. De termijnen die hij ging betalen waren echter bijna drie keer zo hoog als hij gewend was. Hij heeft de band van het telefoongesprek van 9 oktober opgevraagd maar deze was niet meer beschikbaar.

De ondernemer heeft ontkend dat sprake is geweest van een misleidend en agressief verkoopgesprek. De consument heeft op 9 oktober 2023 getekend voor het contract. Voorafgaand aan de levering is de consument benaderd om te verifiëren of alles akkoord was en hij is geattendeerd op de mogelijkheid om de overeenkomst te annuleren. De bandopname van het gesprek op 9 oktober 2023 is vernietigd.

De commissie constateert dat de consument concreet aangeeft op basis van welke – achteraf onjuiste – informatie hij is bewogen tot het aangaan van de overeenkomst met de ondernemer. De ondernemer volstaat met een blote ontkenning en heeft de bandopname van het gesprek inmiddels vernietigd. Dit betekent dat een en ander niet geverifieerd kan worden en dat is de ondernemer aan te rekenen. Het gegeven dat de consument op 9 oktober 2023 zijn initialen onder de overeenkomst heeft gezet, doet daar niet aan af. Dit zegt immers niets over de vraag of de consument akkoord is gegaan op basis van onjuiste/misleidende informatie en een agressieve benadering.

De commissie acht daarom in de gegeven omstandigheden aannemelijk dat de consument bij het aangaan van de overeenkomst niet juist is geïnformeerd over (de onafhankelijkheid van) het bedrijf dat met hem contact op nam, de (te verwachten stijging van de) tarieven van zijn toenmalige leverancier en de hoogte van de tarieven van de ondernemer afgezet tegen die van de concurrenten (goedkoopste optie) en dat hij bij een juiste voorstelling van zaken niet had gecontracteerd met de ondernemer. Dat betekent dat art. 1.2 van de Gedragscode Consument en Energieleveranciers 2020 volstrekt niet is nageleefd.

De commissie vernietigt overeenkomst tussen partijen, hetgeen met zich brengt dat de consument niets aan de ondernemer verschuldigd is. Bovendien valt deze gang van zaken aan te merken als een oneerlijke handelspraktijk in de zin van de Richtlijn van de EU betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (Richtlijn 2005/29 EG Pb EU 2005, L149/22). Daarom zou, nu de overeenkomst vernietigd wordt, het toekennen aan de ondernemer van een vergoeding voor de geleverde energie afbreuk doen aan de doeltreffendheid en afschrikkende werking van de toegepaste sanctie en zich niet verdragen met de redelijkheid en billijkheid. Immers de ondernemer zou dan via een achterdeur alsnog ten koste van de consument op oneigenlijke wijze omzet genereren.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De in geschil zijnde overeenkomst wordt vernietigd.

Bepaald wordt dat de consument niets aan de ondernemer verschuldigd is.

De ondernemer dient binnen 14 dagen na datum verzending bindend advies al hetgeen de consument aan hem heeft betaald terug te betalen.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Deze behandelingskosten worden geheel betaald.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mevrouw mr. E.A.G.M. van Rens, voorzitter, de heer R.A. Timmer , mevrouw mr. M.J. Boon , leden, op 9 september 2024.