De consument is een extra dag in rekening gebracht op zijn eindafrekening

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Eindafrekening    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 470262/637903

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil in deze uitspraak volgt op een geschil over een leveringsovereenkomst tussen consument en ondernemer. Na een periode van een jaar heeft de consument op 7 september 2023 zijn overeenkomst met de ondernemer tot het leveren van energie opgezegd. Op 8 september, de volgende dag, is de consument naar een andere leverancier overgestapt. Hierop heeft de ondernemer de consument een eindafrekening gestuurd. Hier is het jaar opgenomen van de overeenkomst, en de dag waarop de consument nog geen nieuwe leverancier had, maar wel energie heeft afgenomen van de ondernemer. Naar oordeel van de commissie is dit een juiste berekening. De klacht dat de eindafrekening te hoog is, acht de commissie dan ook ongegrond.

De uitspraak

Samenvatting
De klacht van de consument betreft de eindafrekening van 15 september 2014 met betrekking de levering van energie door de ondernemer. De consument stelt dat de ingangsdatum van zijn contract onjuist is vermeld en wenst daarvan een correctie. Voorts wenst hij dat de hem ten onrechte in rekening gebrachte opzegvergoeding vervalt en dat wat betreft de periode september 2024 deze zodanig wordt gecorrigeerd dat deze alleen betrekking heeft op de periode tot 7 september 2024.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Ter zitting heeft de ondernemer digitaal het standpunt toegelicht. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door [naam] en [naam].

De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 november 2024 te Den Haag.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
Uit de in het geding gebrachte stukken blijkt het volgende.

De consument heeft over de periode van 7 september 2023 tot 7 september 2024 een eenjarige leveringsovereenkomst met de ondernemer. Met ingang van 8 september is hij overgestapt naar een andere energieleverancier. Dat brengt mee dat hij over de periode van 7 september 2023 tot 7 september 2024 de verbruikskosten verschuldigd is aan de ondernemer voor de overeengekomen tarieven. Omdat hij pas per 8 (en niet per 7) september 2024 van leverancier is gewisseld, heeft hij op 7 september 2024 nog energie van de ondernemer afgenomen. Uit de eindafrekening blijkt dat de consument ook conform is belast, namelijk over de jaarperiode van 7 september 2023 tot aan 7 september 2024 plus voor de dag van 7 september 2024 waarop hij niet van zijn nieuwe leverancier maar nog van de ondernemer energie heeft afgenomen. Uit de eindafrekening blijkt voorts dat – anders dan de consument stelt – aan de consument géén opzegvergoeding in rekening is gebracht, zulks vanwege het enkele feit dat hij het contract niet vroegtijdig heeft beëindigd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, de heer R.A. Timmer , de heer drs. E.J.M. Polman , leden, op 8 november 2024.