De consument is het niet eens met een tariefswijziging

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Energie / Tarief    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: aanhouding beslissing   Referentiecode: 231669/233214

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak betreft een geschil over een overeenkomst tussen ondernemer en consument waarbij tussentijds de tarieven van zijn energierekening zijn gewijzigd. Volgens de consument is het wijzigingsbeding, waarop de tariefswijzigingen zijn gebaseerd, in de algemene voorwaarden oneerlijk. De tariefswijzigingen hadden daarom niet doorgevoerd moeten worden. Verder zijn de redenen voor de wijzigingen veel te ruim omschreven en konden deze door de consument niet worden voorzien. De consument wenst dan ook dat het oorspronkelijke tarief wordt gehanteerd. De ondernemer wijst op een hoger beroep in een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, over dit betreffende artikel in de algemene voorwaarden. Hij vraagt dan ook om aanhouding van de beslissing.

Wat is de beslissing?

De commissie volgt hierin de zienswijze van de ondernemer om de beslissing aan te houden. De commissie wacht op bovengenoemde uitspraak, met het oog op de rechtszekerheid en rechtseenheid.

De uitspraak

Samenvatting
Het geschil betreft de termijn waarop de tariefswijzigingen zijn aangekondigd en de rechtsgeldigheid van artikel 19.3 van de Algemene Voorwaarden, (“AV”), van de ondernemer op grond waarvan de tarieven – tussentijds – zijn gewijzigd.

De consument heeft de klacht op 31 augustus 2023 aan de ondernemer voorgelegd.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De commissie heeft met instemming van partijen de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 15 april 2024 te Utrecht.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is het niet eens met de door de ondernemer in 2022 doorgevoerde prijsstijgingen

De consument maakt bezwaar tegen de eenzijdige tariefwijzigingen door de ondernemer gedurende de overeenkomst. De consument is van mening dat het gehanteerde wijzigingsbeding opgenomen in de Algemene Voorwaarden 2017, onder 19.3, oneerlijk is, althans dat de tariefwijzigingen van 25 februari 2021 tot en met die van 13 augustus 2022 niet hadden mogen doorvoeren, althans met inachtneming van de verplichte 30 dagen termijn.

Daarbij is van belang:

– dat de tariefwijziging niet steeds tijdig (30 dagen vooraf) is aangekondigd;
– dat op de betrokken markt geen sprake was van enige concurrentie van betekenis;
– dat de consument geen reële mogelijkheid had om over te stappen;
– dat de ondernemer de consument geen alternatief, zoals een vast contract, heeft aangeboden;
– dat de totstandkoming en de berekening van de gehanteerde tarieven niet transparant en niet controleerbaar is.

Bovendien zijn in het kennelijk gehanteerde wijzigingsbeding de “redenen” voor wijziging veel te ruim omschreven en zijn de wijzigingsmomenten te onbepaald. De consument kon de prijswijzigingen niet voorzien.

De consument verlangt dat alle doorgevoerde verhogingen vernietigd worden en dat alle tariefwijzigingen van tafel gaan en dat het oorspronkelijke tarief wordt gehanteerd.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

In de kern gaat de klacht van de consument over de (mogelijkheid tot) de tariefswijziging van zijn variabel contract.

De commissie heeft ter zitting van 23 september 2023 bij monde van haar voorzitter aan de partijen in die zaken laten weten voornemens te zijn alle zaken die betrekking hebben op het in artikel 19.3 van de Algemene Voorwaarden opgenomen wijzigingsbeding aan te houden. Dit in afwachting van het hoger beroep dat de ondernemer heeft ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, van 24 februari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:94.

Ook gaf de commissie aan dat ook alle overige zaken die betrekking op het wijzigingsbeding van artikel 19.3 AV zullen worden aangehouden, ook voor wat betreft de andere onderdelen.

De ondernemer verzoekt dan ook de inhoudelijke behandeling van deze zaak aan te houden totdat eindarrest is gewezen in het door de ondernemer ingestelde hoger beroep.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

In dit geschil klaagt de consument zowel over de rechtsgeldigheid, (“eerlijkheid”) van het wijzigingsbeding van artikel 19.3 van de door de ondernemer gehanteerde Algemene Voorwaarden en de op die grond doorgevoerde tussentijdse tariefswijzigingen als over de wijze en de termijn waarop deze wijzigingen zijn aangekondigd.

De ondernemer voert verweer.

Voor wat betreft artikel 19.3 AV oordeelt de commissie als volgt.

Mede gelet op hetgeen de ondernemer over deze kwestie naar voren heeft gebracht is de commissie van oordeel dat de rechtseenheid en rechtszekerheid meebrengen, dat ook in een zaak tussen een andere consument en andere leverancier als in de zaak waarin de Amsterdamse rechtbank op 24 februari 2023 vonnis heeft gewezen, de uitkomst van het door Vattenfall ingestelde hoger beroep dient te worden afgewacht. Te meer nu blijkt dat de lagere rechtspraak ook verdeeld is over deze kwestie. Zie het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 26 juli 2023, ECLI:RBMNE:2023:3847.

Partijen zullen dan ook te zijner tijd in de gelegenheid worden gesteld, om schriftelijk dan wel mondeling op een nader te bepalen zitting, te reageren op het binnen afzienbare tijd te verwachten arrest van gerechtshof Amsterdam, waarna de commissie bindend zal adviseren.

Voor wat betreft de klacht van de consument over het al dan niet juist of tijdig informeren door de ondernemer van de voorgenomen tariefswijziging zal de commissie op pragmatische gronden ook de beslissing over dit klachtonderdeel, dat ook in het hoger beroep aan de orde is gesteld, aanhouden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie houdt iedere – verdere – beslissing aan totdat het gerechtshof Amsterdam heeft beslist in hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 februari 2023, (ECLI:RBAMS:2023:940).

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, de heer mr. SJ.S. Bakker, de heer drs. L. van Rootselaar, leden, op 15 april 2024.