
Commissie: Tweewielers
Categorie: Informatie
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
105564 - 2018
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit volgens de consument voort uit een op 6 januari 2015 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte motor merk [merknaam en type].
De overeenkomst is uitgevoerd op 7 februari 2015
Standpunt van de consument
Ik heb een gebruikte motor gekocht met, naar door de ondernemer werd vermeld (op de orderbevestiging), bouwjaar 2014. Vanwege twijfel na aflevering gevraagd naar het bouwjaar: toen gaf de ondernemer 2012 aan. Later is mij gebleken – ook door informatie van [naam importeur] – dat het bouwjaar 2009 was.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De bouwjaren 2014 en 2009 hebben verschillende specificaties. Voor een kenner is dat te zien.
De consument verlangt € 4.200,– compensatie bij wege van schadevergoeding.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
In de mobiliteitsbranche wordt met bouwjaar de datum eerste tenaamstelling bedoeld. Niet het daadwerkelijke bouwjaar of modeljaar. De datum eerste tenaamstelling is 2015. De gestelde schade is niet onderbouwd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Door de consument is gesteld en door de ondernemer niet, dan wel onvoldoende, betwist dat de motor behoort tot de modelreeks zoals die tussen 2009 en 2011 is geproduceerd. Door de ondernemer is ter zitting erkend dat tussen dit model en het model dat in 2014 is geproduceerd verschillen in specificaties bestaan. Aldus heeft de consument belang (gehad) bij een juiste omschrijving bij de aankoop van de motor, hetgeen achterwege is gebleven nu uitsluitend de datum van eerste tenaamstelling is vermeld als bouwjaar van de motor. De consument heeft (daardoor) uit mogen gaan van de juistheid van de omschrijving van de ondernemer en heeft dus uit mogen gaan van het modeljaar 2014 en de daarbij behorende specificaties. De klacht slaagt dus en door het verschil in specificaties lijdt de consument in beginsel schade welke, ook in omvang, onvoldoende is bestreden door de ondernemer. Dit bedrag (€ 4.200,–) is derhalve voor toewijzing vatbaar.
Aldus is de klacht gegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 4200,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 485,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Tweewielersop 20 februari 2017.