Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Levertijd/levering / Schadevergoeding
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
6756/11853
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument heeft 136 stuks aan stenen besteld bij de ondernemer. De stenen werden 1000 meter van de woning van de consument afgeleverd. Volgens de geldende voorwaarden horen de stenen op maximaal drie meter voor de deur te worden afgeleverd. De ondernemer maakt reclame met bezorging tot aan de oprit en dit is niet gebeurd. De consument verlangt daarom schadevergoeding. De ondernemer heeft de stenen door een derde partij op zo een 350 meter van de woning van de consument laten bezorgen. Daardoor is er volgens de ondernemer volgens de toepasselijke transportvoorwaarden gehandeld. De consument is zelf verantwoordelijk voor het niet doorgeven van de moeilijke bereikbaarheid van de afleverlocatie. Volgens de commissie blijft de ondernemer aansprakelijk voor de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Op grond van de overeenkomst was de ondernemer dus verplicht om de gekochte stenen in eigendom over te dragen en af te leveren aan de consument. De stenen hadden in het bezit van de consument moeten worden gesteld. Daarnaast rustte er geen verplichting op de consument om de ondernemer vooraf te informeren over een moeilijke bereikbaarheid van het afleveradres. De commissie verklaart de klacht gegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit de op 10 juli 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verbonden om 136 stuks Lineablock Antraciet strak Kwaliteitsklasse A (hierna: stenen) bij de consument af te leveren tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 442,50 inclusief bezorgkosten.
Voor zover relevant heeft de bezorging plaatsgevonden op of omstreeks 11 augustus 2019.
De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Er zijn stenen besteld met drie leveringen. De eerste twee werden voor de deur afgeleverd. Het gaat om de derde partij die bovenaan de dijk op zo’n 1.000 meter van de woning van de consument werd afgezet omdat de woning voor de 18 meter lange vrachtwagen onbereikbaar zou zijn. Een toevallige passant heeft de consument getipt dat de stenen daar waren gedumpt, anders had de consument dat niet geweten. De consument heeft de bewuste zware stenen met hulp van anderen uiteindelijk opgehaald.
Volgens de toepasselijke voorwaarden hoort het echter op maximaal drie meter voor de deur te worden afgeleverd of in samenwerking. De ondernemer maakt reclame met bezorging tot aan de oprit.
De consument verlangt vergoeding van € 100,– aan betaalde (on)kosten om de derde partij stenen alsnog bij de woning te krijgen.
Standpunt van de ondernemer
Het ter zitting toegelichte standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op de dag van ontvangst maakte de consument zijn ongenoegen kenbaar omdat zijn bestelling niet op zijn gewenste adres is gelost. Het betrokken transportbedrijf heeft de ondernemer aangegeven dat haar chauffeur vanwege een scherpe bocht niet zonder schade aan de wagen of buitenruimte te veroorzaken, bij het gewenste afleveradres kon komen en daarom op een wel veilige locatie heeft gelost. Die derde partij is niet op ca. 1.000 meter maar op zo’n 350 meter van de woning van de consument gelost. Er is volgens de toepasselijke transportvoorwaarden gehandeld en de consument is zelf verantwoordelijk voor het niet doorgeven van de moeilijke bereikbaarheid van de afleverlocatie; anders had de ondernemer vooraf een inschatting kunnen maken om tegen een door de consument te betalen meerprijs aangepast transport in te zetten. Dat een leverancier bij de twee eerdere leveringen om logistieke redenen kennelijk zelf voor aangepast vervoer heeft gekozen, maakt dat niet anders. Omdat de consument vooraf geen geschikte loslocatie heeft gecommuniceerd, mocht en moest de chauffeur ter plaatse beoordelen waar hij verantwoord en veilig kon lossen. Omdat hij het afleveradres niet kon bereiken, heeft de chauffeur geen pakbon achtergelaten en ondanks belpogingen kon de chauffeur de consument telefonisch niet bereiken. De ondernemer hoefde de stenen niet te (laten) verplaatsen en is niet aansprakelijk voor de uiteindelijk in opdracht van de consument gemaakte extra transportkosten om de derde partij stenen bij zijn woning te krijgen.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Vast staat dat de woning van de consument het overeengekomen afleveradres was en dat de chauffeur van het transportbedrijf vanaf zijn 18 meter lange vrachtwagen de derde partij stenen op ten minste enkele honderden meters van die woning heeft gelost.
De consument verlangt schadevergoeding en legt daaraan ten grondslag dat de ondernemer tekort is geschoten in (de nakoming van) zijn verplichting om alle gekochte stenen bij zijn woning af te leveren.
De ondernemer voert het verweer dat de chauffeur de woning van de consument met zijn vrachtwagen niet verantwoord althans niet zonder schade te veroorzaken, bleek te kunnen bereiken en daarom de derde partij stenen daar heeft mogen afzetten. De ondernemer wijst naar haar website, die onweersproken vermeldt:
“Losplaats
De klant is te allen tijde verantwoordelijk voor een losplaats die voldoen ruimte biedt. Wanneer er onvoldoende ruimte is, is dit ter beoordeling van de chauffeur (…).
Let op: de gebruikte vrachtwagens (stenentrailers) zijn meestal 18 meter lang. De stenentrailers hebben een bereik van 3 meter. Dat betekent dat pallets tot 3 meter vanaf de straat geplaatst kunnen worden. Er is geen aparte kraan of heftruck aanwezig om de pallets verder van de weg te plaatsen. (…).
Wij leveren enkel op plaatsen die bereikbaar zijn voor onze stenentrailer. Als de losplaats niet bereikbaar is met een grote stenentrailer (bijvoorbeeld door een te smalle doorgang of brug), dan bent u er zelf verantwoordelijk voor om dit voorafgaand aan de levering kenbaar te maken. Als [de ondernemer] een alternatief vervoersmiddel moet inzetten om op uw gewenste locatie te kunnen leveren, dan kan daar een toeslag (…) voor berekend worden. Neem daarom bij twijfel over de bereikbaarheid van uw locatie eerst contact met ons op.”
De commissie overweegt dat de ondernemer de levering van de stenen aan een transportbedrijf mocht overlaten, maar de ondernemer blijft tegenover de consument aansprakelijk voor de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.
Dat de chauffeur de gekochte stenen volgens de website van de ondernemer in voorkomend geval op een andere dan de overeengekomen afleverplek mag lossen, doet niet af aan de wettelijke verkopersverplichting van artikel 7:9 van het Burgerlijk Wetboek:
“1. De verkoper is verplicht de verkochte zaak (…) in eigendom over te dragen en af te leveren. (…)
2. Onder aflevering wordt verstaan het stellen van de zaak in het bezit van de koper.
(…).”
Op grond van de overeenkomst was de ondernemer dus verplicht om de gekochte stenen in eigendom over te (doen) dragen en af te (doen) leveren aan de consument, hetgeen inhoudt dat de stenen in het bezit van de consument hadden moeten worden gesteld. Dat is niet gebeurd. De gekochte stenen zijn immers op ruime afstand van het afleveradres gelost en onbeheerd achtergelaten zonder daarvan kennis te geven aan consument. Blijkens de stellingen en stukken heeft de chauffeur de consument zelfs niet bericht dát of waar hij de derde partij stenen precies had gelost. Dat de chauffeur volgens de ondernemer meermalen vruchteloos heeft geprobeerd om de consument daarover achteraf telefonisch te informeren en de chauffeur van de telefonische onbereikbaarheid van de consument geen verwijt te maken valt, brengt daarin geen verandering. Bij gebreke van een correcte eigendomsoverdracht en aflevering door inbezitstelling van de consument, is de ondernemer hier toerekenbaar tekort geschoten.
Dat de consument de geloste stenen later zelf (alsnog) in bezit heeft genomen, deed de tekortkoming van de ondernemer niet tenietgaan. Haar verweer dat de consument zelf in gebreke is gebleven om vooraf te informeren over de moeilijke bereikbaarheid van de opgegeven afleverplek, kan daaraan ook niet afdoen. Bij juistheid kan dat verweer hooguit leiden tot vermindering van haar vergoedingsplicht in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder van partijen toe te rekenen tekortkomingen dan tot de schade hebben bijgedragen.
Bovendien volgt de commissie de ondernemer ook niet in haar verweer, zodat er geen aanleiding is om hier de vergoedingsplicht van de ondernemer te verminderen. Dat de chauffeur van de 18 meter lange vrachtwagen de onderhavige partij stenen niet zonder meer bij het afleveradres meende te kunnen krijgen, is hiertoe onvoldoende. Bijzondere omstandigheden waardoor de consument vooraf redelijkerwijs had moeten weten dat voor de ondernemer rijdende voertuigen althans vrachtwagens de woning van de consument niet zouden kunnen bereiken zodat hij dat vooraf had moeten melden, zijn in ieder geval onvoldoende aannemelijk geworden. Zo is bijvoorbeeld niet voldoende gesteld of gebleken dat het al vaker was voorgekomen dat vrachtwagens de woning van de consument niet hebben kunnen bereiken. De latere omstandigheid dat de eerste twee partijen stenen wel bij de woning van de consument zijn afgeleverd, lijkt dat ook te bevestigen.
Uit dit alles volgt niet dat de chauffeur door hier niet bij het afleveradres te lossen een foute beslissing heeft genomen, maar wel dat op de consument geen verplichting rustte om de ondernemer vooraf te informeren over een mogelijk moeilijke bereikbaarheid van het overeengekomen afleveradres.
De tekortkoming verplicht de ondernemer om de schade die de consument daardoor lijdt, te vergoeden. Nu niet althans onvoldoende bestreden is dat deze tot een kostenpost van € 100,– voor de consument heeft geleid en de ondernemer overigens niets aanvoert dat een ander oordeel rechtvaardigt, zal de commissie bepalen dat de ondernemer aan de consument een vergoeding van € 100,– moet betalen. De commissie oordeelt dat ter beëindiging van dit geschil ook redelijk en billijk.
De commissie komt tot de slotsom dat de klacht gegrond is. Volgens het Reglement van de commissie moet de ondernemer (ook) het betaalde klachtengeld aan de consument vergoeden en behandelingskosten betalen.
De commissie beslist als volgt.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de ondernemer aan de consument een vergoeding van € 100,– moet betalen.
Als de ondernemer dit niet binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies heeft betaald, moet de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag betalen vanaf een maand na de verzenddatum van dit bindend advies tot de dag van volledige betaling.
De commissie bepaalt dat de ondernemer aan de consument bovendien het betaalde klachtengeld € 52,50 moet vergoeden.
De commissie stelt vast dat de ondernemer bovendien aan de commissie behandelingskosten verschuldigd is.
De commissie wijst het meer of anders door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mr. M.G.W.M. Stienissen, voorzitter, mr. P.B. Vos en S.L.R. van Nuijs, leden, op 11 december 2019.