de door de consument gestelde gebreken niet door deskundige geconstateerd

De Geschillencommissie




Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf    Categorie: Ondeugdelijk werk (non conformiteit)    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 115084

De uitspraak:


Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 7 mei 2012 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen jaarlijkse (binnen- en buiten)schilderwerkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van in totaal € 28.004,24. Dit bedrag betreft een meerjarenbegroting tot en met 2021.
Het geschil gaat om de in 2017 uitgevoerde werkzaamheden.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

– Slechte hechting klasse 4-5, hechting van de bovenste en tweede laag
– Onvoldoende geschuurd
– Aangepast hout niet behandeld
– Slechte of geen hechting op nieuwe buitendeur appartement Jasmijn 10
– Slechte of geen hechting op bestaande deur algemene ruimte VvE
– Houtwerk niet bijgewerkt, ook niet als extra werk
– Plaatselijk vervuiling in de laklaag, vervuiling van zand

De consument verwijst ter onderbouwing van deze klachten naar een rapportage van Akzo Nobel.
De consument heeft de overeenkomst met de ondernemer kennelijk beëindigd.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer betreurt dat een en ander zo is gelopen. De ondernemer staat nog steeds open voor een oplossing. Een bedrag van € 4.500,– als oplossing zoals door de consument genoemd, acht de ondernemer onredelijk en niet onderbouwd.
De ondernemer stelt voor de overeenkomst zonder verdere kosten te ontbinden zodat de consument vrij is om met een andere ondernemer in zee te gaan. De ondernemer acht zich – zo begrijpt de commissie – niet aansprakelijk.

Deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Vaktechnisch oordeel
Het betreft 16 appartementen aan de Jasmijn 2 t/m 32 te Tiel. De kozijnen, ramen en (balkon) deuren zijn van naaldhout. Enkele balkondeuren zijn vervangen door loofhouten deuren. Een beperkt aantal deuren van de algemene ruimten zijn van multiplex evenals de betimmeringen aan de onderzijde van een overstek. Het complex is gebouwd in 2000.

Op verzoek van de VvE is in eerste instantie het schilderwerk van de balkongevel van appartement Jasmijn 26 beoordeeld. Hier is de balkondeur vervangen (loofhout) en in het werk geschilderd. Het deurkozijn en een kozijn direct naast de balkondeur kon eveneens vanaf het balkon worden beoordeeld. Op de balkondeur heeft Akzo Nobel eerder een hechtproef uitgevoerd. Deze laat zien dat de toplaag losgetrokken is van de onderliggende grijze verflaag (mogelijk grondverflaag). Met toestemming van de consument is door de deskundige een nieuwe hechtproef uitgevoerd conform de geldende voorschriften verzwaard met tape. De deskundige stelt eveneens een slechte tot zeer slechte hechting van de verflaag vast (klasse 5) waarbij de toplaag wordt losgetrokken van de onderliggende grijze grondlaag.
De hechting van het verfsysteem op de deurkozijnstijl is goed, ook hecht de verf op het naast gelegen kozijn goed op zowel de stijl als de dorpel. In het verfsysteem van de deur zijn opgesprongen blaasjes zichtbaar.

Vervolgens is op verzoek van de consument de deur naar de centrale bergingen beoordeeld. De deskundige stelt vast dat hier zichtbare verfschade aanwezig is welke veroorzaakt is door mechanische belasting. De blauw-groene verf onthecht tot op de onderliggende witte verflaag. De deskundige heeft hier eveneens een hechtproef uitgevoerd en stelt een zeer slechte hechting van de toplaag vast (klasse 5). De blauw-groene toplaag wordt eenvoudig losgetrokken van de onderliggende witte verflaag. De hechting van de verf op de deurstijl is goed. De verf op de rechter deurstijl, die aan het metselwerk grenst, vertoont plaatselijke kratervorming. Beginnende houtaantasting is vastgesteld in de deurkozijndorpel rechts van de deur.
De overige deuren van de algemene ruimten op de begane grond vertonen geen zichtbare gebreken. Hier zijn geen aanvullende hechtproeven uitgevoerd.

Op de begane grond in de zuidgevel zijn twee kozijnen overgeschilderd door een schildersbedrijf uit Tiel. Volgens de consument heeft het schildersbedrijf hier de slecht hechtende verflagen verwijderd middels schrapen en is het geheel machinaal geschuurd. Daarna is het werk overgegrond en afgeschilderd. In het uitgevoerde schilderwerk zijn geen zichtbare gebreken vastgesteld.

De overige elementen zijn vanaf de begane grond beoordeeld. De deskundige en VvE beschikten niet over geschikt klimmateriaal om meerdere elementen te beoordelen. Ook de inmiddels dichtgezette ramen boden geen gelegenheid om het betreffende werk van binnenuit te schouwen.

Tijdens de visuele beoordeling zijn er geen zichtbare gebreken waargenomen in de vorm van onthechting. Omdat het merendeel van de elementen niet van dichtbij konden worden beoordeeld heeft de deskundige niet kunnen vaststellen of er sprake is van hinderlijke vuilinsluitingen, houtaantasting en een slechte of minder goede hechting van het verfsysteem.
 
Herstel
De deskundige heeft tijdens zijn visuele beoordeling geen spontane onthechting van het verfsysteem kunnen vaststellen. De beperkte hechtproeven die de deskundige heeft kunnen uitvoeren bevestigen een minder goede hechting van het verfsysteem op een balkondeur en een toegangsdeur naar de bergingen. Het betreft hier een nieuwe loofhouten balkondeur die in een grondlaag is aangevoerd en in het werk is afgeschilderd. De deur naar de centrale berging vertoont eveneens een slechte hechting maar dat blijkt mogelijk een incident. De overige uitgevoerde hechtproeven op de kozijndelen resulteren in een goede hechting van het verfsysteem.

Naar het oordeel van de deskundige is er geen zichtbare verfschade en kan volstaan worden met een reguliere schilderbeurt in 2018 en/of 2019. Daarbij de moeten de niet hechtende verflagen worden verwijderd, het geheel machinaal geschuurd en vervolgens bijgegrond, overgegrond en afgeschilderd (OHD3). Voor de aanwezige houtrot zal een stelpost moeten worden opgenomen.

Er zijn door VvE reeds drie offertes aangevraagd bij de ondernemer en 2 andere schildersbedrijven. Alleen de offerte van de ondernemer is toegevoegd aan het dossier. De deskundige heeft geen inzicht in de overige aanbiedingen.
Omdat de deskundige geen directe verfschade en/of zichtbare tekortkomingen heeft geconstateerd heeft hij geen herstelkosten opgenomen.

Akzo Nobel heeft volgens de rapportage 15 hechtproeven uitgevoerd waarbij een slechte hechting van het verfsysteem is vastgesteld. Omdat de betreffende meetplaatsen niet in de rapportage zijn opgenomen heeft de deskundige deze niet kunnen controleren. Evenmin heeft hij op deze plaatsen aanvullende hechtproeven kunnen uitvoeren. Zoals eerder aangegeven heeft de deskundige de hechtproef van Akzo Nobel op de balkondeur van Jasmijn 26 wel kunnen beoordelen.

Toelichting
Een minder goede hechting van een verfsysteem kan een gevolg zijn van een minder goede voorbehandeling. In eerste instantie is het goed reinigen van de bestaande oude verflagen erg belangrijk. Daarbij wordt vuil en andere verontreiniging verwijderd. Vervolgens is het schuren van de oude verflaag nodig om een goede oppervlakte vergroting te verkrijgen waardoor het nieuw aan te brengen verfsysteem zich goed kan aanhechten.
Wanneer er onvoldoende gereinigd wordt, en er dus vuil en andere verontreiniging achterblijft, kan dat van invloed zijn op de aanhechting van de verflagen. Bij het niet of onvoldoende schuren van de oude lagen kan een slechte hechting van het verfsysteem het gevolg zijn. De combinatie van beide zal een goede aanhechting nog sterker negatief beïnvloeden.
Wanneer de nieuwe toplagen eenvoudig losgetrokken kunnen worden van de onderliggende oude verflagen spreekt men van intercoat hechting.
In het onderhavige geval kan er sprake zijn van onvoldoende reinigen en/of schuren waardoor er plaatselijk een minder goede hechting van het verfsysteem is ontstaan.
Destructieve hechtproeven moeten met zorg worden uitgevoerd waarbij in acht moet worden genomen dat de verflagen voldoende zijn doorgehard. Het komt voor dat verflagen bij aanvang een minder goede hechting vertonen en na een langere doorhardingsperiode wel goed vast zitten. Omdat de deskundige niet goed de omvang van een eventuele minder goede hechting kan inschatten zal in de praktijk per element moeten worden vastgesteld of de betreffende ondergrond voldoende betrouwbaar is voor het vervolgonderhoud.

Door de ondernemer is vanaf 2003 tot 2016 het onderhoud uitgevoerd. Daarbij werd jaarlijks het schilderwerk beoordeeld en waar nodig geschilderd.
In 2008 is een tussenbeurt uitgevoerd, in 2009 een kleine beurt, in 2010 groot onderhoud A en in 2011 groot onderhoud B.
Volgens de door de ondernemer afgegeven meerjarenplanning is er in 2012, 2013, 2014 en 2015 een kleine beurt uitgevoerd. De laatste onderhoudsbeurt is door de ondernemer in 2016 uitgevoerd met een zogenaamde tussenbeurt.
In het dossier ontbreken de werkomschrijvingen en onderdelen die behoren bij de meerjarenplanning. Volgens de consument zou de ondernemer deze niet aan de VvE hebben verstrekt.

Naar oordeel van de deskundige is een jaarlijks onderhoud wel erg kostbaar en veelal onnodig. Bovendien zijn de kosten van benadering hoog omdat een hoogwerker en/of steigers moeten worden toegepast. Volgens de consument werden de kleine beurten van binnenuit uitgevoerd waarbij het draairaam toegang tot het buitenwerk verschafte. Dit is in de praktijk geen goede benadering omdat de betreffende onderdelen niet of onvoldoende goed bereikbaar zijn.
Naar het oordeel van de deskundige kan er beter om de 6 jaar een reguliere schilderbeurt worden ingepland en uitgevoerd. Met goede klimvoorzieningen kan het werk betrouwbaar en veilig worden aangepakt. Volgens de consument heeft de VvE eerder gekozen om de kosten laag te houden en jaarlijks een klein bedrag te besteden aan het onderhoud.

Tijdens het bezoek heeft de consument aanvullende informatie verstrekt.
De VvE heeft aan drie schilderbedrijven een offerte aangevraagd voor het reguliere onderhoud alsmede het vervangen van isolatieglas, het plaatsen van neuslatten en het herstellen van houtrot. De ondernemer, bedrijf D. en bedrijf M. hebben offertes uitgebracht. De ondernemer heeft ook een verftechnisch advies van Akzo Nobel en een meerjaren-onderhoudsplanning aan de offerte toegevoegd.
Later heeft ook H. Schilderwerken een offerte uitgebracht nadat het bedrijf twee proefkozijnen heeft geschilderd.
M. heeft het isolatieglas, de neuslatten en enkele ramen vervangen/dichtgezet en houtrotreparaties uitgevoerd. In het dossier zijn hierover geen stukken aangetroffen.

Ook is het metselwerk gereinigd en vervolgens geïmpregneerd/gehydrofobeerd voordat het schilderwerk in 2016 is uitgevoerd, mogelijk in 2015/2016. De consument kan niet aangeven welk product hier is toegepast en of daarbij de houten gevelelementen zijn afgeschermd. Deze werkzaamheden zouden door een B&G uit Nieuwegein zijn uitgevoerd. De deskundige heeft dit bedrijf niet kunnen traceren.
In de rapportage van Akzo van 12 april 2016 (P.CCS-SH-CRM-8843-0-2017) wordt aangegeven dat de onthechting tussen de verschillende lagen veroorzaakt wordt door een siliconenbesmetting van een hydrofobeer behandeling. Door het ontbreken van informatie kan de deskundige hierover geen oordeel geven.

Naast het vaste schildersbedrijf, de ondernemer, zijn er inmiddels drie bedrijven betrokken bij het onderhoud van het complex.”


Beoordeling van het geschil

 
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft in het klachtenformulier een aantal klachten geformuleerd ten aanzien van de door de ondernemer uitgevoerde werkzaamheden. De consument laat echter na om daaraan een juridische of feitelijke conclusie te verbinden. Wat de consument van de commissie wenst – herstel, ontbinding van de overeenkomst, schadevergoeding of een combinatie daarvan – wordt daardoor niet duidelijk. De consument heeft ook geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn klachten ter zitting nader toe te lichten. Het is niet aan de commissie om dienaangaande zelf een keuze te maken, zodat de klacht van de consument op die grond reeds niet voor toewijzing vatbaar is.

Daar komt echter nog bij dat de deskundige geen zichtbare gebreken heeft geconstateerd in het verfwerk en geen kosten van herstel heeft begroot. De commissie sluit zich aan bij dit advies van de deskundige. In 2018 en 2019 kan kortgezegd worden volstaan met een reguliere verfbeurt. Ook op deze grondslag is de klacht van de consument niet toewijsbaar.

De consument heeft de overeenkomst met de ondernemer inmiddels kennelijk buitengerechtelijk beëindigd. De ondernemer heeft hiermee in haar schriftelijke reactie aan de commissie ingestemd.
De commissie kan zich voorstellen dat het, gezien de onderlinge problemen tussen partijen, beter is als partijen afscheid van elkaar nemen.

De commissie acht de klacht van de consument ongegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf, bestaande uit
De heer mr. T.J. van Gessel, voorzitter, mevrouw mr. M.J. Boon en de heer J. Hania, leden, op 29 juni 2018.