Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
106630
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de wijziging van een telecommunicatie-overeenkomst.
De consument heeft de klacht tijdig voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft met (een rechtsvoorganger van) de ondernemer een telecommunicatie-overeenkomst gesloten voor een telefoonaansluiting via een vaste lijn. Op grond van dit zogenaamd ‘[naam van de overeenkomst]” (inclusief Turkije) abonnement was het voor de consument onder meer mogelijk tegen betaling van een vaste abonnementsprijs kosteloos of goedkoop op te bellen naar Turkije. Daar hebben de consument en zijn vrouw familie wonen.
De ondernemer heeft in maart 2016 zonder toestemming van de consument eenzijdig het abonnement gewijzigd in het zogenaamd ‘[naam van de overeenkomst 2] –product tegen een lagere abonnementsprijs maar met aanzienlijke gesprekskosten voor het bellen naar onder meer Turkije. Dit land valt onder het betreffende abonnement niet onder Europa. Een en ander is de consument gebleken na ontvangst van de factuur over maart 2016. Hij heeft toen telefonisch contact opgenomen met de ondernemer. In het betreffende telefoongesprek is onder meer de invulling van vergoedingsformulieren ter sprake gekomen; dit heeft echter niet geleid tot enige vergoeding aan de consument wegens de gestelde wijziging van het abonnement.
De consument bestrijdt de stelling van de ondernemer dat de consument tijdens een telefoongesprek van 10 maart 2016 met de ondernemer een gewijzigd telefoonabonnement is overeengekomen voor het product “[naam van de overeenkomst 2]”. De consument heeft vergeefs meerdere malen aan de ondernemer verzocht hem een opname van het gestelde telefoongesprek te verstrekken.
De ondernemer vordert thans nog een bedrag van € 461,96 op grond van het volgens de ondernemer gewijzigde abonnement. De consument bestrijdt dit bedrag verschuldigd te zijn.
De ondernemer heeft aan de consument ten onrechte belkosten over april 2016 van € 103,12 en over mei 2016 van € 126,24, tezamen € 229,36, gefactureerd en geïncasseerd. De consument verlangt terugbetaling van dit bedrag van € 229,36.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 10 maart 2016 is telefonisch een wijziging van het telefoonabonnement van de consument met ingang van 20 maart 2016 overeengekomen. Aan de consument is hiervan een schriftelijke bevestiging gestuurd. Bellen naar Turkije viel sindsdien niet meer binnen de belbundel. Desondanks is de consument naar Turkije blijven bellen. Alle gefactureerde bedragen zijn verschuldigd. Er staat nog een bedrag van € 461,96 open.
Het abonnement is inmiddels beëindigd. De ondernemer heeft aan de consument op 11 januari 2017 een schikkingsvoorstel gedaan. Dit is niet geaccepteerd.
De klacht is ongegrond.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument betwist de stelling van de ondernemer dat er op 10 maart 2016 een wijziging van het telefoonabonnement is overeengekomen. Hij heeft spoedig na ontvangst van de factuur over maart 2016 en dus ook spoedig na ontvangst van de bevestiging van de gestelde wijziging van het abonnement telefonisch bij de ondernemer geprotesteerd. De ondernemer heeft nagelaten, ondanks herhaalde verzoeken van de consument, een opname van het gestelde telefoongesprek van 10 maart 2016 aan de consument ter beschikking te stellen. Op grond van een en ander is de door de ondernemer gestelde overeengekomen wijziging van het telefoonabonnement niet komen vast te staan.
De commissie voegt hier nog aan toe dat het ook onwaarschijnlijk is dat de consument, waarvan vaststaat dat met name zijn vrouw herhaaldelijk telefoneert met Turkije, akkoord zou zijn gegaan met de gestelde wijziging; deze zou immers voor de consument, gelet op het belgedrag van hem en zijn echtgenote, een aanmerkelijke verslechtering betekenen.
Gelet op het vorenstaande is de facturering van de belkosten naar Turkije over de periode vanaf 20 maart 2016 tot de datum van de beëindiging van het abonnement onterecht. De commissie maakt uit de stukken op dat het abonnement eind juni of in juli 2016 inderdaad is beëindigd. Ook de facturering van kosten in verband met deze tussentijdse beëindiging van het abonnement is onterecht, omdat de tussentijdse beëindiging met name is veroorzaakt door de handelwijze van de ondernemer in deze zaak.
De consument vordert dus terecht terugbetaling van de gesprekskosten voor bellen naar Turkije van € 103,12 van de factuur van 25 april 2016 en van € 126,24 van de factuur van 25 mei 2016, tezamen een bedrag van € 229,36.
De nog openstaande facturen zijn gedateerd 25 juni 2016 en 25 juli 2016.
De factuur van 25 juni 2016 bevat een bedrag van € 39,– aan abonnementskosten en een bedrag van € 99,78 voor gesprekskosten naar Turkije. Het bedrag aan abonnementskosten van € 39,– is de consument verschuldigd; ook onder zijn oorspronkelijke abonnement was hij – immers nog hogere – abonnementskosten verschuldigd geweest. De gesprekskosten is de consument niet verschuldigd.
De factuur van 25 juli 2016 ten bedrage van totaal € 322,17 bevat een creditbedrag van € 1,26 abonnementskosten, een bedrag van € 313,31 voor kosten beëindiging contract en een bedrag van € 10,12 voor gesprekskosten naar Turkije. Onder verwijzing naar het voorgaande is de consument het bedrag van deze factuur niet verschuldigd.
Per saldo dient de ondernemer aan de consument te vergoeden het bedrag aan gesprekskosten van de facturen van 25 april 2016 en 25 mei 2016 van € 229,36 verminderd met de abonnementskosten van de factuuur van 25 juni 2016 van € 39,–, derhalve € 190,36.
De klacht van de consument is grotendeels gegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient per saldo aan de consument te vergoeden een bedrag van € 190,36.
Aangezien de ondernemer geen aanspraak kan maken op een betaling door de consument, wordt het depotbedrag teruggestort naar de consument.
De ondernemer dient overeenkomstig het reglement van de commissie het klachtengeld ad € 50,– aan de consument te vergoeden.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten op 9 februari 2017.