Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: gebrekkige installatie / Installatie
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
254975/362950
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze uitspraak betreft een geschil over de overeenkomst tot installatie van een hybride warmtepomp tussen consument en ondernemer. Na installatie van de pomp zouden twee radiatoren in het huis van de consument niet meer hebben gewerkt. Hierop heeft de consument een klacht ingediend, maar geen gehoor gevonden van de ondernemer. De consument wenst herstel van de installatie. Daarentegen stelt de ondernemer dat de radiatoren al voor de installatie niet hebben kunnen werken. Evenwel is de ondernemer bereid het probleem kosteloos op te lossen. De commissie heeft een deskundige ingesteld om de installatie te bekijken.
Wat is de beslissing?
De commissie sluit zich aan bij het deskundigenrapport. Volgens dit rapport is de warmtepomp verkeerd geïnstalleerd. Als installateur had de ondernemer zorg moeten dragen voor een goed functionerende installatie. De commissie acht de klacht van de consument daarom gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 24 september 2024 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft een overeenkomst van 13 juli 2023 met betrekking tot de installatie van een hybride warmtepomp (Fujitsu) met toebehoren. De daaraan verbonden kosten ad € 16.656,– zijn door de consument voldaan.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Na de installatie van de hybride warmtepomp bleek de verwarming middels twee radiatoren van de bovenverdieping aan een zijde van het huis niet meer te functioneren. De ondernemer heeft op een klacht daarover niet gereageerd. De consument wenst herstel van deze gebrekkige installatie.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen verweer ingediend. Ter zitting heeft hij verklaard dat het niet anders kan dan dat de betreffende radiatoren ook vóór de installatie niet gefunctioneerd hebben. Hij heeft zich evenwel alsnog bereid verklaard het probleem kosteloos op te lossen.
Het deskundigenonderzoek
De deskundige heeft de klacht onderzocht en op 3 juli 2024 een rapport uitgebracht van zijn bevindingen.
Volgens de deskundige werkt de warmtepomp goed maar zijn er bij de installatie enkele fouten gemaakt. De installatie is niet waterzijdig ingeregeld hoewel dat volgens de huidige richtlijnen bij vervanging van een cv ketel, in dit geval door een hybride warmtepomp, wel zou moeten. Dit was ook niet door de ondernemer geoffreerd. De beide radiatoren die niet warm worden zijn verkeerd aangesloten, namelijk aan de uitgaande kant van de warmtepomp, waardoor deze niet warm worden als de cv ketel niet brandt.
Het betreft een eenvoudig te herstellen installatiefout, namelijk door een nieuwe leiding te leggen naar de afgaande leiding aan de achterzijde van de woning. De daaraan verbonden kosten begroot de deskundige op € 550,– inclusief btw.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie sluit zich aan bij de bevindingen van de deskundige, waaruit blijkt dat de warmtepomp in zoverre fout is geïnstalleerd, dat de niet werkende radiatoren verkeerd zijn aangesloten, namelijk aan de uitgaande kant van de warmtepomp, waardoor deze niet warm worden als de cv ketel niet brandt. Als installateur had de ondernemer zorg moeten dragen voor een algeheel goed functionerende installatie. Ter zitting heeft hij verklaard daarvoor alsnog kosteloos zorg te zullen dragen, hetgeen in de beslissing zal worden opgenomen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient binnen dertig dagen na verzending van dit bindend advies en in overleg met de consument kosteloos zorg te dragen voor een algeheel goed functionerende installatie, inclusief de beide, thans niet goed functionerende, radiatoren,
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, de heer drs. H.H.F.M. van den Oever , mevrouw mr. A. Dantuma , leden, op 24 september 2024.