
Commissie: Groen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
GRO09-0022
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 6 maart 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en leggen van een kunstgrasmat in de tuin van de consument, alsmede diverse andere hovenierswerkzaamheden, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 7.000,–. De werkzaamheden zijn opgeleverd in september 2008. De consument heeft een bedrag van € 1.000,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 24 september 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Het kunstgras is bedoeld als hockeyoefenveldje voor kinderen. Het vertoonde na de aanleg diverse scheuren en gaten en er was kleurverschil in de rollen onderling. De ondernemer heeft een gedeelte vervangen, maar het resultaat is nog niet goed. Er is nog een scheur aanwezig en er zijn oneffenheden en golvingen in het oppervlak. Dat is gevaarlijk voor de kinderen. De hobbeligheid verdwijnt niet in het gebruik, zoals de ondernemer beweert. De ondernemer wil er niets meer aan doen. Om die reden heb ik € 1.000,– ingehouden. Ik wil een financiële oplossing, want in de ondernemer heb ik geen vertrouwen meer. De consument verlangt een vergoeding van € 3.500,– à € 4.000,–. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Vanwege het kleurverschil (de consument had het gras dat al elders had gelegen overigens zelf uitgezocht) heb ik een gedeelte vervangen door nieuw gras. Ik heb de ondergrond opnieuw geëgaliseerd. In overleg met de consument was die ondergrond niet afgegraven en aangevuld met zand, maar alleen verdeeld en aangetrild, om de kosten beperkt te houden. Ik heb alle servicepuntjes afgewerkt en heb mijn werk dus goed gedaan. Pas na enkele maanden en na diverse betalingsverzoeken mijnerzijds komt de consument met het verhaal dat het gras niet geschikt zou zijn en verlangt hij van mij een tegemoetkoming. Dat vind ik niet redelijk. In feite ben ik de consument al tegemoetgekomen door geen extra bedrag te rekenen voor de nieuwe grasstrook die ik heb geleverd, waarvan de meerwaarde op € 281,34 exclusief BTW is te stellen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Wat de consument een scheur noemt is in werkelijkheid een naad. Die naad is ontstaan doordat de ondernemer bij de vervanging van een gedeelte van het gras circa anderhalve meter tekort kwam, dat van een andere rol moest komen. Hierover is tevoren geen overleg geweest tussen partijen. Het gras vertoont enkele oneffenheden en loopt enigszins schuin af. De oneffenheden zijn ontstaan doordat er uit kostenoverwegingen geen gestabiliseerd zand onder het grasveld is aangebracht, zoals is voorgeschreven, maar ervoor is gekozen de bestaande zanderige grond te vermengen met het zand uit de cunet van de bestrating en dat te vervlakken en te verdichten. Het schuin aflopen (een verloop van maximaal één centimeter) wordt door veel hoveniers om visuele redenen gedaan. Ook zijn er twee plooien zichtbaar, die waarschijnlijk zijn ontstaan door het strak inbrengen van het geheel. Herstel is mogelijk. De commissie verwijst hiervoor naar het rapport. De herstelkosten bedragen € 297,50. Wordt er gekozen voor een volledig nieuwe baan kunstgras aan de linkerzijde, wat de deskundige niet aanbeveelt vanwege de kans op kleurverschil, dan worden de kosten € 714,– hoger. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie acht de naad in het gras aanvaardbaar, mede omdat de deskundige die niet als een onvolkomenheid ziet en de consument aanzienlijk duurder was uitgeweest als hij had gekozen voor een naadloos grasveld, omdat er dan een extra baan zou moeten worden geleverd. Voor de overige door de deskundige genoemde gebreken is de ondernemer aansprakelijk, omdat niet is gebleken dat de ondernemer de consument heeft gewaarschuwd voor oneffenheden als mogelijk gevolg van de gekozen goedkopere werkwijze. Nu er geen vertrouwensbasis meer tussen partijen aanwezig is, zal de commissie aan de consument een vergoeding toekennen, gelijk aan de door de deskundige begrote herstelkosten. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer is aan de consument een vergoeding verschuldigd van € 297,50. Dit bedrag kan worden verrekend met het depotbedrag. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 1.000,– als volgt verrekend. Aan de consument wordt een gedeelte van € 297,50 geretourneerd. Aan de ondernemer wordt het restant van € 702,50 overgemaakt. Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen op 15 december 2009.