De ondernemer heeft meerdere verbouwwerkzaamheden gebrekkig uitgevoerd

De Geschillencommissie




Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw    Categorie: Gebrek    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 233497/248869

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak vloeit voort uit een overeenkomst tot opdracht tussen ondernemer en consument. Zo zouden er meerdere werkzaamheden tijdens de verbouwing nog niet af zijn gemaakt, of zijn er in de tussentijd gebreken ontstaan. Hierop heeft de commissie een deskundige de situatie laten bekijken.

Wat is de beslissing?

De commissie neemt de bevindingen van de deskundige over in haar overwegingen. Meerdere klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard door de commissie. In deze gevallen heeft de deskundige geen gebreken opgemerkt die een tekortkoming zouden vormen. Echter, zijn er ook klachtonderdelen gegrond verklaard. Zo zouden er bij meerdere installaties nog onderdelen ontbreken. Onder andere bij de pompschakelaar van de vloerverwarming is dit het geval. De klachten van de consument zijn dus ten dele gegrond. Voor de gegronde klachtenonderdelen veroordeelt de commissie de ondernemer tot deugdelijk herstel.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op verbouwingswerkzaamheden aan de woning van de consument, waarbij volgens de consument diverse gebreken zijn ontstaan en het werk volgens hem nog niet op alle punten is afgemaakt.

De consument heeft een bedrag van € 9.275,33 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Deskundigenrapport

De commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren door [naam] (hierna te noemen: de deskundige), die daarover op 19 maart 2024 schriftelijk aan de commissie heeft gerapporteerd. De inhoud van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast.

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het rapport van de deskundige.

De consument heeft op het rapport gereageerd per brief van 4 april 2024. De consument heeft het volgende aangevoerd:

– De dakkapel aan de achterzijde is hersteld met lood maar de dakkapel aan de voorzijde nog niet;
– De schade aan de dakrand van de schuur bij de buren zou door de ondernemer worden hersteld. Dit heeft de projectleider tijdens het onderzoek bevestigd. Hierover wordt geen melding gemaakt in het rapport van de deskundige;
– De projectleider heeft tijdens het onderzoek bevestigd dat het buitenschilderwerk in het voorjaar van 2023 zou plaatsvinden.

De ondernemer heeft per brief van 2 april 2024 op het rapport van de deskundige gereageerd. Door een administratieve omissie was deze brief ten tijde van de mondelinge behandeling nog niet in het digitale zaaksdossier opgenomen. Daarom heeft de ondernemer de inhoud van de brief mondeling toegelicht zodat de consument van de inhoud daarvan kennis heeft kunnen nemen en daarop heeft kunnen reageren. De ondernemer kan zich vinden in het rapport van de deskundige.

Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding van hetgeen partijen schriftelijk en mondeling naar voren hebben gebracht en met inachtneming van de inhoud van de in het geding gebrachte stukken, overweegt de commissie als volgt.

De consument heeft op 29 september 2023 een klacht bij de commissie ingediend en hij heeft op 29 september én 3 november 2023 een vragenformulier ingestuurd. De commissie zal bij beoordeling van de klacht uitgaan van de 11 klachtonderdelen die de consument in het meest recente vragenformulier – te weten dat van 3 november 2023 – heeft ingediend. De commissie zal de 11 verschillende klachtonderdelen hierna afzonderlijk behandelen.

1. Buitenschilderwerk
Ter zitting heeft de consument deze klacht ingetrokken, zodat de commissie daar niet over hoeft te oordelen.

De deskundige heeft nog wel opgemerkt dat het herstelde deel van de onderdorpel aan de voorzijde van de woning niet is voorzien van een beschermlaag. De ondernemer heeft zich bereid verklaard om dit alsnog op te pakken. De commissie gaat ervan uit dat de ondernemer zijn toezegging op dit punt nakomt.

Wat betreft de hierna te bespreken 10 klachtonderdelen (2 tot en met 11) merkt de commissie allereerst op dat zij de bevindingen en conclusies van de deskundige ten aanzien van al deze 10 klachtonderdelen overneemt, nu hiertegen door partijen geen verweer is gevoerd en de commissie ook overigens niet is gebleken dat deze onjuist zouden zijn. De twee opmerkingen die de consument in zijn reactie op het deskundige rapport heeft gemaakt (d.d. 4 april 2024), zagen niet op klachtonderdelen 2 tot en met 11.

2 en 3. Loodspetters op deur en kras op raam achterdeur
Als gevolg van de werkzaamheden bevinden zich een aantal hechtende deeltjes op de beglazing van de openslaande deur aan de achterzijde van de woning en bevindt zich een kras op de achterdeur van de bijkeuken. De commissie acht dit een tekortkoming in de nakoming waarvoor de ondernemer aansprakelijk is en volgt de deskundige in het standpunt dat de loodspetters verwijderd moeten worden. De ondernemer heeft zich daartoe reeds bereid verklaard. Onder verwijzing naar het rapport van de deskundige, merkt de commissie op dat de beglazing door de ondernemer dient te worden vervangen, als blijkt dat de beglazing niet op de juiste wijze kan worden hersteld. Deze twee klachtonderdelen worden gegrond verklaard.

4. Beugelen rookgasafvoerpijp
De commissie volgt de deskundige in het standpunt dat sprake is van een technische tekortkoming, nu de twee pijpen van en naar de ketel niet zijn gebeugeld. Dit klachtonderdeel is gegrond. De commissie zal de ondernemer opdragen om het systeem alsnog te beugelen, waartoe de ondernemer zich reeds bereid heeft verklaard.

5. Gaten zijkant dakkapellen
De deskundige heeft opgemerkt dat de EPDM-dakbedekking onder de pannen is gevouwen, waardoor het vanaf de grond lijkt alsof een opening aanwezig is. Daarvan is volgens de deskundige geen sprake en de dakbedekking is zijns inziens deugdelijk aangebracht. Nu de consument daartegen niets meer heeft ingebracht, gaat de commissie daarvan uit. Ten aanzien van dit klachtonderdeel valt door de ondernemer dan ook niets te herstellen. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

6. Horren
Blijkens het rapport van de deskundige bleek de consument niet op de hoogte te zijn geweest van het op juiste wijze plaatsen van de horren. Volgens de deskundige passen de horren in de kozijnopening. Nu de consument daartegen niets meer heeft ingebracht, gaat de commissie daarvan uit. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard.

7. Schilderen voordeur
De deskundige heeft geconstateerd dat niet alle kopse kanten van de voordeur zijn geschilderd. Dit is door de ondernemer erkend en deze heeft zich bereid verklaard om dit alsnog uit te voeren. Aangezien de ondernemer het schilderwerk op dit punt ondeugdelijk heeft uitgevoerd, zal de commissie de ondernemer herstel opdragen. Dit klachtonderdeel is gegrond.

8. Schilderwerk muur woonkamer
Volgens de consument is het schilderwerk op één muur niet goed gedekt. Tijdens de inspectie zijn de deskundige twee wanden getoond. Op de lange wand zijn geen niet gedekte plekken geconstateerd. Op de korte wand is op een plaats een lichtere vlek zichtbaar. Op de opleveringslijst is weliswaar aantekening gemaakt dat er op de wand links slordige plekken in het sauswerk aanwezig zijn, maar de door de consument getoonde lichtere vlek zit op de wand aan de rechterzijde. Volgens de deskundige is aannemelijk dat de veeg er ten tijde van de oplevering al zat, aangezien de wand door de consument nadien niet is behandeld. Nu de consument een en ander verder niet heeft betwist, heeft de commissie er van uit te gaan dat de lichtere vlek bij oplevering is aanvaard, zodat op de ondernemer geen herstelverplichting rust. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

9. Scheuren stucwerk dakkapel achterzijde
De ondernemer heeft aan de achterzijde van de woning een dakkapel geplaatst en van binnen afgewerkt. Tijdens de inspectie heeft de deskundige geconstateerd dat een deel van het pleisterwerk is gescheurd. Tevens heeft de deskundige geconstateerd dat een deel van het pleisterwerk hol klinkt. Volgens de deskundige is aannemelijk dat sprake is van een loslatende hoekafwerking (hoekspeer). De commissie acht dit een tekortkoming in de nakoming waarvoor de ondernemer aansprakelijk is en zal dit klachtonderdeel gegrond verklaren. De ondernemer heeft zich reeds bereid verklaard om de hoekspeer op een deugdelijke wijze aan te brengen. De deskundige heeft erop gewezen dat als gevolg van die werkzaamheden het dakbeschot en mogelijk de zijwang van de dakkapel opnieuw moeten worden gesausd. Omdat die werkzaamheden het gevolg zijn van ondeugdelijk werk aan de zijde van de ondernemer, zal de commissie de ondernemer ook opgedragen om die schilderwerkzaamheden uit te voeren. De ondernemer heeft hieromtrent aangevoerd dat de schilder geen werkzaamheden meer bij de consument wenst uit te voeren, maar de commissie overweegt dat het op de weg van de ondernemer ligt om in een dergelijk geval een andere schilder in te schakelen.

10. Pompschakelaar(-s) vloerverwarming
In het klachtenformulier had de consumenten vermeld: ‘er zou iets komen voor energiebesparing’. In het deskundigenrapport en nader ter zitting bleek dat het ging om één en mogelijk twee ontbrekende pompschakelaars om de temperatuur te reguleren. De ondernemer heeft zich bereid verklaard om deze alsnog aan te brengen en uit te zoeken of één of twee pompschakelaars vereist zijn. Dit klachtonderdeel is gegrond.

11. Leuning trap
Volgens de consument was de leuning op één van de leuningdragers niet goed bevestigd. De deskundige heeft dit tijdens de inspectie gecontroleerd en geconstateerd dat de leuning deugdelijk is bevestigd. De consument heeft hier niets meer tegen ingebracht, zodat de commissie daarvan uit zal gaan. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Lood voorzijde dakkapel + herstel schade dakrand buren
De consument heeft in zijn reactie op het deskundigenrapport opgemerkt dat de dakkapel aan de voorzijde nog niet is hersteld met lood en dat de schade aan de dakrand van de schuur van de buren door de ondernemer zou worden hersteld. Nu de commissie het laatst ingediende klachtenformulier van 3 november 2023 als uitgangspunt neemt voor de beoordeling en beide klachten daarvan kennelijk geen deel meer uitmaken, komt de commissie aan een inhoudelijke beoordeling niet toe. Overigens merkt de commissie in dit verband ten overvloede op dat het niet goed mogelijk is om de ondernemer tot herstel van schade te veroordelen aan onroerend goed dat niet aan de consument toebehoort.

Tegeneis

De ondernemer heeft gevorderd dat het in depot gestelde bedrag aan hem wordt uitbetaald. De commissie zal bepalen dat dit bedrag aan de ondernemer zal worden uitbetaald, nadat de ondernemer bovenstaande tekortkomingen heeft hersteld.

Klachtengeld

De klachten van de consument worden gedeeltelijk gegrond bevonden. Daarom zal de ondernemer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 lid 1 van het reglement, aan de consument het klachtengeld moeten vergoeden, dat de consument heeft betaald aan de commissie voor de behandeling van dit geschil. Dit is een bedrag van € 260,–. Bovendien is de ondernemer op grond van hetzelfde artikellid aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd.

Beslissing

In conventie en reconventie:
De commissie, beslissend naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden, beslist als volgt:

– verklaren de klachtonderdelen 2,3,4,7,9 en 10 van de consument gegrond en de klachten 5,6,8 en 11 ongegrond;
– veroordelen de ondernemer ter zake van de klachtonderdelen 2,3,4,7,9 en 10 tot goed en deugdelijk herstel met inachtneming van hetgeen door de deskundige is gerapporteerd, binnen acht weken na de datum waarop dit bindend advies is verzonden;
– veroordelen de ondernemer tot betaling van een bedrag van € 260,– aan de consument ter zake van het klachtengeld;
– bepalen dat het bedrag dat door de consument bij de commissie in depot is gestort (€ 9.275,33) zal worden overgeboekt aan de ondernemer binnen zeven dagen nadat de ondernemer heeft zorggedragen voor herstel van de klachten op de wijze als hiervoor aangegeven;
– bepalen dat de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten is verschuldigd;
– wijzen af hetgeen door de consument meer of anders is gevorderd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Verbouwingen en Nieuwbouw, bestaande uit de heer mr. P.L. Alers, voorzitter, de heer ing. T.C.M. Wever, mevrouw mr. drs. S. Meinhardt, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. N. Sewradj, plaatsvervangend secretaris, op 23 april 2024.